direct naar inhoud van Artikel 12 Gemengd - 6 (kantorenlocaties)
Plan: Buitenveldert 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1206BPSTD-VG01

Artikel 12 Gemengd - 6 (kantorenlocaties)

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 6 (kantorenlocaties) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening;
  • b. kantoren;
  • c. bedrijf zoals bedoeld in 27.3;
  • d. hotels, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van gemengd – hotel'
  • e. (zorg)woningen, short stay, huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf en bed & breakfast, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'wonen', met inachtneming van het bepaalde in 12.3.1;
  • f. ondersteunende horeca, met inachtneming van het bepaalde in 12.3.2;
  • g. parkeervoorzieningen, uitsluitend ondergronds, op het maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. tuinen;
  • j. verkeersareaal;
  • k. (ondergrondse) nutsvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op en onder de in het eerste lid genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat gebouwen slechts zijn toegestaan binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken.

12.2.2 Gebouwen
  • a. maximale bouwhoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven;
  • b. maximale goothoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven;
  • c. maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: 100%, tenzij anders staat aangegeven op de verbeelding;
  • d. uitsluitend bestaande kelders en souterrains zijn toegestaan.
12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen in het voorerfgebied, danwel in het achtererfgebied grenzend aan de openbare weg: 1 meter;
  • b. maximale bouwhoogte overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 2 meter.
12.3 Specifieke gebruiksregels
12.3.1 Wonen

Voor de in 12.1 genoemde gronden bestemd voor woningen geldt:

  • a. maximum aantal :1
  • b. maximum brutovloeroppervlak: 80 m2.
12.3.2 Ondersteunende horeca

Voor ondersteunende horeca geldt een maximum netto vloeroppervlak van 30% van het netto vloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 30 m².

12.3.3 Geluidsgevoelige objecten

Voor zover op grond van artikel 12.1 nieuwe, nog niet bestaande geluidsgevoelige objecten mogen worden gerealiseerd, zijn deze alleen toegestaan indien:

  • a. de geluidsbelasting op de gevels van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde;
  • b. hiervoor overeenkomstig Bijlage 2 Adressen hogere grenswaarden een hogere waarde is vastgesteld en geen bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' aan het object is toegekend;
  • c. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' het betreffende deel van de gevel wordt uitgevoerd als een dove gevel of als een vliesgevel wordt gerealiseerd.
12.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 12.3.3 onder c een omgevingsvergunning te verlenen zonder dat het betreffende deel van de gevel wordt uitgevoerd met een dove gevel of een vliesgevel, indien is aangetoond dat de daarvoor geldende hogere grenswaarde niet wordt overschreden.

12.5 Wijzigingsbevoegdheid
12.5.1 Omzetting naar hotel

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de verbeelding te wijzigen door geheel of gedeeltelijk aan de in 12.1 genoemde gronden de functieaanduiding 'specifieke vorm van gemengd – hotel' toe te kennen, onder voorwaarden dat:

  • a. het woon- en leefklimaat ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. de uitbreiding of vestiging van de hotelfunctie geen onevenredige verkeersaantrekkende werking ten gevolge zal hebben;
  • c. er voldaan wordt aan het parkeerbeleid van het Stadsdeel;
  • d. er voldaan wordt aan het op het moment van wijzigen van het plan geldende hotelbeleid van de gemeente Amsterdam.
12.5.2 Omzetting naar wonen

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van de in 12.1 genoemde gronden geheel of gedeeltelijk te wijzigen naar de bestemming Wonen, zoals bedoeld in 19.1 onder voorwaarden dat:

  • a. het woon- en leefklimaat ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. de uitbreiding of vestiging van de woonfunctie geen onevenredige verkeersaantrekkende werking ten gevolge heeft;
  • c. er voldaan wordt aan het parkeerbeleid van het Stadsdeel;
  • d. aangetoond is, dat de daarvoor geldende voorkeurswaarde vanuit de Wet geluidhinder niet overschreden wordt, danwel voor het betreffende pand overeenkomstig Bijlage 2 Adressen hogere grenswaarden hogere waarden zijn vastgesteld of kunnen worden vastgesteld, danwel geen hogere grenswaarden vastgesteld zijn en de betreffende gevel met een dove gevel of vliesgevel wordt uitgevoerd; 
  • e. woningen, waarvoor overeenkomstig Bijlage 2 Adressen hogere grenswaarden een hogere waarde is vastgesteld, of  waarvan een gevel als een dove gevel of als een vliesgevel wordt gerealiseerd voorzien zijn van minimaal één geluidluwe zijde.
  • f. het aantal woningen sedert de inwerkingtreding van dit plan met het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid niet met meer toeneemt dan 1.000.