direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur - Duinpark
Plan: Groene Westrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0375.BPGroenewestrand-VG01

Artikel 11 Natuur - Duinpark

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Duinpark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden;
  • b. een landgoed, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - duinpark - landgoed';
  • c. volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  • d. extensieve dagrecreatie;
  • e. wandel- en fietspaden;
  • f. bos;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging, waterlopen en waterpartijen;
  • i. verhardingen;
  • j. parkeren;
  • k. ontsluitingswegen;
  • l. straatmeubilair;
  • m. nutsvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuinen' gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van opbergschuurtjes en broeikassen mag niet meer bedragen dan 20 m2 per volkstuin;
  • b. de bouwhoogte van opbergschuurtjes en broeikassen mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;
  • c. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 meter;

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde op de de overige gronden geldt dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de regels voor vergunningsvrij bouwen dat toelaten

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijk waarden van de gronden;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Verboden uitvoering van werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de in lid 11.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • f. het scheuren van grasland;
  • g. andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
11.4.2 Weigeringsgrond

Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend voor zover het leidingbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.

11.4.3 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 11.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.