direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer - 1
Plan: Bestemmingsplan Kop Zuidas
Plannummer: W0903BPTGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.W0903BPTGST-OH01

Artikel 10 Verkeer - 1

10.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor Verkeer - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. straten en wegen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. verblijfsgebied en openbare ruimte;
  • d. parkeren, waaronder begrepen ondergrondse parkeergarages met de daarbij behorende in- en uitritten;
  • e. kiosken;

met de daarbij behorende

  • f. verkeerskundige kunstwerken;
  • g. taluds;
  • h. bermen en beplanting en overige groenvoorzieningen;
  • i. geluid- en luchtschermen;
  • j. waterlopen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. straatmeublair;
  • m. ondergrondse afvalcontainers;
  • n. ondergrondse infrastructuur;
  • o. nutsvoorzieningen;
  • p. andere bijbehorende verkeerskundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 10.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtnemening van de volgende bepalingen:

  • a. Voor kiosken gelden gelden de volgende bepalingen:
  • 1. maximaal aantal: 1;
  • 2. maximaal brutovloeroppervlak: 10 m2;
  • 3. maximale bouwhoogte: 3.60 meter;
  • 4. situering: niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'plein'.
  • b. Voor ondergrondse parkeergarages gelden de volgende bepalingen:
  • 1. ondergrondse parkeergarages zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • 2. verticale bouwdiepte: drie bouwlagen.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' is een brugverbinding tussen de bebouwing op beide bestemmingsvlakken Maatschappelijk-1 toegestaan, vanaf een hoogte van 10 meter, met een maximale breedte van 4 meter;
  • d. Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt een maximum bouwhoogte van 2 meter.
10.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 10.2, onder b, sub 1, in die zin dat buiten de gronden ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' ondergrondse verbindingen tussen de afzonderlijke parkeergarages zijn toegestaan mits is aangetoond dat er ten gevolge daarvan geen nadelige grondwatereffecten zullen optreden, danwel dat deze door te nemen maatregelen worden voorkomen.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 10.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. het bepaalde in artikel 17 dient in acht te worden genomen;
  • b. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'plein' dienen te worden ingericht als plein;
  • c. voor wegen geldt dat mag worden voorzien in maximaal twee rijstroken;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt voorzien in een extra aansluiting op de President Kennedylaan voor uitgaand verkeer.