24.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
-
a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt;
-
b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt en de oppervlakte niet meer dan 6 m² bedraagt;
-
c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
24.3 Hoogte-aanduidingen
24.3.1 Kap
Voor zover een goothoogte is aangegeven dienen de hoofdgebouwen met een kap te worden afgedekt. Voor zover uitsluitend een bouwhoogte is aangegeven of de aangegeven goothoogte is gelijk aan de aangegeven bouwhoogte, mogen de hoofdgebouwen worden voorzien van een platte afdekking.
24.3.2 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.3.1 juncto artikel 1.49 ten behoeve van het realiseren van andere kapvormen, met dien verstande dat:
-
1. de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte niet mag worden overschreden;
-
2. afwijking niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving;
-
3. afwijking niet mag leiden tot onevenredige aantasting van de gebruikswaarde van naburige percelen;
-
d. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de aangegeven maximale goothoogte ten behoeve van het realiseren van een gevelopbouw met dien verstande dat:
-
1. de breedte van de gevelopbouw maximaal 20% van de gevelbreedte mag bedragen;
-
2. de aangegeven maximale bouwhoogte niet mag worden overschreden;
-
3. afwijking niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving;
-
4. afwijking niet mag leiden tot onevenredige aantasting van de gebruikswaarde van naburige percelen.