Plan: | Buitenveldert 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1206BPSTD-VG01 |
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerszone - luchthavenindelingbesluit' dienen, in verband met de nabijheid van de luchthaven met het oog op de veiligheid en de geluidsbelasting, beperkingen te worden gesteld ten aanzien van het gebruik van binnen de gebiedsaanduiding gelegen gronden.
In afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen waarin deze gebiedsaanduiding is gelegen, zijn binnen de gebiedsaanduiding geen nieuwe woningen, woonwagens, gebouwen met een onderwijsfunctie of gebouwen met een gezondheidszorgfunctie toegestaan.
Het verbod als bedoeld in 28.1.2 geldt niet voor nieuwe woningen, woonwagens, gebouwen met een onderwijsfunctie of gebouwen met een gezondheidszorgfunctie waarvoor een verklaring van geen bezwaar is afgegeven als bedoeld in artikel 8.9 lid 3 van de Wet luchtvaart.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de grenzen van de gebiedsaanduiding 'Luchthavenverkeerszone - luchthavenindelingbesluit' worden aangepast, naar aanleiding van een wijziging van de grenzen van het beperkingengebied, die op de kaarten in bijlage 3B bij het Luchthavenindelingbesluit met nummer 4 zijn aangewezen.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de bestemmingen waarin deze gebiedsaanduiding is gelegen, mede bestemd ter bescherming en instandhouding van windaanvoer ten behoeve van een molen.
In afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen waarin deze gebiedsaanduiding is gelegen, mogen binnen de vrijwaringszone geen gebouwen worden gebouwd.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - vuurwerk' is het vestigen van nieuwe kwetsbare objecten als bedoeld in het Vuurwerkbesluit niet toegestaan, tenzij de kwetsbare objecten onderdeel uitmaken van de betreffende risicovolle inrichting.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de grenzen van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vuurwerk' te wijzigen indien dat vanwege wijziging in de regelgeving omtrent vuurwerk noodzakelijk is.