direct naar inhoud van Artikel 20 Leiding - Leidingstrook
Plan: Groene Westrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0375.BPGroenewestrand-VG01

Artikel 20 Leiding - Leidingstrook

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van:

  • a. een strook ten behoeve van ondergrondse transportleidingen;

met daarbij behorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming.

20.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de regels voor vergunningsvrij bouwen dat toelaten.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2.1 voor het bouwen van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:

  • a. de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten;
  • b. vooraf advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Verboden uitvoering van werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de in artikel 20.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van grond;
  • c. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting;
  • d. het aanleggen van geluidswallen;
  • e. het aanleggen van waterlopen en vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • f. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
20.4.2 Weigeringsgrond

Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend voor zover het leidingbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.

20.4.3 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 20.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.