Plan: | Bloemendaal 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0377.BL2012-va05 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Bloemendaal 2012 (geconsolideerde versie)' van de gemeente Bloemendaal;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0377.BL2012-va05 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2, dan wel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis, met behoud van de woonfunctie door de hoofdbewoner kan worden uitgeoefend, zoals een kapsalon of schoonheidssalon, evenwel met uitzondering van een seksinrichting;
een dienstverlenend beroep, dat door de hoofdbewoner in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en waarbij de ruimtelijke uitstraling met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris of advocaat; evenwel met uitzondering van prostitutie;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de lijn waarin de achtergevel is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, dan wel indien er geen sprake is van een bouwvlak, de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw, zonder aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
een bedrijf dat uitsluitend gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren;
de aan een gebied toegekende waarde gebaseerd op de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
het oppervlak van een gebouw gemeten langs de buitenomtrek van het gebouw op maaiveldniveau;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is een aan het wonen ondergeschikte functie, gevestigd in een woonhuis of bijhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor één huishouden, wiens huisvesting ter plaatse, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is;
het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis gebonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
een rioolstelstel/bassin dat bijvoorbeeld bij langdurige neerslag het regenwater opslaat als de huidige riolering het niet aan kan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een met het hoofdgebouw verbonden (al dan niet vanuit het hoofdgebouw te bereiken) of daarvan vrijstaand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht ten dienste staat van het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van zolder en kelder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een op een verbeelding aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waarop gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het vloeroppervlakte van de ruimte(n) van een gebouw gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.
een bouwwerk dat, voorzien van een dak en ten hoogste twee wanden, door zijn plaatsing, indeling en inrichting uitsluitend bestemd is voor het stallen van motorvoertuigen;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;
verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden, zonder overnachting;
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
niet-overdekte bouwlaag, welke aan ten hoogste drie zijden door wanden is omsloten;
bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren, waaronder begrepen de opslag, uitstalling, verkoop en levering ter plaatse van goederen, alsmede vergelijkbare bedrijfsmatige persoonlijke dienstverlening;
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen banken, kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen; evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
het bedrijfsmatig diensten aanbieden, waarbij het publiek rechtstreeks via een balie te woord wordt gestaan en geholpen, een belwinkel en internetcafé worden hieronder ook begrepen;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de betrekkingen tussen levende organismen onderling en hun omgeving;
op de begane grond gelegen woning met tenminste één zijgevel waarnaast een zijtuin of een openbaar gebied is gelegen, niet zijnde een twee-aaneengesloten woning;
gebied ten behoeve van erfbebouwing;
functioneel met een hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en door zijn ligging, constructie en afmetingen daaraan ondergeschikt, op de grond staande gebouwen of andere overdekte bouwwerken;
een ondergeschikte uitbouw aan de voor of zijkant van de woning die strekt ter vergroting van het woongenot. Een erker is maximaal 1,5 meter diep en is aan drie zijden geheel of gedeeltelijk voorzien van glas;
het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus;
één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, of een betoging, samenkomst of vergadering als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, paardrijden, (water)fietsen en kanoën;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het oppervlak gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingswanden die de desbetreffende ruimte of groep van ruimtes omhullen.
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat al dan niet met daarbij behorende bergingen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
verharding met een waterdoorlatende oppervlaktestructuur, zoals kiezel, grind, schelpen en/of gemalen baksteen alsmede vergelijkbare losse materialen;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn architectonische verschijningsvorm en functie als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verschaffen van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodatie;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
een ruimte in een gebouw die geheel ondergronds is gelegen (hieronder wordt geen souterrain verstaan);
een ruimtelijke eenheid die als zodanig is ontwikkeld en die als eigen bedrijfsvorm - gericht op instandhouding en verdere ontwikkeling - wordt beheerd. Hierbij is sprake van één of meer grondgebruiksvormen, functies en/of waarden, zoals landbouw, bosbouw, wonen, recreatie, natuur, landschap en cultuurhistorie;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet levende en levende natuur;
een activiteit die geheel of in overwegende mate is gericht op het voor gebruik ter plaatse van alcoholvrije en/of zwak-alcoholische dranken en/of bereide kleine etenswaren. hieronder wordt in ieder geval begrepen een koffie- of theehuis, patisserie, tearoom;
de gemiddelde hoogte van terrein, grenzende aan het bouwwerk, op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
educatieve, sociale, medische, culturele, religieuze, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening alsmede soortgelijke voorzieningen, of een combinatie daarvan, als ook ondergeschikte detailhandel, sport, recreatie en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken;
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen beneden peil;
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar bezoekers van de hoofdfunctie ter plaatse drank en etenswaren kunnen nuttigen;
een bouwwerk omsloten door maximaal twee wanden en voorzien van een gesloten dak;
elke, al dan niet overdekte, stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer;
een grenslijn tussen (bouw)percelen onderling;
bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen;
inrichtingen waarbij de exploitatie primair is gebaseerd op het verstrekken van mee te nemen of ter plaatse te nuttigen maaltijden (met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken) en die voor een goed functioneren ook 's avonds geopend moeten zijn. Zij hebben relatief hoge verkeersaantrekkende werking;
een ruimte in een gebouw die gedeeltelijk ondergronds is gelegen (hieronder wordt geen kelder verstaan);
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktegels, reclamezuilen of -vitrines, gasregelkastjes, brandkranen, straatverlichtingspalen, bloembakken, zitbanken, urinoirs, parkeermeters, stadsplattegronden, verkeerszuilen, brievenbussen, richtingaanwijzers, bushalteaanduidingen, verkeerslichten, verkeerstekens, bewegwijzering, brandmelders, rijwielstandaards of -klemmen, papierbakken, bruggen, glas-, papier- en andere vuilcontainers;
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen worden genuttigd voor directe consumptie ter plaatse;
detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waarop artikelen voor de aanleg, inrichting en onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen te koop worden aangeboden;
een woning waarbij twee zijgevels tevens de scheidingsmuren zijn van naastgelegen woningen;
een op de begane grond gelegen woning waarbij één zijgevel tevens de scheidingsmuur is van de naastgelegen woningen;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt;
de verbeelding van het bestemmingsplan "Bloemendaal 2012", bestaande uit de (analoge) kaarten;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke overdekte winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw.
één of meerdere naar de weg gekeerde gevels van een (hoofd)gebouw;
de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
de naar de openbare weg gekeerde grens van het bouwvlak, of indien het een bouwvlak betreft met meer dan één naar de weg gekeerde grenzen, die grens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, waterbeheer, afvalinzameling, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
een woning waarbij alle gevels grenzen aan zijtuinen en/of erf;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer en -afvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.;
bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren, waarbij de klant goederen via het internet bestelt en deze goederen bij de klant worden bezorgd; een webwinkel kenmerkt zich door het ontbreken van een winkelruimte waar uitstalling, verkoop en levering van goederen ter plaatse plaatsvindt;
indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordening e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel;
een ruimte of complex van ruimten bestemd om te wonen, die beschikt over een eigen voordeur, douche, wc en keuken, niet zijnde een wooneenheid in een intramurale zorginstelling;
een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet;
de bovenste verdieping onder het schuine dak van een gebouw, welke meestal wordt gebruikt als berging;
een inrichting bij welke ingevolge artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht is aangewezen in onderdeel D van bijlage I als inrichting die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/of de buitenzijde constructie van een ondergronds bouwwerk, geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
gemeten tussen de buitenkanten van twee tegenover elkaar gelegen zijgevels van hetzelfde gebouw;
het bebouwd grondoppervlak wordt gemeten tussen de buitenzijde van de gevels en/of de buitenzijde constructie van een ondergronds bouwwerken/of het hart van de scheidsmuren die de betreffende ruimte(n) omhullen;
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
tussen de bovenkant van het dak en het hoogste punt van de dakterrasafscheiding;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, trappenhuizen, liftkokers, installaties t.b.v. het reinigen van het gebouw (glazen wassen) en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel de goothoogte wordt gemeten daar waar de goot het hoogst is;
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken, met inbegrip van erkers, dakkapellen en dergelijke;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen en/of terreinen ten behoeve van:
Ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' zijn de gronden tevens bestemd voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg.
Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' zijn de gronden tevens bestemd voor een openbare nutsvoorziening.
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn de gronden tevens bestemd voor wonen op de eerste en daarboven gelegen verdiepingen.
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning.
Ten aanzien van de in lid 3.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 3.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Kantoor' of 'Maatschappelijk' binnen de aangegeven 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' met inachtneming van de volgende randvoorwaarden:
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende;
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 1' zijn de gronden tevens bestemd voor horecabedrijven, die zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten tot en met categorie 1.
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2' zijn de gronden tevens bestemd voor horecabedrijven, die zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten tot en met categorie 2.
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is de beganegrondlaag tevens bestemd voor wonen.
Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn de eerste en daarboven gelegen verdiepingen tevens bestemd voor een kantoorruimte.
Ten aanzien van de in lid 4.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 4.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 4.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Afwijken als bedoeld in lid 4.4.1 is alleen mogelijk als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Binnen detailhandelsvestigingen is ondersteunende horeca toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van lid 4.1.1 en toestaan dat horeca-activiteiten, die zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten onder categorie 1a op de begane grond zijn toegestaan, mits de afstand tot een perceel met een andere vestiging onder categorie 1a ten minste 30 m bedraagt.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor de activiteit slopen) de bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen
Het in lid 4.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een vergunning als bedoeld in lid 4.7.1 kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de instandhouding, de bescherming en het herstel van de binnen het beschermd dorpsgezicht voorkomende cultuurhistorische waarden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 4.7.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 1' zijn de gronden tevens bestemd voor horecabedrijven, die zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten tot en met categorie 1.
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2' zijn de gronden tevens bestemd voor horecabedrijven, die zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten tot en met categorie 2.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - snackbar' is een snackbar niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is de begane grondlaag tevens bestemd voor wonen.
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' is de begane grondlaag tevens bestemd voor een bedrijf.
Ten aanzien van de in lid 5.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 5.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 5.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan afwijken van:
Afwijken als bedoeld in lid 5.4.1 is alleen mogelijk als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Binnen detailhandelsvestigingen is ondersteunende horeca toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1.1 en toestaan dat horeca-activiteiten, die zijn genoemd in Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten onder categorie 1a op de begane grond zijn toegestaan, mits de afstand tot een perceel met een andere vestiging onder categorie 1a ten minste 30 m bedraagt.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor de activiteit slopen) de bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen
Het in lid 5.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een vergunning als bedoeld in lid 5.7.1 kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de instandhouding, de bescherming en het herstel van de binnen het beschermd dorpsgezicht voorkomende cultuurhistorische waarden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 5.7.1 advies in bij ter zake deskundige.
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning.
Ten aanzien van de in lid 6.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 6.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ten aanzien van de in lid 7.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 7.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 7.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van;
Binnen detailhandelsvestigingen is ondersteunende horeca toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ten aanzien van de in lid 8.1.1 bedoelde gronden geldt dat de gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
Ten aanzien van de in lid 8.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' zijn de gronden mede bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij' zijn de gronden mede bestemd voor een kinderboerderij.
Ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' zijn de gronden mede bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'park' zijn de gronden mede bestemd voor instandhouding en versterking van de landschappelijke waarde van de gronden, met de daarbij behorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstobject' zijn de gronden mede bestemd voor een kunstobject.
Ter plaatse van de aanduiding 'pad' zijn de gronden mede bestemd voor een toegangspad.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn de gronden tevens bestemd voor parkeren op maaiveld.
Ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' zijn de gronden tevens bestemd voor een ondergrondse waterberging.
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' geldt dat bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 0,5 m.
Ten aanzien van de in lid 9.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en de infrastructuur, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 voor de bouw van een ondergrondse bergbezinkbassin, met elk een maximale oppervlakte van 200 m² , een daarbij behorend gebouw met een oppervlakte van maximaal 30 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 m ten behoeve van de opvang van overmatige neerslag.
Het is verboden de gronden ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarde' te gebruiken als ruiterpaden.
Ter plaatse van gronden binnen de bestemming Groen die grenzen aan een horeca-inrichting zijn horecaterrassen toegestaan, mits hiervoor een vergunning op basis van de APV is verleend.
Ter plaatse van de aanduidingen 'park', 'natuur- en landschapswaarden' of 'cultuurhistorische waarden' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 9.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 9.6.1 is niet van toepassing op andere werken die:
Een vergunning als bedoeld in lid 9.6.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden van deze gronden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 9.6.1 advies in bij ter zake deskundige.
De voor 'Horeca - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn de gronden tevens bestemd voor wonen.
Ten aanzien van de in lid 10.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 10.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 10.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
Het is verboden de onbebouwde gronden bij lunchrooms, voor zover gelegen achter (het verlengde van) de achtergevellijn, te gebruiken als terrassen.
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn de gronden mede bestemd voor een parkeergarage.
Ten aanzien van de in lid 11.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 11.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 11.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan de bestemming 'Kantoor' wijzigen in de bestemming 'Wonen' en 'Tuin', met inachtneming van de volgende randvoorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend:
Ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' zijn de gronden bestemd voor een begraafplaats, met de daarbij behorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn de gronden mede bestemd voor een ondergrondse parkeergarage.
Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn de in lid 12.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor kantoren.
Ten aanzien van de in lid 12.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 12.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Ten aanzien van de in lid 12.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 13.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 13.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het bepaalde in lid 13.2 aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 13.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 13.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 13.4.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van deze gronden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 13.4.1 advies in bij ter zake deskundige.
De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 14.1.1 bedoelde gronden geldt dat er uitsluitend één berging per woonperceel mag worden gebouwd ten behoeve van terreinonderhoud, waarbij:
Ten aanzien van de in lid 14.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het bepaalde in lid 14.2 aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
Het is verboden de gronden te gebruiken als kunstgrasvelden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 14.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 14.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 14.5.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van deze gronden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 14.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Natuur - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 15.1.1 bedoelde gronden geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in lid 15.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het bepaalde in lid 15.2 aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 15.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 15.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 15.4.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van deze gronden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 15.4.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Natuur - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - bijgebouwen' zijn de gronden mede bestemd voor bijgebouwen bij landgoederen, zoals een koetshuis, een stal, een theehuis of een oranjerie en de bij die bijgebouwen behorende tuinen en erven.
Ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan' zijn de gronden mede bestemd voor een tennisbaan.
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 16.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 16.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 16.4.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van deze gronden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 16.4.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' zijn de gronden mede bestemd voor speelvoorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' zijn de gronden mede bestemd voor volkstuinen, met de daarbij behorende voorzieningen.
Ten aanzien van de in lid 17.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 17.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zijn de gronden mede bestemd voor behoud en instandhouding van de landschappelijke waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de gronden mede bestemd voor een bedrijfswoning.
Ten aanzien van de in lid 18.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 18.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 18.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' de gronden te gebruiken als kunstgrasvelden.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats, afmetingen en technische uitvoering van lichtmasten en lichtbronnen, zulks ter voorkoming van onevenredige lichthinder voor omwonenden en aantasting van nabijgelegen natuurwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag buiten het bouwvlak de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 18.5.1 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, welke uit het oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn, waaronder mede begrepen ondergeschikt onderhoud en beheer van watergangen.
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 18.5.1 sub b zijn uitsluitend toelaatbaar indien door de uit te voeren werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de landschappelijke waarde van de gronden, waaronder met name begrepen de openheid van het landschap.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 18.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
d. ondersteunende horeca;
e. wegen en paden;
f. parkeervoorzieningen;
g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
h. groenvoorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zijn de gronden mede bestemd voor behoud en instandhouding van de landschappelijke waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de gronden mede bestemd voor een bedrijfswoning.
Ten aanzien van de in lid 18a.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 18a.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 18a.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' de gronden te gebruiken als kunstgrasvelden.
Ten aanzien van lichtmasten geldt dat deze zijn uitgeschakeld op de volgende tijdstippen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag buiten het bouwvlak de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 18a.5.1 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, welke uit het oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn, waaronder mede begrepen ondergeschikt onderhoud en beheer van watergangen.
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 18.5.1 sub b zijn uitsluitend toelaatbaar indien door de uit te voeren werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de landschappelijke waarde van de gronden, waaronder met name begrepen de openheid van het landschap.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 18.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud en herstel van de natuurlijke, cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn de in lid 19.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een ondergrondse parkeergarage.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn de gronden tevens bestemd voor meer dan twee parkeerplaatsen op het maaiveld.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - 1' bij tussenwoningen zonder achterpad zijn de gronden tevens bestemd voor fietsenbergingen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - 2' zijn de gronden tevens bestemd voor dierenverblijven/kassen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - 3' zijn de gronden tevens bestemd voor dierenverblijven/kassen.
Ter plaatse van de aanduiding 'kelder' zijn de in lid 19.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een kelder
Ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie' zijn de gronden mede bestemd voor een zendmast.
Ten aanzien van de in lid 19.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' mag de goothoogte niet meer dan 1,5 meter bedragen.
Ten aanzien van de in lid 19.1.1 bedoelde gronden geldt, dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het bepaalde in lid 19.2 ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 19.2.2 onder g voor het bouwen van een open zwembad waarbij:
Ter plaatse van gronden binnen de bestemming Tuin die onderdeel zijn van een horeca-inrichting zijn horecaterrassen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de APV.
Ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 19.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 19.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 19.5.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de natuurlijke, cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 19.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - houtstapels en/of takkenril' zijn de gronden mede bestemd voor houtstapels en/of takkenrillen.
Ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' zijn de gronden mede bestemd voor houtwallen.
Ten aanzien van de in lid 20.1.1 bedoelde gronden geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de lid 20.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - houtstapels en/of takkenril' geldt dat bebouwing niet is toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' geldt dat bebouwing niet is toegestaan.
Het is verboden houtstapels en/of takkenrillen aan te brengen tot een grotere hoogte dan 1,80 m.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 20.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 20.4.1 is niet van toepassing voor:
Een vergunning als bedoeld in lid 20.4.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 20.4.1 advies in bij een ter zake deskundige.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - houtstapel en/of takkenril' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 20.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 20.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 20.5.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige aantasting van de houtstapel en/ of takkenril plaatsvindt.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 20.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
Ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 20.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 20.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 20.6.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover:
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om vergunning als bedoeld in lid 20.6.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstobject' zijn de gronden mede bestemd voor een kunstobject.
Ter plaatse van de aanduiding 'spoorweg' zijn de gronden bestemd voor spoorwegvoorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'stationsgebouw' zijn de gronden bestemd voor kantoren, maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening met baliefunctie.
Ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied' zijn de gronden bestemd voor niet gemotoriseerd verkeer.
Ten aanzien van de in lid 21.1.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend gebouwen met een maximum oppervlakte van 5 m² en een bouwhoogte van maximaal 2,5 m ten behoeve van de waterhuishouding mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in lid 21.1.4 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 21.1.3 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 21.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde lid 21.2.1 voor de bouw van een ondergrondse bergbezinkbassin, met elk een totale maximale oppervlakte van 200 m², een daarbij behorende gebouw met een oppervlakte van maximaal 30 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 m ten behoeve van de opvang van overmatige neerslag.
Horecaterrassen
Ter plaatse van gronden binnen de bestemming Verkeer die grenzen aan een horeca-inrichting zijn horecaterrassen toegestaan, mits hiervoor een vergunning op basis van de APV is verleend.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstobject' zijn de gronden mede bestemd voor een kunstobject.
Ten aanzien van de in lid 22.1.1 bedoelde gronden geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in lid 22.1.1 bedoelde gronden geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 22.1.1 werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van bevoegd gezag:
Het bepaalde in lid 22.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 22.3.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van deze gronden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 22.3.1 advies op bij een ter zake deskundige.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'bibliotheek' is de begane grondlaag van de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, zoals een bibliotheek.
Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is de begane grondlaag van de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor detailhandel en dienstverlening.
Ter plaatse van de aanduiding 'garage' zijn de gronden bestemd voor stalling van voertuigen.
Ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor gestapelde woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 1' is de begane grondlaag van de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor horecabedrijven in categorie 1, beschreven zoals in Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor kantoren.
Ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' is de begane grondlaag van de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor maatschappelijke voorzieningen
Ter plaatse van de aanduiding 'atelier' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een atelierruimte.
Ter plaatse van de aanduiding 'kelder' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een kelder.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een ondergrondse parkeergarage.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemeenschappelijke voorzieningen' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden mede bestemd zijn voor gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van bewoners, waaronder een portiersloge, vergaderruimte en praktijkruimte.
Ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor twee-aaneengesloten woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor vrijstaande woningen.
Ten aanzien van de in lid 23.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 23.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 23.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemeenschappelijke voorzieningen' geldt dat de oppervlakte van de onder lid 23.1.11 specifieke vorm van wonen - gemeenschappelijke voorzieningen niet meer mag bedragen dan 600 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' gelden de volgende bouwregels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan afwijken van:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 23.1.1.
Binnen de bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 23.5.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemeenschappelijke voorzieningen' bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.5.2 onder a en toestaan dat een groter percentage, of meer vierkante meters, van de bebouwing worden gebruikt ten behoeve van het beroep, mits:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op het vermeerderen van het aantal woningen in hoofdgebouwen door een woning te splitsen, met dien verstande, dat:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' zijn de in lid 24.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor vrijstaande woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn in de in lid 24.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor gestapelde woningen.
Ten aanzien van de in lid 24.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 24.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van de in lid 24.1.1 bedoelde gronden geldt dat:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 24.1.1.
Binnen de bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 24.3.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ongeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 24.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 24.5.1 is niet van toepassing voor:
Een vergunning als bedoeld in lid 24.5.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden van deze gronden.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 24.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 3 m² en dieper dan 30 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 25.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 25.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 25.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 25.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 3 m2 en een diepte van meer dan 30 cm:
Het bepaalde onder 25.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m² en dieper dan 30 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 26.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 26.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 26.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 26.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 100 m2 en een diepte van meer dan 30 cm:
Het bepaalde onder 26.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 30 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 27.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 27.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 27.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 27.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2 en een diepte van meer dan 30 cm:
Het bepaalde onder 27.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 5,5+ NAP, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 28.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 28.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 28.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 28.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2 en een diepte van meer dan 5,5 m:
Het bepaalde onder 28.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 50 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 29.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 29.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 29.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 29.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2 en een diepte van meer dan 50 cm:
Het bepaalde onder 29.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan 50 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 30.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 30.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 30.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 30.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 500 m2 en een diepte van meer dan 50 cm:
Het bepaalde onder 30.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan 5,5+ NAP, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 31.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 31.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 31.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 31.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 500 m2 en een diepte van meer dan 5,5 m:
Het bepaalde onder 31.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor bescherming van de cultuurhistorische waarden zoals die worden omschreven in de aanwijzing van het plangebied als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn de in lid 32.1.1 bedoelde gebouwen mede bestemd voor het behoud van de hoofdvorm van de representatieve villa's uit de periode 1880-1920.
Op de in lid 32.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende aanvullende bouwregels:
Voor zover gronden zijn aangeduid als 'karakteristiek', mag aanvullend op hetgeen elders in deze planregels is bepaald, bij verbouw en/of nieuwbouw de hoofdvorm van het gebouw, bepaald door goothoogte en bouwhoogte, dakvorm, oppervlakte alsmede de verhouding tussen lengte en breedtematen en gevelindeling niet worden gewijzigd.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 32.2 indien daardoor de hoofdvorm van het gebouw niet in onevenredige mate wordt aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om afwijking als bedoeld in lid 32.3.1 advies in bij een ter zake deskundige.
Op onderhavige geconsolideerd versie van het bestemmingsplan 'Bloemendaal 2012' van de gemeente Bloemendaal zijn van overeenkomstige toepassing de verbeelding en planregels van het bestemmingsplan 'Bloemendaal', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Bloemendaal bij besluit van 25 februari 2014 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0377.BL2012-vg02, het 'Veegbestemmingsplan Bloemendaal 2012' (herziening planregels), zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Bloemendaal bij besluit van 25 november 2015 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0377.BL2012Hz002a-vg01 en 'Veegbestemmingsplan Bloemendaal 2012' (herziening locaties), zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Bloemendaal bij besluit van 25 november 2015 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0377.BL2012Hz002b-vg01.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Daar waar in dit plan is bepaald dat de gronden tevens gebruikt mogen worden voor nutsvoorzieningen, mogen bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen worden opgericht, met dien verstande dat deze geen grotere oppervlakte hebben dan 15 m² en geen grotere bouwhoogte dan 3 meter.
Onder gebruik van onbebouwde gronden in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1., lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt in ieder geval het volgende verstaan:
Onder gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1., lid 1, onder c van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan gebruik voor een seksinrichting, een escortbedrijf en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsomschrijving.
Het bepaalde in lid 36.1.1 van dit artikel is niet van toepassing op:
Ter plaatse van de functieaanduiding 'waardevolle boom' zijn de gronden mede bedoeld voor waardevolle bomen.
Ongeacht hetgeen in de regels voor de op deze gronden rustende bestemming(en) is bepaald, mag ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' niet worden gebouwd, met uitzondering ter plaatse van de op de verbeelding opgenomen bouwvlakken, waar overeenkomstig de daar geldende regels mag worden gebouwd.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 37.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 37.1.3 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 37.1.3 zijn slechts toelaatbaar indien mede op basis van dendrologisch onderzoek is aangetoond dat de dendrologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 37.1.3 advies in bij een ter zake deskundige.
Binnen de aanduiding 'overige zone - zoekgebied zichtlijnen' is het verboden te bouwen.
Het bevoegd gezag kan afwijken van lid 37.2.1 voor het bouwen, mits de beoogde zichtlijnen worden behouden en/of versterkt.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 37.2.1 bedoelde gronden aan te planten of te verplanten.
Het verbod als bedoeld in lid 37.2.3 is niet van toepassing voor werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 37.2.3 zijn slechts toelaatbaar, indien de beoogde zichtlijnen worden behouden en/of versterkt.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 36.2.3 advies in bij een ter zake deskundige.
Het bevoegd gezag kan afwijken:
Bij de beoordeling van een verzoek om afwijking wordt rekening gehouden met eerder verleende afwijkingen op basis van dit artikel, om te beoordelen of maximale afwijkingsmogelijkheden al dan niet worden overschreden.
Het bevoegd gezag is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 , lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking, zoals opgenomen in dit plan, is de in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geregelde procedure van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging, zoals opgenomen in dit plan, is de in artikel 3.6a van de Wet ruimtelijke ordening geregelde procedure van toepassing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 41.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 41.1.1 met maximaal 10 %.
Lid 41.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 41.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 41.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 41.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bloemendaal 2012.