direct naar inhoud van 6.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Olympisch Stadion e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1204BPSTD-VG02

6.2 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Amsterdam 2040, economisch sterk en duurzaam

In de Structuurvisie is aangegeven dat een puur ruimtelijke benadering van sportparken als stedelijke groene voorzieningen achterhaald is. Sportparken zijn al lang niet meer monofunctioneel, maar kunnen rekenen op gebruik door vele doelgroepen, waaronder jeugd. Door sportparken niet langer als ruimtelijk groen te beschouwen, maar als vrije-tijdvoorzieningen, liggen er volgens de Structuurvisie legio kansen om deze uit te laten groeien tot voorzieningen in de stad. Sportparken moeten ruimte gaan geven aan een veel gevarieerder sportaanbod, óók voor individuele en anders georganiseerde sporters, scholen, buurtinitiatieven en bedrijven. Van belang is de beschikbare grond voor meerdere doeleinden te benutten. Dat is op verschillende manieren mogelijk. Bijvoorbeeld doordat verenigingen fuseren of door nieuwe organisaties aan te trekken. Het toevoegen van functies is ook een mogelijkheid, evenals het stapelen van sportvoorzieningen en het combineren of clusteren van functies verdeeld over de tijd.

Aangegeven is dat het gebruik van sportparken door het onderwijs steeds belangrijker wordt en dat een combinatie met naschoolse opvang voor de hand ligt.

Olympische Spelen

Zoals eerder geschreven heeft op 29 oktober 2012 het Kabinet Rutte II het reageerakkoord bekend gemaakt. Hierin wordt bekend gemaakt dat dit kabinet de ambitie om de Nederlandse sport op olympisch niveau te brengen onderschrijft, maar zonder de Olympische Spelen naar Nederland te willen halen.

Het plangebied maakt deel uit van het gebied dat vanuit Amsterdam mee heeft gedongen naar de organsatie van de Olympische Spelen in 2028. Inmiddels is bekend dat de Olympische Spelen in 2028 niet naar Nederland komen. Desalniettemin is het streven van de gemeente om sport op een olympisch niveua te brengen. Behalve topsport wordt ook aandacht besteed aan breedtesport in het gebied om een breed aanbod aan faciliteiten te kunnen bieden. Investeringen worden gedaan in de Olympische Sportas in het gebied in en rond het Amsterdamse Bos met een vestiging van een Centrum voor de topsport en onderwijs (CTO), het realiseren van sportvoorzieningen en de organisatie van evenementen op (inter)nationaal topniveau. Tevens kunnen investeringen ook plaatsvinden in de breedtesport, zoals het vernieuwen van de Sporthallen.

Amsterdams Sportplan 2009-2012

Het Sportplan 2009–2012 komt voort uit de rapportage Focus op Sport, waarmee de gemeenteraad op 23 mei 2007 akkoord is gegaan, en die de opdracht bevatte tot het opstellen van dit sportplan. In deze rapportage stond de onderlinge versterking van de volgende beleidsterreinen centraal, die ook in het Sportplan terug komen:

  • Jonge Amsterdammers: Talenten ontwikkelen;
  • Sportverenigingnen: Maatschappelijk actief;
  • Sportinfrastructuur: Ruimte voor sport;
  • Topsport: Olympische inspiratie;
  • Volwassenen: Iedereen actief.

Met betrekking tot de sportinfrastructuur is de missie van het Sportplan om in 2012 een sportievere openbare ruimte te hebben en kwalitatief betere sportvoorzieningen. Het Sportplan beschrijft dat er flinke kansen liggen in dit gebied om de sport nog nadrukkelijker de ruimte te geven en het gebied tot een herkenbare ruimtelijke eenheid te smeden.

Sportplan 2013-2016: focus op gezonder leven

Voldoende bewegen en een hoge sportparticipatie van zowel jeugd als volwassenen zijn de hoofddoelen van het Amsterdamse Sportplan 2013-2016. Daarnaast komt het accent meer op gezondheid te liggen: het stimuleren van een gezonde levenstijl staat centraal in de aanpak tegen overgewicht van de Amsterdamse jeugd. Naast de breedtesport wordt ook ingezet op topsport als inspiratiebron. Dat staat in het sportplan 2013-2016.

Amsterdam zit volop in de uitvoering van het Sportplan 2009-2012. Met dit plan is al veel succesvol in gang gezet om de Amsterdamse jeugd en volwassenen meer te laten sporten en bewegen. Daar gaat Amsterdam vol mee verder. Het Sportplan 2013-2016 is dus geen nieuw plan, maar een verdere uitwerking van het vorige plan.

Het Sportplan 2013-2016 richt zich op:

  • Jeugd. Met het oude Sportplan is het sportaanbod op scholen, tijdens en na schooltijd, al flink toegenomen. Het accent komt nu nog sterker op gezondheid te liggen. De acties gericht op voldoende bewegen en gezond eten, worden gebundeld in het programma "Amsterdammers op gezond gewicht" (AOGG). Dat is de Amsterdamse aanpak van de landelijke beweging 'Jongeren op gezond gewicht' (JOGG). Dit betekent onder andere dat de JOGG-aanpak wordt uitgebreid naar vijf wijken en dat er meer uren gymnastiek door vakleerkrachten worden gegeven. Daarnaast wordt het JUMP-in programma uitgebreid naar 100 basisscholen en voorscholen. JUMP-in is een gemeentelijk project en zorgt er sinds 2002 voor dat kinderen tussen vier en twaalf jaar meer bewegen en gezonder eten. Het doel is dat voor 2016 80% van de Amsterdamse jeugd wekelijks aan sport doet.
  • Volwassenen. Bij deze doelgroep wordt intensief samengewerkt met stadsdelen, sportaanbieders en de eerstelijnszorg (zoals huisartsen en fysiotherapeuten) om met name ouderen en mensen met overgewicht gezonder te laten leven en meer te laten bewegen of sporten. Daarnaast richt het plan zich nadrukkelijk op de grote groep tussen de 35 en 55 jaar. Deze groep sport relatief weinig, vooral als ze kinderen hebben. Om hen te stimuleren is meer publieksinformatie en sportpromotie noodzakelijk. Doel is dat 75% van de volwassen Amsterdammers wekelijks aan sport doet.
  • Sportverenigingen. Nu is één op de vijf Amsterdammers lid van een sportvereniging. Voor 2016 moet dat één op de vier zijn. Dat betekent 50.000 leden erbij. Het aantal combifunctionarissen (schakel tussen scholen en sportverenigingen) wordt daarom verder uitgebreid. Verder wordt bij elke sportvereniging gekeken of er groei mogelijk is, zodat er gerichte maatregelen kunnen worden genomen om die vereniging te laten groeien.
  • Topsport. Het moet mogelijk blijven om in Amsterdam excellente sportprestaties te leveren. Topsporters en topsportverenigingen moeten kunnen beschikken over excellente faciliteiten en ondersteuning. Amsterdam wil daarnaast topsportevenementen blijven gebruiken om met side-events jeugd enthousiast te krijgen voor de sport en bewegen.
  • Sportinfrastructuur. Hoofddoel van het sportplan is en blijft meer mensen laten bewegen en sporten. Daarvoor is een goede sportinfrastructuur essentieel. De accenten in het sportplan blijven liggen op de kwantiteit, spreiding en kwaliteit van accommodaties.

Focus op Sport

De rapportage Focus op Sport is erop gericht sport in een breder kader te plaatsen en hierin diverse partijen te betrekken. De belangrijkste voorstellen in Focus op Sport zijn erop gericht om:

  • Sport minder sectoraal te maken en een stevige plaats te geven in het centrum van het beleid. Dat betekent dat sterke verbindingen worden gelegd tussen sport en andere portefeuilles, om samen op de betrokken beleidsterreinen optimale resultaten te bereiken.
  • Regie te voeren op het terrein van de sport. De gemeentelijke focus ligt tot dusverre in belangrijke mate op de georganiseerde sport (= de verenigingssport). In de regierol zal de samenwerking met de stadsdelen en met de commerciële sportsector een krachtige impuls krijgen. Door afstemming van doelen en middelen winnen we aan effectiviteit. Een weg om dit te realiseren is o.a. een 4jarig Sportplan.
  • Meer mogelijkheden te bieden aan de groeiende aantallen ongeorganiseerde sporters.
  • Meer resultaat te behalen met het Topsportbeleid door de gemeentelijke inzet beter te richten. Via maatwerk meer focus in het aantal kernsporten en hun ondersteuning.
  • Verbetering van inzicht in de resultaten van het beleid in termen van effectiviteit en efficiency, daardoor beter gefundeerde keuzen mogelijk maken.

Sportnota Stadsdeel Zuid

Het Stadsdeel Zuid heeft de sportnota opgesteld, waarin beleid en uitvoering op het gebied van sport zijn vastgelegd op 19 december 2012. De belangrijke thema's in deze nota zijn: Sportaccommodaties, Sport in de Openbare Ruimte, Sportstimulering, Sportverenigingen en een Sportief (top)sportklimaat. Voor sportaccomodaties is het doel voldoende kwalitatieve accomodaties te kunnen bieden. Het sportief inrichten van de openbare ruimte is gericht op de 'ongebonden sporters' die gebruik maken van de openbare ruimte voor de sport, zoals hardlopers, fietsers en urbansporters. Voor sportstimulering is het uitgangspunt dat de mensen in de wijk voldoende sporten met de nadruk op jongeren, ouderen (55+) en mensen met een beperking. Van de sportverenigingen wordt door het stadsdeel meer maatschappelijke betrokkenheid en vitaliteit gevraagd, zodat de potentie van deze verenigingen om bij te dragen aan de oplossing van maatschappelijke problemen beter wordt benut. De aanwezigheid van het Olympisch Stadion en de plannen en ambities daaromheen bieden tot slot de mogelijkheid topsport en breedte sport aan elkaar te koppelen. In de Sportnota wordt de Sportas genoemd als ambitie voor het gebied rondom het Olympisch Stadion.

Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het bovenstaande sportbeleid van het stadsdeelbeleid.