30.2 Uitbreiden woongebouwen
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, om het bestemmingsplan te wijzigen door:
-
a. ter plaatse van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' de aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen te wijzigen naar de bestemming Wonen en het vergroten van het bouwvlak van het aan het wijzigingsgebied grenzende bouwvlak in de bestemming Wonen, met de daarbij behorende maatvoering, onder de voorwaarden dat:
-
1. de uitbreiding over de gehele lengte en hoogte van de betreffende gevel wordt uitgevoerd;
-
2. er geen onevenredige toename van de parkeerdruk ontstaat;
-
3. er geen onacceptabele vermindering in lichtinval en schaduwwerking in de woningen van omwonenden wordt veroorzaakt;
-
4. de bestaande wegenstructuur onaangetast blijft;
-
5. BMA om advies is gevraagd.
-
b. ter plaatse van 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' de aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen te wijzigen naar de bestemming Wonen en het vergroten van het bouwvlak van het aan het wijzigingsgebied grenzende bouwvlak in de bestemming Wonen, met de daarbij behorende maatvoering, onder de voorwaarden dat:
-
1. de uitbreiding over de gehele lengte en hoogte van de betreffende gevel wordt uitgevoerd;
-
2. er geen onevenredige toename van de parkeerdruk ontstaat;
-
3. de uitbreiding in samenhang wordt uitgevoerd in de Wro-zones die met de figuur 'relatielijn' aan elkaar zijn verbonden;
-
4. er geen onacceptabele vermindering in lichtinval en schaduwwerking in de woningen van omwonenden wordt veroorzaakt;
-
5. de bestaande wegenstructuur onaangetast blijft;
-
6. BMA om advies is gevraagd.
Het dagelijks bestuur kan besluiten de voorwaarde onder 3 te laten vervallen.