direct naar inhoud van Artikel 10 Tuin
Plan: Zuidwest
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2009B005001-oh01

Artikel 10 Tuin

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met dien verstande dat zwembaden en afscheidingen ten behoeve van tennisbanen niet zijn toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheiding op het zijerf op een afstand van 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel en 0,6 m van de weg of openbaar groen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen op het achtererf bedraagt ten hoogste 2 m;
  • d. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 1 m;
  • e. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.

10.3 Specifieke gebruiksregel

Het gebruik van de gronden ten behoeve van het parkeren, behoudens ter plaatse van een oprit naar een garage of ter plaatse van een oprit naar een parkeerplaats naast de woning, is niet toegestaan.

10.4 Ontheffing van de bouwregels
10.4.1 Realiseren zwembad

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 10.2 onder a voor het realiseren van een zwembad, met dien verstande dat:

  • a. zwembaden op een afstand van ten minste 10 m tot de perceelsgrens gesitueerd dienen te worden;
  • b. de oppervlakte van een zwembad per perceel niet meer mag bedragen dan 100 m²;
  • c. er geen sprake mag zijn van onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden en beeldkwaliteit ter plaatse.

10.4.2 Bouwhoogte erfafscheidingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van 10.2 onder d voor het realiseren van een hogere bouwhoogte van erfafscheidingen, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen ten hoogste 2 m bedraagt;
  • b. de stedenbouwkundige en beeldkwaliteit door het verlenen van de ontheffing niet onevenredige wordt aangetast.

10.5 Aanlegvergunning
10.5.1 Aanlegverbod zonder aanlegvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Tuin' zonder of in afwijking van een schriftelijke aanlegvergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem met meer dan 60 cm;
  • b. het aanleggen, herprofileren, verleggen en verbreden van wegen en paden;
  • c. het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, dan onder sub b bedoeld, indien de totale oppervlakte meer dan 5% van de oppervlakte van het perceel bedraagt;
  • d. het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het aantasten/veranderen van houtwallen;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van aanwezige waterlopen;
  • g. het rooien of beschadigen van houtgewassen of andere opgaande beplantingen met een diameter van meer dan 0,25 m of een hoogte van 1,3 m.

10.5.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 10.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

10.5.3 Voorwaarde voor een aanlegvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

10.5.4 Strafbaar feit

Overtreding van het verbod van artikel 10.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.