direct naar inhoud van 4.8 Bakens luchtverkeer
Plan: Bestemmingsplan Graft en De Rijp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0365.BpGrRikernen2011-VA01

4.8 Bakens luchtverkeer

Als gevolg van haar wettelijke taken (artikel 5.23 lid 1 van de Wet luchtvaart) beheert Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) technische installaties en systemen ten behoeve van de luchtverkeersbeveiliging. Een belangrijk deel hiervan betreft de apparatuur voor Communicatie-, Navigatie- en Surveillance Infrastructuur (CNS). De CNS-apparatuur wordt gebruikt om het radiocontact tussen de verkeersleiding en de piloten te onderhouden, navigatie in het naderingsgebied en -route mogelijk te maken en de plaatsbepaling van vliegtuigen zeker te stellen. Deze technische installaties en systemen staan met name op en in de omgeving van luchtvaartterreinen, maar ook verspreid in het land zoals in de gemeente Graft-De Rijp.

LVNL is verplicht haar taken te verrichten overeenkomstig het bepaalde in Nederland verbindende verdragen (artikel 5.23, lid 7 van de Wet luchtvaart), zoals het Verdrag van Chicago. Het Verdrag van Chicago, dat Nederland heeft geratificeerd, is de International Civil Aviation Organization (ICAO) opgericht. ICAO vaardigt internationale burgerluchtvaartcriteria uit die de Nederlandse Staat dient te implementeren. LVNL dient aldus te handelen conform ICAO.

Alle CNS-apparatuur maakt gebruik van radiogolven die uitgezonden en/of ontvangen worden door antennesystemen. Obstakels, zowel vast (gebouwen, windmolens etc.) als mobiel (bouwkranen, heistellingen, etc.), vormen in potentie een bedreiging voor de goede werking van de apparatuur omdat ze de uitgezonden radiosignalen kunnen verstoren. Verstoring van de apparatuur maakt de CNS apparatuur minder betrouwbaar of zelfs geheel onbruikbaar waardoor direct de veiligheid van het luchtverkeer wordt beïnvloed. Het is daarom in het belang van de veiligheid van de luchtvaart om de diverse systemen tegen verstorende obstakels te beschermen.

De CNS-systemen kennen elk een eigen driedimensionaal toetsingsvlak ter bescherming. De afmetingen van deze toetsingsvlakken zijn berekend op basis van internationale burgerluchtvaartcriteria (ICAO EUR DOC 015). Obstakels die het toetsingsvlak doorsnijden kunnen verstoring opleveren. In dit kader beoordeelt LVNL of de uitvoering van voorgenomen (bouw)plannen inderdaad van invloed zijn op de correcte werking van de CNS-apparatuur. De beoordeling vindt plaats aan de hand van internationale burgerluchtvaartcriteria.

Het plangebied van het ontwerpbestemmingsplan bevindt zich onder toetsingsvlakken van de navigatieapparatuur. Het toetsingsvlak van de DVOR/DME is hierbij leidend en van belang. De DVOR geeft een vliegtuig koersinformatie en een DME geeft een vliegtuig afstandsinformatie. Deze combinatie van deze twee installaties stelt een vliegtuig in staat positie te bepalen en te navigeren. Voor de plangebieden betreft het de DVOR/DME Spijkerboor.

Bij bakens voor het luchtverkeer mogen geen hoge bouwwerken worden opgericht. Vanaf het baken tot ruime afstand van het baken gelden hoogtebeperkingen. De beperkingen voor de DVOR/DME Spijkerboor zijn in figuur 4.3 weergegeven. De hoogten zijn bepaald vanaf NAP. Het plangebied ligt circa 2 m tot 4 m onder NAP. Indien er een initiatief is tot bouwen boven de op de kaarten aangegeven hoogten, dan dient hierover overleg te worden gevoerd met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dergelijke bouwhoogtes zijn in dit plan niet mogelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0365.BpGrRikernen2011-VA01_0022.png"

Figuur 4.5 Hoogtebeperkingen in verband met het luchtverkeersbaken bij Spijkerboor