9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen
Op en onder de in 9.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
9.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
-
c. in het geval een bouwgrens tevens is aangeduid als een figuur 'gevellijn' dienen de voorgevels van de naar de bouwgrens gekeerde gebouwen in de aangegeven verplichte gevellijn te worden gebouwd, met uitzondering van maximaal 35% van de voorgevel(s) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwblok 126';
-
d. de maximale bouwhoogte zoals aangeduid mag niet worden overschreden;
-
e. in afwijking van het bepaalde in sub d mag de maximale bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overschrijding bouwhoogte toegestaan' worden overschreden, met dien verstande dat:
-
1. éénmaal een overschrijding tot maximaal 22 meter is toegestaan;
-
2. het grondoppervlak van deze overschrijding maximaal 450 m² bedraagt, met een diepte van minimaal 12 meter en maximaal 15 meter;
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'verticale bouwdiepte' mogen gebouwen niet dieper onder peil worden gebouwd dan zoals is aangeduid.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 12 m1;
-
b. de bouwhoogte van tuinmuren bedraagt minimaal 2 m1 ter plaatse van de figuur 'gevellijn' waarbij maximaal 35% van de lengte van de figuur 'gevellijn' mag worden bebouwd met tuinmuren;
-
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 1 m1.