direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen
Plan: Rivierenbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1201BPSTD-VG01

Artikel 20 Wonen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (zorg)woningen en short-stay;
  • b. huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in 20.3.1;
  • c. bed & breakfast, met inachtneming van het bepaalde in 20.3.1;
  • d. horeca van categorie 4, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie 4', met inachtneming van het bepaalde in 20.4.1;
  • e. horeca van categorie 4B, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder ter plaatse van de functieaanduidingen 'horeca van categorie 4' en 'horeca van categorie 4B', met inachtneming van het bepaalde in 20.4.1;
  • f. tuinen;
  • g. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 20.1 onder a t/m e genoemde bestemming, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  • h. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 20.1 onder a t/m e genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  • i. verkeersareaal;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen

Op en onder de in artikel 20.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat gebouwen slechts zijn toegestaan binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken.

20.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven.
  • b. maximale goothoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven.
  • c. maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: 100%.
  • d. in gevallen dat het bouwen van bijbehorende bouwwerken zonder omgevingsvergunning niet is toegestaan omdat sprake is van een aangewezen gemeentelijk monument of rijksmonument, is het op grond van dit bestemmingsplan toegestaan om in het achtererfgebied buiten de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken te bouwen:
    • 1. vrijstaande bijgebouwen, met:
      • op maximum bruto vloeroppervlakte van 9 m2 per hoofdgebouw;
      • een maximum bouwhoogte van 3 meter;
    • 2. aan- en uitbouwen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
      • op een afstand van niet meer dan 2,5 meter van het oorspronkelijk hoofdgebouw en
      • niet hoger dan het hoofdgebouw dan wel 4 meter dan wel 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw.
  • e. uitsluitend bestaande kelders en souterrains zijn toegestaan.
20.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen in het voorerfgebied, danwel in het achtererfgebied grenzend aan de openbare weg: 1 meter;
  • b. maximum bouwhoogte voor gebouwde terrassen, in het achtererfgebied behorende bij de woning in de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, geldt:
    • 1. maximum bouwhoogte: 0,3 meter;
    • 2. maximum bouwhoogte hekwerken ten behoeve van het gebouwde terras: 1,1 meter ten op zichte van bovenzijde terras;
  • c. voor onoverdekte zwembaden in het achtererfgebied behorende bij de woning in de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, geldt:
    • 1. maximaal 30% van het oppervlak van het achtererfgebied wordt bebouwd, tot een maximum van 50 m2;
  • d. maximale bouwhoogte overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 2 meter.
20.2.4 Onderdoorgang

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van 2,5 meter geen gebouwen worden opgericht behoudens ten behoeve van de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies.

20.3 Afwijken van de bouwregels
20.3.1 Gebouwde Terrassen

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in artikel 20.2.3. onder b een omgevingsvergunning te verlenen voor de bouw van hogere gebouwde terrassen onder de voorwaarde dat het gebouwde terras niet hoger is dan de hoogte van het maaiveld aan de straatzijde.

20.4 Specifieke gebruiksregels
20.4.1 Gebouwen

Voor de gebouwen op de in 20.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. in gestapelde woningen is huisgebonden beroep, huisgebonden bedrijf en bed & breakfast toegestaan tot maximaal 40% van het bruto vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m2;
  • b. voor grondgebonden woningen is huisgebonden beroep, huisgebonden bedrijf en bed & breakfast toegestaan op maximaal één bouwlaag tot maximaal 40% van het bruto vloeroppervlak;
  • c. voor horeca geldt: maximum bruto vloeroppervlak van 300 m2 per vestiging.
20.4.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen (bijbehorende bouwwerken)
  • a. Voor aan- en uitbouwen bij monumenten geldt: ten behoeve van de functie van het hoofdgebouw;
  • b. Voor bijgebouwen: ondergeschikt aan en ten dienste van het gebruik van de functie van het hoofdgebouw.
20.4.3 Onderdoorgang

Voor gronden ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' geldt dat ter plaatse van het peil uitsluitend gebruik ten behoeve van verkeer- en verblijfsgebied en voet- en fietspaden is toegestaan.

20.4.4 Gronden buiten het bouwvlak

Voor gronden buiten het bouwvlak geldt dat het gebruik ten dienste van de in artikel 20.1 onder b t/m e genoemde gebruiken niet is toegestaan.