direct naar inhoud van 6.2 Resultaten onderzoek
Plan: Science Park Amsterdam
Plannummer: U1002BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.U1002BPGST-OH01

6.2 Resultaten onderzoek

Door Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer is in 2011 onderzoek gedaan naar de verkeerssituatie in en rond Science Park Amsterdam. De resultaten daarvan zijn opgenomen in het rapport´Verkeersstudie Bestemmingsplan Science Park 2011´ (DIVV, 17 augustus 2011). Dit document is als bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen (Bijlage 14 Verkeersonderzoek).

Het resultaat van dit onderzoek bestaat uit drie delen. Allereerst uit de verkeersprognoses (intensiteiten) voor de huidige situatie en de prognosejaren 2015 en 2021 in de autonome en plansituaties. Ten tweede uit een verkeerskundige beschrijving van de ontwikkeling (modal-split, I/C-verhoudingen), en ten derde uit de verkeersgegevens ten behoeve van de milieuberekeningen.

6.2.1 Uitgangspunten onderzoek

De verkeersprognoses voor het plangebied Science Park Amsterdam zijn berekend met behulp van het lokale verkeersmodel Zuidoostlob: een module van het gemeentelijke verkeers- en vervoermodel GenMod, het zogeheten Locmod (local model). Het Locmod is een uitsnede van het grote GenModmodel, waarbij het autonetwerk voor het uitgesneden gedeelte is verfijnd en gedetailleerd. Belangrijke invoervariabelen zijn de sociaal economische gegevens (zoals inwoners en arbeidsplaatsen), de infrastructuur en beleidsuitgangspunten.

Maar ook voor de rest van Amsterdam en de omgeving zijn deze gegevens nodig. DIVV maakt hierbij gebruik van de standaardgegevens die in januari 2011 door de Gemeenteraad van Amsterdam zijn vastgesteld (Basisgegevens Verkeersprognoses v1.2, DIVV, 2011).

Het door DIVV gehanteerde verkeersmodel GenMod (General Model) bestaat uit onderzoeksgegevens uit verkeersenquetes, verkeerstellingen, kenmerken van het wegen - en OV-net en kennis over de ruimtelijke ordening in termen van aantallen inwoners en arbeidsplaatsen. Met het model worden, op basis van deze informatie, uitspraken gedaan over het verkeer en vervoer in brede zin. GenMod onderscheidt de vervoerswijzen auto, fiets en openbaar vervoer, waarbij het openbaar vervoer een verdere opsplitsing naar bus, tram, metro en trein kent.

GenMod maakt berekeningen voor de avondspits (periode 16.00 – 18.00 uur) van een gemiddelde werkdag. Middels omrekenfactoren kunnen uitspraken worden gedaan voor de dag-, avond-, en nacht-periode van een gemiddelde weekdag, ten behoeve van lucht- en geluidsberekeningen.

6.2.2 Conclusies onderzoek

DIVV heeft de verwachte toekomstige verkeerskundige situatie in en rond Science Park Amsterdam in beeld gebracht. Voor de jaren 2015 en 2021 is het verkeersbeeld berekend zoals die bij het vigerende bestemmingsplan waarschijnlijk is. Daarnaast is voor die jaren het verkeersbeeld berekend zoals die bij de voorgenomen wijzigingen te verwachten is. Science Park Amsterdam zal in de maximale situatie ongeveer 7% extra autoverkeer genereren. De verkeerskundige impact hiervan is gering. Er zijn geen merkbare verschillen in de kwaliteit van de verkeersafwikkeling te verwachten tussen het vigerende bestemmingsplan en de voorgenomen veranderingen daarop.

De wijzigingen in het bestemmingsplan hebben geen merkbare gevolgen op de vervoerswijzekeuze (modal-split) in het studiegebied. Voor alle situaties is het aandeel autoverplaatsingen ongeveer 30%, net als het aandeel fietsverplaatsingen. Het aandeel OV-verplaatsingen neemt ongeveer 40% voor zijn rekening. In vergelijking met het Amsterdamse gemiddelde (40%) ligt het aandeel autoverplaatsingen in Science Park Amsterdam lager. Dit wordt verklaard door de aanwezigheid van de universiteit van Science Park Amsterdam. Studenten gaan vaker dan gemiddeld met het OV en de fiets, in plaats van met de auto.