direct naar inhoud van 5.2 Ruimtelijke en functionele uitgangspunten
Plan: Centrum - Beschermd Dorpsgezicht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0373.BPG03000bergbeschd-GC01

5.2 Ruimtelijke en functionele uitgangspunten

Uit de analyse van het beleidskader en de ruimtelijke en functionele analyse, kunnen ruimtelijke en functionele uitgangspunten worden geformuleerd die bij de verdere planvorming in acht dienen te worden genomen. In deze paragraaf komen deze uitgangspunten voor beleid aan de orde.

5.2.1 Ruimtelijke uitgangspunten

Algemeen

  • Vanwege de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht is bescherming van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied, uitgangspunt.
  • Behoud en waar mogelijk versterking van de karakteristieken van het kerkplein met de verhoogde Ruïnekerk en het omringende bebouwingslint.
  • Behoud van de aanwezige zichtlijnen naar het plein en de Ruïnekerk.
  • Handhaven van de karakteristieke bebouwing rondom de Ruïnekerk en aan de oude verbindingswegen.
  • Zorgvuldige inpassing van nieuwe bebouwing zodat het karakter van het gebied rondom de Ruïnekerk blijft behouden/wordt versterkt.
  • Behoud van het contrast tussen het rustpunt van de Ruïnekerk en de activiteiten in het bebouwingslint.
  • Behouden van de kleinschalige functies in de plint van de bebouwing.
  • Handhaven van de karakteristieke bomenlanen en boomstructuren.

Bebouwing

  • Monumentale panden en beeldbepalende stolpen dienen zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat in stand te worden gehouden en toevoegingen aan de panden zijn uitsluitend mogelijk indien deze geen afbreuk doen aan het karakteristieke of monumentale beeld van het pand of de omgeving.
  • Handhaven van de diversiteit van de bebouwing.
  • Behoud van de aaneengesloten bebouwingswanden en eveneens van de kenmerkende onderbrekingen van deze wanden (stegen).
  • Behoud van de kenmerkende diversiteit aan kapvormen, dakhellingen en verspringende rooilijnen.
  • Tegengaan van open gevels en puien en gesloten gevels (behoud architectonische relatie tussen boven- en onderverdieping); in beginsel dienen bestaande gevelindelingen behouden te blijven.
  • Behoud van de parcellering van panden.
  • Uitbreidingen van panden dienen in beginsel op de achterterreinen plaats te vinden in de vorm van eenlaagse bebouwing.

Openbare ruimte

  • Behoud van het kenmerkende wegprofiel, dat geen ruimtelijk onderscheid kent tussen het voetgangersgebied en de rijweg.
  • Behoud van karakteristieke bestrating van de wegen.
  • Behoud van de monumentale bomen, de boomstructuren en overig groen welke mede bepalend zijn voor sfeer en uitstraling van het beschermde dorpsgezicht.

5.2.2 Specifieke onderwerpen

Nieuwe ontwikkelingen

Nieuwe ontwikkelingen, waarbij een ingrijpende verandering van de bebouwingsmogelijkheden worden gedacht, zijn uitsluitend verankerd in het bestemmingsplan indien deze voldoende uitgekristalliseerd zijn en hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden. Verleende vergunningen waarover afzonderlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, zijn in dit bestemmingsplan vertaald in de regeling.

In het plangebied is voorts sprake van enkele nieuwe ontwikkelingen waarvoor nog geen omgevingsvergunning is afgegeven. Ten aanzien van deze ontwikkelingen heeft het college inmiddels wel een besluit genomen. Van belang daarbij is om op te merken dat enkele van deze ontwikkelingen consequenties kunnen hebben voor de parkeerbehoefte, terwijl parkeren op eigen terrein niet overal mogelijk is. In paragraaf 5.3.5 wordt per ontwikkeling de parkeerbehoefte inzichtelijk gemaakt. Tevens wordt aangegeven op welke wijze deze parkeerbehoefte gerealiseerd wordt.

Het betreft de volgende ontwikkelingen die juridisch-planologisch verankerd worden in het bestemmingsplan.

Breelaan 3

In dit pand is inmiddels de kledingwinkel Vanilia gevestigd. Omdat het pand gelegen is aan het in de detailhandelsstructuurvisie benoemde horecaplein (westzijde van het Plein), waar concentratie van horeca wordt nagestreefd, is het wenselijk om ter plaatse van dit pand ook de mogelijkheid voor vestiging van een horecavestiging (categorie 2) open te houden. Een en ander is ook in overeenstemming met het horecabeleid.

Oude Prinsweg 23/achterzijde voormalig postkantoor/achter Breelaan 3

Op deze locatie vinden twee aparte ontwikkelingen plaats. Zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde/zijkant van het voormalige postkantoor zal detailhandel worden ontwikkeld, met de mogelijkheid voor wonen op de verdieping. Deze twee ontwikkelingen staan los van elkaar, derhalve zullen het voormalig postkantoor aan de voorzijde en het distributiecentrum aan de achterzijde fysiek van elkaar worden gescheiden. Er dient rekening gehouden te worden met de kleinschalige bebouwing aan de zijde van de Ruïnekerk. Ten aanzien van de bouwmogelijkheden wordt uitgegaan van een uitbreiding aan de achter- en zijkant op de begane grond. Hierbij is rekening gehouden met een beperkt doorzicht vanaf de Oude Prinsweg richting de Breelaan.

Oude Prinsweg 1

Ten aanzien van dit perceel is een plan ontwikkeld waarbij sprake is van het splitsen van een winkel en 2 extra bovenwoningen. Het ontwikkelde bouwplan zal qua volume gelijk blijven aan de reeds aanwezige bebouwing en doet recht aan de uitgangspunten van het beschermd dorpsgezicht.

Ruïnekerk

De gebruiksmogelijkheden van de kerk worden verruimd. Naast het feitelijke gebruik als kerk kan er tevens sprake zijn van onder andere inloopavonden, burgerlijke huwelijken, verenigingsavonden, muziekuitvoeringen en tentoonstellingen. Overigens vinden deze activiteiten al plaats in de bestaande situatie, maar was dit juridisch-planologisch nog niet verankerd.

Kleine Dorpsstraat 1

Op de locatie Kleine Dorpsstraat 1 is een restaurant gevestigd. De locatie is nu vanwege de ligging, uitstraling en bezonning niet een plek die uitnodigt om eens gezellig een terrasje te pikken. De locatie ligt een beetje “achteraf” in het dwaalgebied maar ook letterlijk in de Kleine Dorpsstraat. Het gebouw heeft geen front aan de weg. Het oppervlak van het restaurant is beperkt. Een beperkte uitbreiding van circa 12m2 aan de voorzijde met kap en een goot-nokhoogte vergelijkbaar met die van de tegenover liggende bloemenzaak, is uit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar.

Kleine Dorpsstraat 2

Het huidige gebouwtje voldoet niet meer aan de (bouwkundige) eisen van deze tijd. Er is een stedenbouwkundig plan opgesteld voor het perceel waarop de goot- en nokhoogte zijn weergegeven. Deze worden in het bestemmingsplan overgenomen.

Kleine Dorpsstraat 4

De voormalige discotheek Palermo wordt herontwikkeld tot een appartementencomplex met 11 woningen dat zich voegt binnen de karakteristieken van het beschermd dorpsgezicht.

De locatie ligt ter hoogte van de pleinachtige aansluiting van De Fransche Steeg op de Kleine Dorpsstraat. De bebouwing in de omgeving van de locatie bestaat uit dicht opeen geplaatste, overwegend kleinschalige en individueel ontworpen panden. De Kleine Dorpsstraat is de belangrijkste straat voor de locatie. Het merendeel van de panden is gebouwd onder dwarskap. Ter hoogte van de aansluiting van beide wegen op de Kerkstraat en de Karel de Grotelaan bestaat de bebouwing uit panden onder langskap. Halverwege De Fransche Steeg sluit een noord-zuidgericht woonpad vanaf de Dorpsstraat aan op De Fransche Steeg. Aan de westzijde van dit woonpad liggen de percelen en panden in een strakke lijn aan het woonpad. Het pad lijkt hier de bebouwing af te schuinen. De panden aan De Fransche Steeg en de oostzijde van de Kleine Dorpsstraat bestaan uit niet–afgeschuinde panden.

Een toekomstig bouwplan moet goed afgestemd zijn op de ruimtelijke context. Dit betekent het volgende:

  • toekomstige bebouwing op de locatie richt zich op zowel de Kleine Dorpsstraat, de Fransche Steeg als de pleinachtige ruimte van de aansluiting;
  • de bebouwing bestaat uit een begane grondlaag, een verdiepingslaag en een (eventueel bewoonbare) kaplaag;
  • het bebouwingsvlak ligt overwegend direct aan of op korte afstand van de straat;
  • omwille van een betere afstemming op het bebouwingspatroon van de Kleine Dorpsstraat en de Fransche Steeg, wordt het bouwplan geleed in drie traveeën waarbij de panden worden gebouwd onder drie dwarskappen. De goot– en bouwhoogte bedragen circa 6,1en 10,6 m. De drie traveeën dienen in voldoende mate individueel te worden vormgegeven. De dwarskappen kunnen door middel van tussengelegen langskappen worden verbonden waardoor onder de kap meer inhoud kan worden gerealiseerd;
  • de benedenwoningen krijgen een entree- of 'tuin'deur aan de zijde van een weg of aan de zijde van de pleinachtige ruimte;
  • de bovenwoningen krijgen een centrale entree aan de zijde van de Kleine Dorpstraat;
  • uitgaande van de bouw van inpandige bergingen bij de centrale entree, biedt de locatie ruimte aan 3 appartementen op begane grond, 4 appartementen op de verdieping en 4 appartementen in de kap.
  • Toekomstige bebouwing zal van invloed zijn op de bezonningssituatie van de omgeving, in het bijzonder van de panden aan de Kleine Dorpsstraat 1–5. Deze panden maken deel uit van het centrumgebied van Bergen. Nieuwe bebouwing op de locatie kan worden opgericht op circa 4,7 m uit de aan de overzijde van de Kleine Dorpsstraat aanwezige bebouwing. Kleine Dorpsstraat 1 betreft een restaurant, nummer 3 een woning met dienstverlening en nummer 5 een makelaarskantoor. Dit betekent dat een deel of het totaal van de begane grondlaag waarschijnlijk benut wordt voor een niet–woonfunctie en dat het wonen zich vooral afspeelt in het achterste deel van de begane grondlaag of op de verdiepingslaag. In dat geval bevinden de goot en nok van mogelijk toekomstige bebouwing op de locatie zich tot circa 3 respectievelijk 7 m boven de vloer van het aan de Kleine Dorpsstraat gelegen deel van de woonruimte. Deze hoogten kunnen met het oog op de afwijkende functie van de begane grondlaag van de panden Kleine Dorpsstraat 1–5 als acceptabel worden beschouwd.

Karel de Grootelaan 6

Ter plaatse is sprake van het horecabedrijf in de zwaarste horecacategorie (discotheek/dancing). Het bedrijf is ter plaatse aanwezige in strijd met het (vorige) bestemmingsplan. Aangezien het bedrijf het enige in zijn aard en omvang is in de gemeente Bergen, is het vanuit het horecabeleid wenselijk dit bedrijf te behouden en middels het onderhavige bestemmingsplan te legaliseren. Aan de westzijde wordt een beperkte uitbreiding toegestaan ten behoeve van een geluidssluis. Verder zijn er plannen om in dit pand een restaurant te vestigen, het bestemmingsplan maakt dit mogelijk. Indien een restaurant ter plaatse gevestigd wordt en de mogelijkheid voor een discotheek wordt verwijderd, is er een mogelijkheid voor uitbreiding van het pand aan de achterzijde (middels een wijzigingsbevoegdheid). Op het naastgelegen perceel is recent omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning (in plaats van de huidige opstallen). De vergunning wordt als zodanig in het bestemmingsplan overgenomen.

Ruïnelaan 5

Ten behoeve van de ter plaatse gevestigde slagerij wordt een zeer beperkte uitbouw toegestaan (11 m²) op het onbebouwde gedeelte aan de Ruïnelaan.

Breelaan 2

Ter plaatse van het restaurant wordt ook detailhandel mogelijk gemaakt. Het restaurant is niet exploitabel, waardoor er ruimte ontstaat voor een andere invulling zoals kleinschalige winkels.

Uitbreidingsmogelijkheden bebouwing

In het plangebied komen met name hoofdgebouwen voor in de vorm van gemengde bebouwing, waarbij op de begane grond sprake is van bijvoorbeeld een detailhandels- of horecafunctie en op de eerste verdieping van een woning of berg-/kantoorruimte. Voor de bouwmogelijkheden wordt in grote lijnen aangesloten bij het vigerende bestemmingsplan. In het algemeen wordt er onderscheid gemaakt tussen de hoofdgebouwen en de daaraan ondergeschikte erfbebouwing. Het hoofdgebouw staat veelal aan de straatzijde en de erfbebouwing is gesitueerd op het achtererf. Dit onderscheid blijft ook in dit bestemmingsplan gehandhaafd.

De achtererven in het plangebied zijn in het algemeen behoorlijk verdicht. Wel zijn er verschillen in de aanwezige bebouwingspercentages tussen de verschillende achtererven. Om de kleinschaligheid van het aanbod, wat karakteristiek is voor het beschermd dorpsgezicht, te behouden, wordt uitgegaan van de bestaande bouwmogelijkheden en wordt in het algemeen geen verruiming van de bebouwingsmogelijkheden geboden. Een uitzondering is gemaakt voor enkele specifieke uitbreidingen, zoals hiervoor beschreven onder 'nieuwe ontwikkelingen. Met betrekking tot deze ontwikkelingen is per geval een specifieke afweging gemaakt. Hierbij wordt opgemerkt dat de uitbreidingen niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en evenmin negatieve gevolgen hebben voor de privacy van belendende percelen. De karakteristieke tussenruimten (stegen) blijven gehandhaafd.

In het plangebied zijn voorts enkele reguliere woningen aanwezig. Ook bij woningen wordt onderscheid gemaakt tussen het hoofdgebouw en erfbebouwing. Vanwege de ligging in het beschermd dorpsgezicht is het niet wenselijk om het hoofdgebouw, anders dan in de vorm van aan- en uitbouwen uit te breiden. Op de mogelijkheden voor erfbebouwing (waaronder aan- en uitbouwen) bij woningen wordt hierna apart ingegaan.

Erfbebouwing bij woningen

Op 19 december 2006 heeft de gemeenteraad besloten hoe er met enkele thema's wordt omgegaan in alle nieuwe bestemmingsplannen. Een van de thema's waarover besloten is betreft erfbebouwing bij woningen. In het plangebied komen slechts enkele reguliere woningen voor. Hier is de door de gemeenteraad vastgestelde erfbebouwingsregeling van toepassing.

Gekozen is voor een regeling waarbij bij iedere woning 50 m² aan erfbebouwing is toegestaan, mits ten minste 25 m² van het gezamenlijke zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt blijft. Bij percelen vanaf 500 m² geldt vervolgens een gestaffelde regeling waarbij, afhankelijk van de grootte van het perceel, een grotere oppervlakte aan erfbebouwing is toegestaan tot een maximum van 75 m².

Overigens dient ook altijd een bebouwingspercentage in acht te worden genomen dat geldt ten opzichte van het bouwperceel en dat van toepassing is op alle bebouwing op het perceel (het hoofdgebouw (de woning) en de erfbebouwing). De bebouwingspercentages variëren van 35% tot 45%, afhankelijk van het type woning (vrijstaand, twee-aaneen, hoekwoning, rijtjeswoning). Andere aspecten ten aanzien van het thema erfbebouwing waarover besloten is, zijn de goot- en bouwhoogten, de aan te houden afstanden tot de perceelgrenzen en de diepte en breedte van aan- en uitbouwen. In hoofdstuk 6 (Juridische planbeschrijving) wordt hier nader op ingegaan.

Recreatiewoningen op particuliere erven met een woonbestemming

Op 26 juni 2007 heeft de gemeenteraad van Bergen een beleidslijn vastgesteld met betrekking tot de recreatiewoningen op particuliere erven. De nu aanwezige recreatiewoningen bij vrijstaande woningen in de bebouwde kom krijgen een positieve bestemmingsregeling. Dit geldt eveneens voor de huidige planologische mogelijkheden voor recreatiewoningen op particuliere erven (alleen bij vrijstaande woningen en met uitzondering van woningen in de uitbreidingswijken).

In het onderhavige plangebied komen geen recreatiewoningen op particuliere erven met een woonbestemming voor evenmin zijn hiertoe op dit moment planologische mogelijkheden. Recreatiewoningen op particuliere erven worden in het plangebied dan ook niet toegestaan.

5.2.3 Groenstructuur

Het structurele groen in het plangebied dient als zodanig te worden bestemd. Dit geldt voor de substantiële groenplekken in het gebied en de aanwezige bomen(rijen) die de mede de sfeer van het centrum bepalen. In het bestemmingsplan dient voor de monumentale bomen (bomen die voorkomen op de lijst van de Bomenstichting) een beschermende regeling te worden opgenomen. Er is een beeldkwaliteitplan opgesteld waarin uitvoerig is beschreven hoe met de verschillende groenstructuren en monumentale bomen om te gaan.

Op plaatsen waar de lanenstructuur onderbroken of minder sterk aanwezig is, dient deze hersteld te worden zoals dit bijvoorbeeld aan de Breelaan, Kerkstraat en de Ruïnelaan al eerder is gedaan.

5.2.4 Cultuurhistorische en archeologische waarden

Het monumentenbeleid vindt plaats binnen het kader van de Monumentenwet 1988. Het uitgangspunt is dat de in het plangebied aanwezige waarden op het gebied van cultuurhistorie en archeologie beschermd dienen te worden dan wel als uitgangspunt gelden voor nieuwe ontwikkelingen. De uitgangspunten vanwege het beschermd dorpsgezicht zijn reeds opgenomen in paragraaf 5.2.1.

Monumenten

Het beleid dient in overeenstemming te zijn met het vigerende rijksbeleid en de richtlijnen van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) alsmede met de provinciale en gemeentelijke verordeningen ter plaatse. Het monumentenbeleid vindt plaats binnen het kader van de Monumentenwet 1988. Veranderingen aan monumenten zijn vergunningplichtig.

Archeologie

De concrete archeologische vindplaatsen en de (mogelijk) voorkomende archeologische waarden worden, conform de aanbevelingen/conclusies uit het archeologische bureauonderzoek, in het bestemmingsplan beschermd. Voorafgaand aan nieuwe ontwikkelingen, zoals bouw- en graafwerkzaamheden, dient verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Hierbij is met name de oppervlakte van het gebouw/bouwwerk van belang alsmede de diepte van de werkzaamheden.

Stolpen

Voor de stolpen is een beeldbepalende bescherming van belang. Een groot deel van de stolpen is niet meer in gebruik als boerderij, maar zijn wel beeldbepalend in de oude delen van de dorpen. Geen enkele van de in het plangebied voorkomende stolpen is aangewezen als monument zodat er geen bijzondere bescherming bestaat voor de stolpen. In de afgelopen jaren zijn verschillende stolpen gesloopt zonder dat dit kon worden voorkomen. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is daarom het behoud en bescherming van de beeldbepalende waarde van deze stolpen. Voor stolpboerderijen geldt een bijzonder welstandsniveau. Het welstandstoezicht moet een bijdrage leveren aan het maximaal behouden van de typerende verschijningsvorm van de Noord-Hollandse stolp. Wat betreft vorm en detaillering moeten de stolpen beschermd worden om het oorspronkelijke karakter te behouden.