direct naar inhoud van 2.1 De historische beschrijving
Plan: Olympisch Stadion e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1204BPSTD-VG02

2.1 De historische beschrijving

Het Olympisch Stadion Amsterdam is het icoon van de Nederlandse sport, de bakermat van traditie. In 1928 gastheer van de enige Olympische spelen op Nederlands grondgebied en in de acht decennia erna het decor van nationale gebeurtenissen: sportevenementen, bijeenkomsten van het koningshuis, cultuur en economie.

Het Olympisch Stadion was in 1928 het centrum van de Olympische Spelen in Amsterdam. Het Olympisch Stadion is speciaal gebouwd voor de Olympische Spelen in 1928. Architect Jan Wils, won voor zijn ontwerp een gouden Olympische medaille op de Kunstolympiade van 1928. Het stadion werd in die jaren een 'stenen sportstad' genoemd.

Olympisch vuur

Op 17 mei 1928 werd in het stadion het eerste officiële evenement georganiseerd: de opening van het Olympisch hockeytoernooi. De Olympische Spelen werden officieel geopend op 28 juli 1928 en duurden tot en met 12 augustus.

Grote namen van 1928 waren onder meer de Amerikaanse zwemeer Johnny Weismuller, de Finse atleet Paavo Nurmi, de Nederlandse zwemster Zus Braun en de Australische roeier Bobby Pearce. Op deze Spelen werd voor de eerste keer het Olympisch Vuur ontstoken.


Marathontoren

Voor het stadion staat een hoge toren. Deze heeft de naam Marathontoren. De toren is ze Marathontoren is 46 meter hoog.
Bovenop de Marathontoren staat een vuurschaal. Architect Jan Wils zegt over de Marathontoren: 'Ik stel me daarvan veel voor. Het wordt een heele ijle toren, die dienen moet om de bazuinblazers op te stellen als de marathonloopers aankomen en ook de loudspeaker zal daar komen. Er boven komt een groote schaal, waarin overdag een rookpluim kan opstijgen en s'avonds een vuurzuil'. Omdat bij de Spelen van 1928 voor het eerst een vuur werd ontstoken, kan Wils gezien worden als de uitvinder van het Olympisch Vuur. Het vuur, dat aan het begin van de Olympische Spelen wordt ontstoken, representeert saamhorigheid en wederszijds respect voor elkaars prestatie.

Ringen op de toren
Het Olympisch Stadion is het enige stadion in Nederland dat de ringen mag dragen. De Olympische Spelen van tegenwoordig zijn bedacht door de Fransman Pierre de Coubertin. Hij is de bedenker van deze ringen. Deze bestaan al sinds 1914 en staan voor de vijf continenten. De kleuren zijn zwart-rood-geel-groen en blauw. Met deze kleuren kunnen alle vlaggen van de wereld worden gemaakt. Op deze manier zijn de landen met elkaar verbonden.

Kunst
Voor de ingang van het stadion staat het beeld van Frederik Willem Christiaan Hendrik baron van Tuyll van Serooskerken. Hij was eerste voorzitter van het Nederlands Olympisch Commité (NOC) in 1912 en als eerste Nederlander trad hij in 1898 toe tot het Internationaal Olympisch Comité (ICO). Op deze sokkel stond het beeld De Olympische groet van de Haagse beeldhouwster Gra Rueb.


Op het voorplein aan de linkerkant van het stadion staat een groot beeld van Prometheus. Hij heeft een fakkel in zijn hand. Ieder jaar op 4 mei worden bij dit beeld alle omgekomen sporters herdacht.


Tegenover het Johan Cruyff Court staat een beeld van Johan Cruijff. Hij is verkozen tot Europees voetballer van de eeuw.

Op het Olympisch Stadion zijn de Latijnse woorden citius, altius, fortius aangebracht, welke betekenen: sneller, hoger, sterker.


Voetbal
Na de Olympische Spelen werd het Stadion gebruikt door het Nederlands Elftal dat hier 77 thuiswedstrijden heeft gespeeld. Blauw-Wit is decennia de Stadionclub geweest, net als FC Amsterdam in de jaren '70. Ajax speelde hier zijn thuiswedstrijden, waaronder de wedstrijd tegen Liverpool in 1966 en enkele grote finales. De beroemdste voetbalwedstrijd op het Olympische gras is de Europac Cup 1-finale tussen Real Madrid en Benefica (1962, eindstand 5-3 voor de Portugezen).


Andere belangrijke sporten die in het stadion voor de renovatie werden beoefend, waren wielrennen, atletiek en speedway.

Nationaal verzamelpunt
Naast een sporttempel groeide het Olympisch Stadion uit tot een nationaal verzamelpunt, waar feesten werden gevierd en herdenkingen plaatsvonden. Koningin Juliana werd in het Olympisch stadion binnengehaald als nieuwe vorstin, maar ook de eerste Dodenherdenking na de Tweede Wereldoorlog vond plaats in het Olympisch Stadion.
Het Olympisch Stadion is vanaf de opening in 1928 tot aan de renovatie in 2000 een centrum geweest van nationale en internationale gebeurtenissen.


Renovatie
Het vernieuwde stadion werd ingewijd op 13 mei 2000 door prins Willem-Alexander. Sinds de renovatie spelen alleen de Suriprofs hier hun jaarlijkse benefietwedstrijd. Het wordt nog steeds gebruikt voor verschillende doeleinden, waaronder atletiekwedstrijden. Ook wordt er door Phanos bijna dagelijks gebruik van gemaakt voor trainingen en wedstrijden. Sinds 2005 is het museum Olympic Experience Amsterdam gevestigd in het Olympisch Stadion.

In 2003 is een ontwerp voor de openbare ruimte rond het Olympisch Stadion gemaakt door Buro Sant & Co. Het terrein is geschikt gemaakt voor het houden van kleine en grote evenementen, ook is er een basketbalveld, een jeu de boules-zone en in de zomer een beachvolleybalveld. Rondom het stadion en op het voorplein is speciale verlichting geplaatst, ontworpen door lichtkunstenaar Henk van der Geest is ontworpen. Daarnaast zijn er kantoren gevestigd in het stadion.