| Plan: | Olympisch Stadion e.o. |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1204BPSTD-VG02 |
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' de volgende regels:
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone 1 - weg' zijn, behalve voor de bestemmingen waarin deze gebiedsaanduiding is gelegen, mede bestemd voor een mogelijke toekomstige aanleg van infrastructuur ten behoeve van wegen.
In afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen die in deze gebiedsaanduiding zijn gelegen, is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 25.2.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten aanzien van gebouwen mits hiervoor vooraf advies is verkregen van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone 1 - weg' te verwijderen, mits de reservering wordt verlegd of niet langer aanwezig is en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam hierover heeft geadviseerd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone 2 – weg en openbaar vervoer' zijn, behalve voor de bestemmingen waarin deze gebiedsaanduiding is gelegen, mede bestemd voor een mogelijke toekomstige aanleg van infrastructuur ten behoeve van wegen en/of OV-verbindingen.
In afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen die in deze gebiedsaanduiding zijn gelegen, is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 25.3.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten aanzien van gebouwen mits hiervoor vooraf advies is verkregen van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone 2 - weg en openbaar vervoer' te verwijderen, mits de reservering wordt verlegd of niet langer aanwezig is en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam hierover heeft geadviseerd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone 3 – fietsverbinding' zijn, behalve voor de bestemmingen waarin deze gebiedsaanduiding is gelegen, mede bestemd voor een mogelijke toekomstige aanleg van infrastructuur ten behoeve van fietspaden.
In afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen die in deze gebiedsaanduiding zijn gelegen, is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 25.4.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten aanzien van gebouwen mits hiervoor vooraf advies is verkregen van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone 3 - fietsverbinding' te verwijderen, mits de reservering wordt verlegd of niet langer aanwezig is en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam hierover heeft geadviseerd.