direct naar inhoud van 4.6 Water
Plan: Bestemmingsplan Graft en De Rijp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0365.BpGrRikernen2011-VA01

4.6 Water

Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Het Hoogheemraadschap stelt het op prijs dat veranderingen van het grondgebruik, de inrichting of bij het realiseren van bouwwerken waarbij het belang van het Hoogheemraadschap in het geding kan zijn, de vergunning verlenende overheid (i.c. de gemeente) in voorkomende gevallen daar op wijst. Verder is het van belang dat de oppervlaktewatercapaciteit en de wateropnamecapaciteit van open grond binnen het plangebied zoveel mogelijk wordt gehandhaafd. Dit draagt bij aan een duurzaam beheer van het oppervlaktewater. Wanneer gronden worden bebouwd of voorzien van een gesloten verharding, dient het verlies van dit stukje capaciteit te worden gecompenseerd.

Nationaal Waterplan

In december 2009 heeft het kabinet het Nationaal Waterplan vastgesteld. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009-2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen.

Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie.

In het Nationaal Waterplan geeft het Rijk aan dat wordt vastgehouden aan de ingezette koers voor het reduceren van verontreinigende stoffen in het oppervlaktewater, namelijk een combinatie van de principes: aanpak bij de bron, hergebruik, zuivering en 'de vervuiler betaalt'.

Meer dan voorheen wordt aandacht gegeven aan de inrichting van het watersysteem. De sanering van bronnen wordt zoveel als mogelijk landelijk of Europees aangepakt. Het uitvoeringsprogramma diffuse bronnen wordt voortgezet. Het vergunnen van lozingen wordt zoveel als mogelijk vervangen door algemene regels. Om gebiedspecifieke differentiatie mogelijk te maken gaat het Nationaal Waterplan voort op de reeds ingeslagen weg om aan bevoegde instanties ruimte te laten om met maatwerkvergunningen aanvullende bescherming van het watersysteem te realiseren.

Waterbeheersplan 4

In het Waterbeheersplan 2010-2015 'Van veilige dijken tot schoon water' (WBP 4) beschrijft het HHNK de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Deze taken worden de komende periode sterk beïnvloed door de klimaatsverandering en de uitgangspunten van de Europese Kaderrichtlijn Water.

De missie van het HHNK is erop gericht om ook de komende jaren, ondanks klimaat- en weersveranderingen, Noord-Holland boven het Noordzeekanaal veilig te houden tegen overstromingen en te zorgen voor droge voeten en schoon water. Het kerndoel is vierledig:

  • 1. het op orde houden van het watersysteem en dit onder dagelijkse omstandigheden doelmatig en integraal beheren;
  • 2. de verontreiniging van het watersysteem door directe en indirecte lozingen voorkomen en/of beheersbaar houden;
  • 3. het op orde houden van de primaire waterkeringen en overige waterkeringen met een veiligheidsfunctie en deze onder dagelijkse omstandigheden doelmatig beheren;
  • 4. het in stand houden en ontwikkelen van een calamiteitenorganisatie die onder bijzondere omstandigheden onmiddellijk operationeel is en die beschikt over actuele calamiteitenbestrijdingsplannen voor veiligheid, wateroverlast en waterkwaliteit.

Het Hoogheemraadschap hanteert bij zijn beleid de volgende uitgangspunten:

  • het beheersgebied van het Hoogheemraadschap is beveiligd tegen overstromingen;
  • dijkversterking blijft altijd mogelijk;
  • alle inwoners van het beheergebied van het Hoogheemraadschap hebben recht op het afgesproken beschermingsniveau tegen wateroverlast;
  • watersystemen zijn gezond voor mens, plant en dier;
  • problemen worden opgelost waar ze ontstaan;
  • met de watervoorraad wordt zorgvuldig omgegaan;
  • niet alles kan overal;
  • samenwerking staat centraal;
  • water is een ordenend principe in de ruimtelijke ordening;
  • het waterbeheer is toekomstgericht.

Keurbeleid van het HHNK

De 'Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2009' is een speciale verordening van het Hoogheemraadschap waarin de regels voor het beheer, gebruik en onderhoud van waterstaatswerken is opgenomen. Particulieren, bedrijven en andere overheden zijn verplicht zich aan de Keur te houden. De huidige Keur is in 2009 vastgesteld. Een belangrijk nieuw artikel dat relevant is voor ruimtelijke plannen, is Artikel 4.2 'verbod versnelde afvoer door verhard oppervlak'. Hierin wordt onder andere aangegeven dat voor ontwikkelingen die een toename van verhard oppervlak van 800 m² of meer mogelijk maken, een vergunning nodig is. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet niet in dergelijke ontwikkelingen.

Water en Waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.

Conclusie

Voorliggend plan is een conserverend plan. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die van invloed zijn op het watersysteem in de gemeente.