Plan: | Haven De Pijp - Parallelweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0375.BPhavendepijp-VG01 |
Toetsingskader
Rond industrieterreinen waar inrichtingen zijn gevestigd die 'in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken', zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (Wgh), wordt een geluidzone vastgesteld. Dergelijke bedrijven worden ook wel 'grote lawaaimakers' genoemd. In dat kader is voor het industrieterrein de Pijp, Kagerweg en Noordwijkermeerpolder, bij Koninklijk Besluit van 28 december 1992, een geluidszone vastgesteld. Tot de geluidszone behoort het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de grens van de zone, zoals in de wet is vastgelegd. Buiten een geluidszone mag de geluidsbelasting als gevolg van het betreffende industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen.
Grenswaarden voor nieuwe gevoelige functies
Voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen, zoals woningen, geldt een wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Voor nieuwe woningen die binnen de geluidszone liggen, is in het algemeen de vaststelling van een hogere waarde tot 55 dB(A) mogelijk. Op grond van de Wgh kan het college van burgemeester en wethouders de betreffende hogere grenswaarden vaststellen indien blijkt dat maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ondervinden van stedenbouwkundige, landschappelijke of financiële aard. Omdat het bedrijventerrein de Pijp een regionaal bedrijventerrein is, treedt Provincie Noord-Holland op als zonebeheerder.
Sanering
Voor de gezoneerde industrieterreinen de Pijp, Kagerweg en Noordwijkermeerpolder is in 1997 een saneringsprogramma vastgesteld. De geluidsproductie van het industrieterrein is met dat programma zo ver mogelijk teruggebracht. Tevens zijn bij woningen rondom het industrieterrein maximaal toelaatbare geluidsbelastingen (MTG's) vastgesteld. Voor toetsing van de geluidbelasting van bedrijfsactiviteiten geldt dat niet alleen rekening moet worden gehouden met de zonegrens maar ook met de MTG punten (adrespunten) en bijbehorende MTG waarden. De geluidsbelasting vanwege bedrijfsactiviteiten op het gezoneerde terrein mogen de MTG-waarde in geen geval overschrijden. De geluidsruimte van het industrieterrein wordt daarmee feitelijk ingeperkt.
Figuur 4.1 Geluidzone van de gezoneerde bedrijventerreinen de Pijp, Kagerweg en Noordwijkermeerpolder
Onderzoek
Een groot deel van het plangebied maakt onderdeel uit van het gezoneerde bedrijventerreinen de Pijp, Kagerweg en Noordwijkermeerpolder. Met het bestemmingsplan worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. Zowel in de huidige als in de toekomstige situatie wordt wel ruimte geboden aan de ontwikkeling van bedrijfsactiviteiten. Toetsing van de geluidbelasting van nieuwe bedrijfsactiveiten vindt plaats in het milieuspoor.
Woonschepen
In de Ringvaart, binnen de grens van het gezoneerde industrieterrein, liggen woonboten. Omdat ze op een geluidgezoneerd industrieterrein liggen, worden ze niet beschermd door de Wet geluidhinder. In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet ter plaatse van de woonboten wel worden onderbouwd dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Dit betekent dat de woonboten een beperking kunnen opleveren voor de bedrijfsvoering van de aanwezige en nieuw te vestigen bedrijven. Het plan maakt geen concrete activiteiten mogelijk, behalve de ontwikkeling van een zogenaamde kistendam. Voor de woonboten is daarom in het kader van het bestemmingsplan verder geen akoestisch onderzoek uitgevoerd.
Kistendam
Het plan maakt de ontwikkeling van een kistendam mogelijk. Omdat deze beoogde kistendam niet past in het vigerende bestemmingsplan wordt deze als ontwikkeling gezien. De kistendam, die fungeert als overslagplaats, is beoogd in de Zwaaikom van de Beverwijkse haven. Hiervoor is een aanduiding opgenomen op de verbeelding.
De geluidbelasting van de beoogde bedrijfsactiviteiten wordt in het milieuspoor getoetst aan de geluidzone en de MTG waarden. Omdat het voorliggende bestemmingsplan deze ontwikkeling echter al wel planologisch mogelijk maakt, dient te worden aangetoond dat de Wet geluidhinder, onderdeel industrielawaai, deze ontwikkeling niet in de weg staat. In dat kader is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidemissie van laad- en losactiviteiten op de kistendam en is op diverse locaties de geluidbelasting beoordeeld.
Het onderzoek geeft een indicatie van de geluidbelasting na uitvoering van het bestemmingsplan, nadere afstemming vindt plaats in het milieuspoor. Het volledige onderzoek is opgenomen in bijlage 3.
Uit het onderzoek blijkt dat na uitvoering van het bestemmingsplan ter plaatse van het meest nabijgelegen MTG adrespunt aan de Kanaalweg aan de MTG waarde wordt voldaan. Voor de overige woningen langs de Kanaalweg geldt dat de geluidbelasting toeneemt van 54 db(A) tot maximaal 56 dB(A). Ter plaatse van de meest nabijgelegen woonboot is sprake van een toename van de geluidbelasting tot 62 dB(A), voor woonboten op grotere afstand geldt dat de geluidbelasting afneemt naarmate de afstand tot de kistendam toeneemt. Deze geluidbelasting is aanvaardbaar gelet op het feit dat in de handreiking indusitrielawaai voor 'woningen' op een gezoneerd terrein een richtwaarde van maximaal 65 dB(A) is opgenomen. Uit het onderzoek blijkt dat er mogelijkheden zijn om de geluidemissie door middel van bronmaatregelen te beperken.
Conclusie
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat bij de ontwikkeling van de beoogde kistendam mogelijkheden zijn om aan het toetsingskader uit de Wet geluidhinder, onderdeel industrielawaai, te voldoen. Ter plaatse van de woonboten en de bestaande woningen aan de Kanaaldijk geldt dat er sprake is van een aanvaardbare geluidsituatie. De Wet geluidhinder staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.