direct naar inhoud van Artikel 18 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Rivierenbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1201BPSTD-VG01

Artikel 18 Verkeer - Verblijfsgebied

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. pleinen;
  • b. wegen, straten en voet- en fietspaden met een verkeersfunctie;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. tramvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de President Kennedylaan (tussen de kruising met de Rijnstraat tot de kruising met de Hunzestraat), de Hunzestraat (tussen de kruising met de President Kennedylaan en de kruising met de Uiterwaardenstraat) en de Uiterwaardenstraat (tussen de kruising met de Hunzestraat en de kruising met de Rijnstraat) en de Lekstraat (tussen de kruising met de Rijnstraat en de entree tot de tramremise ter hoogte van de Kromme Mijdrechtstraat 25);
  • e. ondergrondse parkeergarage, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens op maaiveld zijn toegestaan;
  • f. staanplaatsen ten behoeve van detailhandel, met inachtneming van het bepaalde in 18.3;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. straatmeubilair;
  • j. nutsvoorziening;
  • k. kunstwerken ten behoeve van de waterhuishouding;
  • l. waterlopen en waterpartijen;
  • m. oeververbindingen (bruggen);
  • n. pleinen;
  • o. werken voor de beeldende kunst;
  • p. terrassen;
  • q. openbare toiletvoorzieningen;
  • r. laad- en losvoorzieningen;
  • s. tuinen.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen

Op en onder de in artikel 18.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat gebouwen slechts zijn toegestaan binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken, met uitzondering van openbare toiletvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

18.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven.
  • b. maximale goothoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven.
  • c. maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: 100%, tenzij anders staat aangegeven op de verbeelding.
  • d. uitsluitend bestaande kelders en souterrains zijn toegestaan;
  • e. voor nutsvoorzieningen geldt:
    • 1. maximale bouwhoogte: 3 meter, tenzij op de verbeelding anders staat aangegeven;
    • 2. maximum oppervlak van een gebouw: 15 m2.
  • f. voor openbare toiletvoorzieningen geldt:
    • 1. maximale bouwhoogte: 3 meter;
    • 2. maximum oppervlak van een gebouw: 6 m2.
  • g. voor overige gebouwen geldt:
    • 1. maximale bouwhoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven;
    • 2. maximale goothoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven;
    • 3. maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: 100%.
18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte van lichtmasten, zendmasten, sirenemasten, bewegwijzering, verkeersregulering, werken voor de beeldende kunst en daarmee vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 10 meter;
  • b. maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 5 meter.
18.2.4 Overkapping

Voor gronden ter plaatse van de bouwaanduiding 'overkapping' geldt dat bebouwing uitsluitend is toegestaan in de vorm van bouwwerken, geen gebouw zijnde bestaande uit een overkapping met een maximale bouwhoogte van 4 meter.

18.3 Specifieke gebruiksregels
18.3.1 Functies

Voor de in 18.1 genoemde staanplaatsen ten behoeve van detailhandel geldt:

  • a. uitsluitend toegestaan op de volgende locaties:
    • 1. Rijnstraat, ter hoogte van huisnummer 117;
    • 2. Waalstraat, ter hoogte van huisnummer 62.
  • b. maatvoering:
    • 1. maximum oppervlak 10 m2 per staanplaats;
    • 2. maximale bouwhoogte: 3 meter.
18.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in 18.3 een omgevingsvergunning te verlenen voor:

  • a. staanplaatsen met een afmeting van maximaal 20 m2 op voorwaarde dat het straatbeeld op de betreffende locatie niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. staanplaatsen op andere locaties dan genoemd onder 18.3 sub a, op voorwaarde dat:
    • 1. de staanplaats op de betreffende locatie het functioneren van de omliggende winkels versterkt;
    • 2. het straatbeeld niet onevenredig wordt aangetast;
    • 3. het totaal aantal staanplaatsen niet toeneemt.