direct naar inhoud van 2.2 Provincie en regio
Plan: Haven De Pijp - Parallelweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0375.BPhavendepijp-VG01

2.2 Provincie en regio

Structuurvisie Noord-Holland (2010)

De provincie Noord-Holland heeft in het kader van de nieuwe Wro een structuurvisie opgesteld voor de gehele provincie. De structuurvisie is op 16 februari 2010 vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Op 22 juni 2010 is de structuurvisie door Provinciale Staten vastgesteld. In de structuurvisie Noord-Holland 2040 vormen drie hoofdbelangen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie.

  • 1. Ruimtelijke kwaliteit: hiervoor wordt vooral gefocust op behoud en ontwikkeling van Noord-Hollandse cultuurlandschappen, natuurgebieden en groen om de stad.
  • 2. Duurzaam ruimtegebruik: waarbij milieukwaliteiten, behoud en ontwikkeling van verkeers- en vervoersnetwerken, voldoende en op de behoefte aansluitende huisvesting en voldoende en gedifferentieerde ruimte voor landbouw, visserij en andere economische activiteiten een belangrijke rol spelen.
  • 3. Klimaatbestendigheid: voor voldoende bescherming tegen overstroming en wateroverlast, schoon drink, grond- en oppervlaktewater en ruimte voor het opwekken van duurzame energie.

Door globalisering, klimaatveranderingen en demografische veranderingen kiest de provincie ervoor om mee te veranderen waar nodig, maar vooral ook om bestaande kwaliteiten verder te ontwikkelen. Door te kiezen voor hoogstedelijke milieus en beperkte uitleg van bedrijventerreinen, houdt de provincie het landelijke gebied open en dichtbij. Door voorzichtig om te gaan met uitleg buiten bestaande kernen speelt ze in op de bevolkingskrimp op langere termijn. Door in te zetten op het op eigen grondgebied realiseren van duurzame energie draagt ze actief bij aan de CO2-reductie. Door versterking van de waterkeringen en het aanleggen van calamiteitenbergingen houden ze de voeten droog. En door het landelijk gebied te ontwikkelen vanuit de kenmerken van Noord-Hollandse landschappen en de bodemfysieke kwaliteiten, blijft de provincie bijzonder aantrekkelijk om in te wonen, in te werken en om te bezoeken.

De Provincie wil het aanbod aan bedrijventerreinen zowel kwantitatief als kwalitatief zo goed mogelijk laten aansluiten op de vraag. Bij een zorgvuldige planning van bedrijventerreinen wordt eerst gekeken naar de noodzaak van een nieuwe locatie op basis van een realistische vraag naar nieuwe terreinen en de mogelijkheden van herstructurering en intensivering van bestaande locaties, voordat gekozen wordt om nieuwe bedrijventerreinen aan te leggen (de zogenaamde “SER-ladder”).

De Provincie vindt het belangrijk dat de juiste bedrijven op de juiste plek terecht komen, zodat zij optimaal kunnen worden gefaciliteerd. De Provincie onderscheidt daartoe vijf soorten terreinen: droge terreinen, zeehaventerreinen, kantoorlocaties, en specifieke terreinen voor de mainports Noordzeekanaalgebied en Schiphol. Voor deze verschillende soorten terreinen geldt deels verschillend beleid. Bij alle locaties staan efficiënt ruimtegebruik en verbetering van kwaliteit centraal.

De Provincie ziet erop toe dat op bedrijventerreinen of delen daarvan voldoende vestigingsruimte aanwezig blijft voor bedrijven met grote milieuhinder en/of veiligheidsrisico’s.

Dit bestemmingsplan past binnen het beleid van de gemeente: vanwege de ligging aan het Noordzeekanaal wordt in een gedeelte van het plangebied uitsluitend havengebonden bedrijven toegestaan. Zo kunnen de juiste bedrijven op de juiste plek komen. Daarnaast voorziet dit bestemmingsplan in de behoefte voor de vestiging van bedrijven met een grote milieuhinder.

Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie (2010)

De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vloeit voort uit het Uitvoeringsprogramma van de Provinciale Structuurvisie. In de PRVS worden voor een aantal onderwerpen regels gesteld die door rijksoverheid bij de provincies zijn neergelegd ter verdere uitwerking en/of aanvulling in een provinciale verordening. Op deze wijze komen de rijksregels 'getrapt' in bestemmingsplannen terecht. Gemeenten dienen bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de verordening.

In de PRVS worden regels gesteld ten aanzien van onder meer nieuwvestiging van volumineuze detailhandel op bedrijventerreinen, grootschalige detailhandel en locaties voor bedrijventerreinen en kantoorlocaties binnen bestaand bebouwd gebied. Het hele plangebied is opgenomen binnen het bestaand bebouwd gebied, waarbij het bestemmingsplan gericht is op voortzetting van de huidige mogelijkheden.

In de PRVS is daarnaast aangegeven dat in het plangebied een regionale waterkering aanwezig is. Bescherming van de waterkerende functie is ingevolge de PRVS noodzakelijk. Voor de regionale waterkering is een dubbelbestemming opgenomen in dit bestemmingsplan.

Voorts worden in de PRVS regels gesteld ten aanzien van de bescherming van de cultuurhistorische waarden van de Stelling van Amsterdam. In artikel 22 is bepaald dat een bestemmingsplan uitsluitend mag voorzien in nieuwe functies en uitbreiding van de bebouwing van bestaande functies binnen de gebieden als deze de kernkwaliteiten en/of Uitzonderlijke Universele Waarden behouden of versterken. Dit wordt gewaarborgd met een specifieke dubbelbestemming.

Masterplan IJmond-Noord

In het Actieplan Bedrijventerreinen 2004-2008 heeft het toenmalige ministerie van Economische Zaken IJmond-Noord aangewezen als topproject voor de herstructurering van bedrijventerreinen. Hiertoe is door de regio het Masterplan IJmond-Noord opgesteld.

Kansen en knelpunten

Voor de verschillende bedrijventerreinen zijn kansen en knelpunten geformuleerd. Voor De Pijp gaat dit om de volgende zaken.

Kansen:

  • Stimuleren en verder uitbouwen van havenfunctie/logistieke knooppuntfunctie
  • Terrein biedt voor meerdere typen bedrijven (shortsea, binnenvaart, MKB) perspectief mede door de aanwezigheid van een containerterminal
  • Mogelijkheden voor het behalen van ruimtewinst (dempen van delen haven) zijn nadrukkelijk aanwezig

Knelpunten:

  • Oneigenlijk gebruik door bedrijven van beschikbare kaderuimte
  • Verpaupering en leegstand zorgt voor matige uitstraling van terrein
  • Afwikkeling vrachtverkeer via drukke Parallelweg
  • Aanwezige woonboten betekenen rem op uitbreiding/vestiging van bedrijvigheid (vanwege milieucontouren)
  • Oud bestemmingsplan

Doelstellingen

De doelstellingen die voor de herstructurering voor de verschillende bedrijventerreinen zijn geformuleerd, zijn de volgende.

  • Het verbeteren van de interne en externe ontsluiting van de terreinen, enerzijds uiteraard om de bereikbaarheid van de terreinen en individuele kavels te verbeteren en anderzijds om de complementariteit van de terreinen optimaal te kunnen benutten.
  • Het streven naar een betere profilering (‘het juiste bedrijf op de juiste plaats’) die niet alleen bijdraagt aan het optimaler benutten van de potenties van de terreinen, met name de havenfunctie, maar ook een belangrijke bijdrage levert aan het verhogen van de veiligheid en een efficiënter gebruik van de beschikbare milieuruimte.
  • Het verbeteren van de interne en externe ontsluiting van de terreinen, enerzijds uiteraard om de bereikbaarheid van de terreinen en individuele kavels te verbeteren en anderzijds om de complementariteit van de terreinen optimaal te kunnen benutten.
  • Het verbeteren van het ruimtelijke kwaliteit en uitstraling van de terreinen.
  • Verder vorm geven aan parkmanagement, aangezien dit een belangrijke bijdrage kan leveren in het (beter) afstemmen van maatregelen (bedrijven en overheid) die leiden tot het bereiken van de afspraken zoals vastgelegd in het ‘Streefbeeld Duurzame Bedrijventerreinen Noordzeekanaalgebied'.

Voor zover mogelijk houdt het onderhavige bestemmingsplan hiermee rekening. Met name het onderdeel 'het juiste bedrijf of de juiste plaats' is vormgegeven door bedrijven uit de hoogst mogelijke categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toe te staan.