direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Park de Meer
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1206BPSTD-OH01

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen;
  • b. natuurvriendelijke oevers;
  • c. fiets- en/of voetpaden;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. water, waterstaatsdoeleinden en oevervoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;
  • h. objecten van beeldende kunst;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - kinderdagverblijf' mogen gronden gebruikt worden ten behoeve van een kinderdagverblijf;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn een parkeergarage met in- en uitritten en bergingen toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - trambaan' zijn tramvoorzieningen toegestaan;
  • l. ecologische oevers ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - ecologische oever'.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op en onder de in 5.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van de parkeergarage ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' geldt de aangegeven maximale bouwhoogte.

5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6 m1.

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.3.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden, met de aanduiding 'specifieke vorm van groen - ecologische oever' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het graven, dempen of verbreden van waterlopen;
  • b. het vellen van bomen of opruimen van houtwallen;
  • c. het bebossen en beplanten van gronden;
  • d. het aanbrengen van boven- en ondergrondse kabels, leidingen en andere infrastructurele voorzieningen;
  • e. het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • f. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem en/of gronden;
  • g. het wijzigen van de grondwaterstand door bevloeiing, (bron)bemaling, drainage of andere wijze;
  • h. het verrichten van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem.
5.3.2 Toegestane werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in 5.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
5.3.3 Voorwaarden

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 5.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. daardoor het waterbergend vermogen van de ecologische oever niet wordt geschaad;
  • b. de instandhouding en bescherming van de wezenlijke waarden en kenmerken van de natuurvriendelijke oever niet wordt geschaad;
  • c. alvorens de omgevingsvergunning te verlenen, wint het Dagelijks Bestuur schriftelijk advies in bij de ecoloog /deskundige.