direct naar inhoud van Artikel 5 Maatschappelijk
Plan: Bloemendaal aan Zee 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.BZ2013-vg02

Artikel 5 Maatschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Maatschappelijk ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. veiligheidsposten zoals politieposten, post voor de reddingsbrigade en EHBO-posten;
  • b. een houten zeebalkon zoals bedoeld in het Beeldkwaliteitplan, ten behoeve van terrasvoorzieningen behorende bij het aangrenzende horecabedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - zeebalkon'


met daarbij behorende:

  • c. wegen en paden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. tuinen, terreinen en erven;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwvlakken mogen volledig worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is ten hoogste de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte toegestaan;
  • d. ondergronds bouwen is niet toegestaan.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen die naar het openbaar toegankelijk gebied zijn gericht mag niet meer dan 1 meter bedragen;
  • b. vanaf 1 meter achter de voorgevelrooilijn mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 meter bedragen, mits de erf- of terreinafscheidingen niet naar het openbaar toegankelijk gebied zijn gericht;
  • c. de bouwhoogte van toegangshekken voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1,50 meter bedragen;
  • d. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • e. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan
    3 meter bedragen.
5.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. natuur en landschapswaarden;
  • f. cultuurhistorische waarden.