direct naar inhoud van Artikel 14 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bestemmingsplan Meer en Oever
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.Q0904BPSTD-VG01

Artikel 14 Algemene aanduidingsregels

14.1 Geluidszones
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie - westpoort' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein “Westpoort” op geluidsgevoelige bestemmingen.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie - Schiphol' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein “Schiphol” op geluidsgevoelige bestemmingen.
  • c. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie - Westpoort' en de aanduiding 'Geluidzone - industrie - Schiphol', de volgende regel:
    • 1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelige bestemming, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het Industrieterrein “Westpoort” dan wel het Industrieterrein “Schiphol” op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
14.2 Luchtvaartverkeerzone
  • a. Voor het plangebied gelden ingevolge hetgeen is bepaald in artikel 2.2.2 lid 1 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol” (Stb. 2002, nr. 591) beperkingen in de toegestane bouwhoogte.
  • b. De toegestane bouwhoogte binnen gronden als bedoeld in lid 1 dient te worden getoetst aan hetgeen is bepaald in artikel 2.2.2 lid 1 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
  • c. Binnen de aangeven aanduiding “luchtvaartverkeerszone” zijn uitsluitend gebouwen toegestaan:
    • 1. die ten tijde van de datum van inwerkingtreding van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol op de desbetreffende plaats rechtmatig aanwezig zijn en overeenkomstig de bestemming worden gebruikt,
    • 2. die ten tijde van de datum van inwerkingtreding van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, mits binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol een begin met de werkzaamheden is gemaakt;
    • 3. die in overeenstemming zijn met een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart.