direct naar inhoud van Artikel 3 Groen
Plan: Haringbuys
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.AE2012WP001-vg01

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. natuurlijke oevers;
  • c. bermen en beplanting;
  • d. het behoud en herstel van waardevolle bomen;
  • e. opritten;
  • f. fiets-, voet- en ruiterpaden;
  • g. een overkluisde watergang, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - overkluisde watergang';


met daarbij behorende:

  • h. speelvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Op of in de gronden met mag niet worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verlichting en bewegwijzering mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,20 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
3.4 Strijdig gebruik

Tot het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. een oprit, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer uitgesloten - oprit'.
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5.1 Verbod

Het is verboden of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van waterlopen of waterpartijen, het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen of waterpartijen;
  • b. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse kabels of leidingen;
  • c. het verwijderen van waardevolle oever- en watervegetatie dan wel het verrichten van andere werkzaamheden welke een ernstige beschadiging van de waardevolle vegetatie ten gevolge kunnen hebben;
  • d. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas en bomen, voor zover de Boswet of de Algemene Plaatselijke Verordening niet van toepassing is;
  • e. het bodemverlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van de grond.
3.5.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 3.5.1 is niet van toepassing op werken die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
3.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

3.5.4 Advies

Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 3.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.