direct naar inhoud van Artikel 16 Verkeer - Verblijf
Plan: Bestemmingsplan Graft en De Rijp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0365.BpGrRikernen2011-VA01

Artikel 16 Verkeer - Verblijf

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor de ontsluiting van aanliggende gronden en het doorgaande verkeer;
  • b. parkeren;
  • c. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';

met de daarbij behorende:

  • d. speel- en groenvoorzieningen;
  • e. openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • f. waterlopen en -partijen;

met dien verstande dat:

  • g. in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen zoals rotondes, voet- en fietspaden, bermen, bruggen, viaducten, geluidsschermen, bushaltes, fietsenstallingen en dergelijke zijn begrepen;
  • h. de bestemming, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet in een ingrijpende wijziging van het profiel voorziet.

16.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels:
    • 1. garageboxen mogen uitsluitend gebouwd worden ter plaatse van de aanduiding 'garage';
    • 2. de bouw- en goothoogte bedraagt ten hoogste de op de verbeelding met de aanduiding 'maximale bouw- en goothoogte' aangegeven hoogte;
    • 3. indien geen aanduiding 'maximale bouw- en goothoogte' op de verbeelding is opgenomen, geldt een maximale bouwhoogte van 3,5 m, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is.

  • b. Voor het bouwen van overige gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte per gebouw mag niet meer dan 15 m² bedragen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' mag afgeweken worden van het bepaalde onder '2' met dien verstande dat hier uitsluitend een nutsvoorziening is toegestaan.

  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 10 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

16.3 Nadere eisen

Bij de toepassing van nadere eisen worden de regels als gesteld in artikel 31.2 in acht genomen.

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. het uitzicht van woningen;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde dorpsgezicht;

nadere eisen stellen aan de plaats en de omvang van bouwwerken.

Indien burgemeester en wethouders voornemens is om nadere eisen te stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'beschermd dorpsgezicht', wordt de monumentencommissie om advies gevraagd.

16.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen ten behoeve van de opslag van goederen en materialen;
  • c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en gebouwen voor de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik) onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen.