Plan: | Haven De Pijp - Parallelweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0375.BPhavendepijp-VG01 |
Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag van en/of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Op beide categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing.
Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Het beleid voor transportmodaliteiten (weg, water en spoor) staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (cRnvgs). Het beleid met betrekking tot buisleidingen is opgenomen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Plaatsgebonden Risico (PR)
Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6 contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden.
Groepsrisico (GR)
Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fN- curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit en is afhankelijk van het aantal aanwezige personen en de afstand tot de risicobron. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1% letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald), ofwel door de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen.
In het plangebied van onderhavig bestemmingsplan zijn verschillende invloedsgebieden van verschillende risicobronnen gelegen.
LPG-tankstation Commandeur (Bevi)
Een LPG-tankstation wordt in het BEVI aangemerkt als een categoriale inrichting. Voor zowel het plaatsgebonden risico als groeprisico zijn vaste afstanden opgenomen.
Het plaatsgebonden risico (10-6/jaar) ligt op 110 meter (nieuwe situatie, WRO-produre). Als gevolg van de nieuwe situatie bevinden zich geen kwetsbare objecten binnen deze contour.
Nieuwe kwetsbare objecten binnen deze 10-6/jaar PR-contour (geel) contour zijn niet toegestaan en dienen te worden uitgesloten. Dit is opgenomen met een specifieke aanduiding (veiligheidszone - bevi).
De grens van het invloedsgebied ligt op 150 meter vanaf het vulpunt en 150 meter vanaf het bovenste deel van de opslagtank. Om het groepsrisico te bepalen is een berekening uitgevoerd. De uitkomst van de berekening (fN-curve) laat zien dat het groeprisico de oriënterende waarde nadert maar niet overschrijdt. Om te voorkomen dat de oriënterende waarde wordt overschreden, is de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' opgenomen binnen de grens van het invloedsgebied. In de regels is opgenomen dat de oriënterende waarde niet mag worden overschreden. Hier is wel een afwijkingsmogelijkheid voor opgenomen: het bevoegd gezag kan afwijken indien zij van mening is dat er vanuit externe veiligheid sprake is van een verantwoorde situatie.
Naar verwachting treedt het Besluit LPG-tankstations milieubeheer 2013 op 1 juli 2013 in werking. Als gevolg hiervan wordt ook de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) gewijzigd. De afstanden waarmee dan rekening moet worden gehouden, zullen dan eveneens wijzigen. Ten behoeve hiervan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in de regels.
Binnen het invloedsgebied wordt een foodplaza mogelijk gemaakt. Deze is met een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Indien het Revi is gewijzigd, past deze naar verwachting binnen de veiligheidsafstanden. De PR-contour ligt gedeeltelijk over het terrein (zie gestippelde lijn in voorstaande figuur). Indien het gebouw hierbuiten wordt gerealiseerd, dan zijn er in de huidige situatie ook al mogelijkheden. Er is op dit moment echter nog geen duidelijkheid over de ligging en de omvang van het foodplaza. Ook het aantal aanwezige personen is in lijn hiermee niet duidelijk. Deze kan in de toekomstige situatie ten opzichte van de huidige situatie afnemen, maar ook toenemen. Bij een toename zal er sprake zijn van een verhoging van het groepsrisico. Hierover zal een verantwoording van het groepsrisico opgesteld moeten worden bij wijziging. Indien het college de toename van het groepsrisico niet verantwoord vindt, zal het plan dusdanig aangepast moeten worden, dat er geen wijziging van het groepsrisico plaatsvindt.
Gasontvangstation Slibdrooginstallatie (Bevi)
Een gastontvangststation is een BEVI-inrichting als er sprake is van het reduceren of meten van aardgas, waarbij de gastoevoerleiding een grotere diameter heeft dan 20 inch.
Op basis van het activiteitenbesluit dient voor deze inrichting, bij een veronderstelde aanvoerdruk van 40 bar en een doorstroomcapaciteit van minder dan 40.000 Nm2/u, een veiligheidsafstand van 15 m te worden aangehouden ten opzichte van kwetsbare objecten. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een veiligheidsafstand van 4 m. Voor een definitie van (beperkt) kwetsbare objecten wordt in het activiteitenbesluit verwezen naar het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi).
RWZI Beverwijk
Deze RWZI overschrijdt de drempelwaarden van het BEVI niet en valt dus niet onder dit besluit. Binnen de RWZI wordt biogas opgeslagen en bewerkt. De risico’s hiervan zijn in beeld gebracht aan de hand van een QRA (opgesteld in het kader van een wijziging van de WM-vergunning). Hieruit blijkt dat de 10-6/jaar PR-contour (rood) binnen de inrichtingsgrens van de RWZI Beverwijk ligt en niet over (beperkt) kwetsbare objecten valt. Het berekende groepsrisico ligt ruimschoots onder de oriënterende waarde.
Temati (Bevi)
Deze PGS-15 inrichting is gelegen buiten het plangebied (aan de Rijnland) en heeft een plaatsgebonden risicocontour 10-6/jaar heeft van 50 meter. Deze contour valt niet binnen het plangebied van onderhavig bestemmingsplan.
Verder heeft de inrichting een 1% letaliteitscontour van 350 meter. Om het groepsrisico te bepalen is een berekening uitgevoerd (AVIV, 2011). De uitkomst van de berekening laat zien dat het groeprisico kleiner is dan 0,1 x de oriënterende waarde.
Galvano Metaalveredeling, Wijkermeerweg 22 (Bevi)
De inrichting heeft een plaatsgebonden risicocontour (PR) buiten de inrichtingsgrens. Binnen deze 10-6/jaar contour zijn geen kwetsbare objecten toegestaan en deze kunnen ingevolge het bestemmingsplan er eveneens niet bijkomen. De plaatsgebonden risicocontour is opgenomen met de aanduiding 'veiligheidszone - bevi'. Aangegeven is dat ter plaatse geen kwetsbare objecten zijn toegestaan.
Ligging contouren: PR 10-6 /jaar (rood)
Arosta, Industrieweg 9 (Bevi)
Rijksweg A22 (route vervoer gevaarlijke stoffen)
Deze transportroute heeft geen 10-6/jaar plaatsgebonden risicocontour.
Het groeprisico is kleiner dan 0,1 x oriënterende waarde (basisnet WEG, eindrapportage oktober 2009).
Parallelweg-Industrieweg-Kanaalweg (route vervoer gevaarlijke stoffen)
Genoemde wegen hebben geen 10-6/jaar plaatsgebonden risicocontour. Het groepsrisico is kleiner dan 0,1 x oriënterende waarde.
In en nabij het plangebied zijn de volgende hogedrukaardgas-transportleidingen aanwezig: A-550 en A-564 (HTL, 66 bar) en W-575 (RTL, 40 bar).
Voor deze leidingen is door berekening (AVIV, 2011) het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) bepaald.
Het plangebied ligt zowel binnen de 1% letaliteitszone als de 100% letaliteitszone van de aardgastransportleidingen. Dit betekent dat er (beperkt) kwetsbare objecten zijn toegestaan, maar dat er een volledige verantwoording van het groepsrisico nodig is.
Aangezien er sprake is van een consoliderend bestemmingsplan, waarin geen nieuwe ontwikkelingen zijn opgenomen, is er geen sprake van een (potentiële) groei van het aantal personen in het plangebied. De gasleidingen met bijbehorende belemmeringenstroken worden in dit bestemmingsplan opgenomen met een dubbelbestemming. Veranderingen binnen deze belemmeringenzones kunnen slechts plaatsvinden na overleg met de leidingbeheerder.
Ten aanzien van de aanleg van nieuwe hogedrukaardgastransportleidingen wordt er in de ontwerp structuurvisie buisleidingen extra ruimte gereserveerd. Dit levert knelpunten op.