Plan: | Bergen aan Zee |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0373.BPG05000berzeekern-D001 |
Normstelling en beleid
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken6 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Risicovolle inrichtingen
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten7. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.
Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties.
Vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen
Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) met betrekking tot PR en GR. op grond van deze AMvB moet bij de vaststelling van een bestemmingsplan het GR als gevolg van een ondergrondse leiding voor het vervoer van gevaarlijke stoffen worden berekend en verantwoord. Deze verplichting geldt niet wanneer het ontwerpbestemmingsplan voor de inwerkingtreding van het Besluit, per 1 januari 2011, ter inzage is gelegd. Nog niet alle stoffen vallen onder de werking van het Besluit, aardgas en natgas zijn al wel aangewezen in de ministeriële regeling.
Onderzoek en resultaten
Vervoer van gevaarlijke stoffen
Binnen het plangebied en de directe omgeving vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over spoor-, water- en autowegen. Voor het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen wordt verwezen naar de paragraaf kabels en leidingen.
Risicovolle inrichtingen
Volgens de informatie op de provinciale risicokaart is in het noordelijk deel van het plangebied de inrichting Bergen 2 (Verspyckweg 2) gelegen. Het betreft een gaswininstallatie van Taqa Energy bv. Deze inrichting valt niet onder het Bevi, maar behoort tot de overige risicovolle inrichtingen. De PR 10-6-contour ligt op 55 m van de inrichting. Binnen deze afstand zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten gelegen. Momenteel is geen informatie bekend over de grootte van het invloedsgebied voor het groepsrisico, wel is bekend dat de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden.
Binnen het plangebied worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die leiden tot een verandering (toename) van de personendichtheid. De vaststelling van het voorliggend bestemmingsplan heeft daarom geen invloed op de hoogte van het groepsrisico. Een nadere beschouwing van het groepsrisico is daarom achterwege gelaten.
In het oostelijke deel van het plangebied, parallel aan de Elzenlaan en de Fazantenlaan, is een hogedruk aardgastransportleiding gelegen waarmee transport van natgas (ongehandeld aardgas) plaatsvindt. Een dergelijke leiding valt onder het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Deze leiding heeft een druk van 101 bar en een uitwendige diameter van 12 inch. Voor deze leiding geldt een belemmeringenstrook van 5 m. Binnen deze strook mag in principe geen bebouwing aanwezig zijn. Dit is binnen het plangbeied ook niet het geval. De PR 10-6-contour mag op grond van het Besluit externe veiligheid buisleidingen niet buiten deze belemmeringenstrook liggen. Er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat de PR 10-6-contour buiten deze belemmeringenstrook ligt. Omdat er geen bebouwing binnen deze strook aanwezig is, kan worden geconcludeerd dat er geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen de PR 10-6-contour liggen.
Omdat het ontwerpbestemmingsplan voor 1 januari 2011 ter inzage heeft gelegen, volgt er geen plicht tot het uitvoeren van risicoberekeningen (PR en GR) en het opstellen van een verantwoording van het groepsrisico. Ook hoeft in dit geval geen berekening en uitgebreide verantwoording van het GR opgesteld te worden in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Het gaat namelijk om een consoliderend bestemmingsplan. Het GR neemt dus niet toe als gevolg van de vaststelling van dit bestemmingsplan. In de directe omgeving van de buisleiding is zeer weinig bebouwing aanwezig. Het GR zal daarom laag zijn en onder de oriëntatiewaarde liggen. Binnen het plangebied bestaat de bebouwing in de directe omgeving van deze leiding voornamelijk uit woningen. Het gaat hier om woningen met een beperkt aantal verdiepingen, in de regel niet meer dan twee, deze woningen zijn daardoor goed te ontvluchten. Wat betreft de horecabestemming aan de Verspyckweg kan nog worden opgemerkt dat dit gebouw via de Verspyckweg van de risicobron af te ontvluchten is.
Conclusie
Er wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de uitvoering van het voorliggend plan.