direct naar inhoud van Artikel 18 Water
Plan: Museumkwartier en Valeriusbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1005BPSTD-VG01

Artikel 18 Water

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterberging;
  • b. waterhuishouding;
  • c. waterlopen en waterpartijen;
  • d. waterwegen
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. ligplaats voor woonboten en in samenhang daarmee huisgebonden beroep en/of huisgebonden bedrijf en/of short-stay en/of bed & breakfast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats';
  • g. ligplaats voor rondvaartboten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - rondvaartboot';
  • h. ligplaats voor bedrijfsboten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - bedrijfsboot';
  • i. ligplaats voor objecten te water, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats', mits met de aanduiding 'maximum aantal objecten' een aantal staat aangegeven;
  • j. loopplanken en steigers ten behoeve van ligplaatsen voor woonboten en bedrijfsboten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats' ;
  • k. opstapplaatsen voor rondvaartboten, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van water - rondvaartboot' en 'specifieke vorm van water - aanlegsteiger 1';
  • l. aanlegsteigers voor roeiboten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegsteiger 2' ;
  • m. kunstwerken ten behoeve van de waterhuishouding;
  • n. werken voor de beeldende kunst;
  • o. infiltratie voorzieningen;
  • p. nutsvoorziening.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen

Op en onder de in 18.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming met dien verstande dat:

  • a. voor steigers, niet zijnde steigers ten behoeve van opstapplaatsen, geldt:
    • 1. maximum bouwhoogte: 1,5 meter;
    • 2. maximum oppervlakte per woonboot of bedrijfsboot: 8 m2.
  • b. voor aanlegsteigers ten behoeve van roeiboten geldt een maximum oppervlak van 150 m2.
  • c. voor steigers ten behoeve van opstapplaatsen geldt:
    • 1. maximum bouwhoogte bovenzijde steiger: 1,5 meter;
    • 2. maximum bouwhoogte hekwerken ten behoeve van de veiligheid van personen: 3 meter.
18.3 Specifieke gebruiksregels
18.3.1 Maximum aantal vaartuigen, objecten en vlotten

Ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats' gelden de volgende regels:

  • a. maximum aantal woonboten binnen de aanduiding 'ligplaats': zoals met de aanduiding 'maximum aantal boten' per aanduiding staat aangegeven;
  • b. maximum aantal woonarken binnen het vlak 'ligplaats': zoals met de aanduiding 'maximum aantal arken' per aanduiding staat aangegeven;
  • c. maximum aantal bedrijfsboten binnen de aanduiding 'specifieke vorm van water - bedrijfsboot': zoals met de aanduiding 'maximum aantal boten' per aanduidingsvlak staat aangegeven;
  • d. maximum aantal rondvaartboten binnen de aanduiding 'specifieke vorm van water - rondvaartboot': zoals met de aanduiding 'aantal rondvaartboten (maximaal)' per aanduidingsvlak staat aangegeven;
  • e. maximum aantal objecten te water binnen de aanduiding 'ligplaats': 0, tenzij binnen de aanduiding met de aanduiding 'maximum aantal objecten' een aantal staat aangegeven;
  • f. maximum aantal vlotten binnen de aanduiding 'ligplaats': 1 vlot per woonboot of bedrijfsboot.
18.3.2 Maximale afmetingen vaartuigen, objecten en vlotten
  • a. voor de maatvoering van woonschepen gelden de volgende maxima:
    • 1. hoogte van de romp: 2,5 meter
    • 2. hoogte van de kajuit: 3 meter
    • 3. hoogte van de stuurhut: 4 meter
    • 4. hoogte van de luikenkap: 3 meter
    • 5. hoogte van overige onderdelen: 10 meter
    • 6. lengte: 30 meter
  • b. voor de maatvoering van woonarken gelden de volgende maxima:
    • 1. hoogte: 2,5 meter
    • 2. lengte: 20 meter
    • 3. breedte: 5 meter
  • c. voor de maatvoering van bedrijfsboten gelden de volgende maxima:
    • 1. hoogte: 2,5 meter
    • 2. lengte: 20 meter
    • 3. breedte: 4,25 meter
  • d. voor de maatvoering van rondvaartboten gelden de volgende maxima:
    • 1. hoogte: 2 meter
    • 2. lengte: 30 meter
    • 3. breedte: 4,5 meter
18.3.3 Objecten te water
  • a. voor de maatvoering van objecten te water gelden de volgende maxima:
    • 1. hoogte: 0,5 meter
    • 2. lengte: 15 meter
    • 3. breedte: 3,5 meter
18.3.4 Vlotten
  • a. voor de maatvoering van vlotten geldt het volgende maximum:
    • 1. oppervlak: 12 m2
18.3.5 Bedrijfsboten

Op bedrijfsboten is toegelaten:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - bedrijfsboot': bedrijven die vallen onder categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en sociaal-culturele activiteiten, met in achtneming van het hierna bepaalde onder b;
  • b. voor zover ter plaatse tevens de aanduiding 'specifieke vorm van water - rondvaartboot' is aangegeven: uitsluitend kantoor of bedrijf ten behoeve van rondvaarten.
18.3.6 Huisgebonden beroep, huisgebonden bedrijf en bed & breakfast

Voor het in samenhang met ligplaats voor woonboten bedoelde huisgebonden beroep, huisgebonden bedrijf en bed & breakfast geldt een maximum vloeroppervlak van ten hoogste 40% van het vloeroppervlak van de woonboot met een maximum van 60 m².

18.3.7 Afwijking
  • a. In afwijking van het bepaalde in 18.3.2 mogen woonboten en bedrijfsboten met een afwijkende lengte en/of breedte, die op de eerste dag van de in werkingtreding van het bestemmingsplan reeds een ligplaatsvergunning hebben, deze ligplaats blijven innemen en de boot vervangen door een andere boot met een gelijke of kleinere lengte en/of breedte, mits de afwijking ten opzichte van het bepaalde in artikel 18.3.2 niet wordt vergroot.
  • b. In afwijking van het bepaalde in 18.3.2 mogen woonboten en bedrijfsboten met een afwijkende hoogte, die op de eerste dag van de in werkingtreding van het bestemmingsplan reeds een ligplaatsvergunning hebben, deze ligplaats blijven innemen tot het moment dat de betreffende boten worden vervangen.
  • c. In afwijking van het bepaalde onder b geldt dat, in het geval van het verloren gaan van de boot als gevolg van een calamiteit, de boot vervangen mag worden door een boot met een gelijke of kleinere afwijkende hoogte, mits de afwijking ten opzichte van het bepaalde in artikel 18.3.2 niet wordt vergroot.
18.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening, om in afwijking van het bepaalde in lid 18.3.2 onder a een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat de in dat lid genoemde maximale afmetingen met ten hoogste 10% mogen worden vergroot.