direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Admiralengracht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.H0901BPSTD-OH01

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen;
  • c. aan-huis-verbonden beroepen;
  • d. short stay;
  • e. dakterrassen;
  • f. parkeren;
  • g. bergingen;
  • h. fietsenstalling;
  • i. technische ruimte.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 9.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat gebouwen slechts zijn toegestaan binnen de aangegeven bouwvlakken.

9.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximum bebouwingspercentage: 100%;
  • b. maximum bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale bouwhoogte' staat aangegeven;
  • c. gebouwen ten behoeve van parkeren, fietsenstallingen en technische ruimtes zijn uitsluitend toegestaan in de kelder.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt een maximum bouwhoogte van 1,20 meter.

9.2.4 Dakterrassen

Voor het realiseren van dakterrassen gelden, in afwijking van het bepaalde in lid 9.2.2, de volgende regels:

  • a. het dakterras, de dakterrasafscheidingen en de toegangsconstructie van het dakterras dienen op een minimale afstand van 2,00 meter uit alle gevels te liggen;
  • b. de toegestane bouwhoogte zoals in het bestemmingsplan staat aangegeven mag worden overschreden door dakterrasafscheidingen met een bouwhoogte van ten hoogste 1,20 meter, gemeten vanaf de bovenkant van het hoofdgebouw;
  • c. de toegestane bouwhoogte zoals in het bestemmingsplan staat aangegeven mag worden overschreden door toegangsconstructies met een bouwhoogte van ten hoogste 0,50 meter, gemeten vanaf de bovenkant van het hoofdgebouw.
9.2.5 Onderdoorgang

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang', geldt dat tot aan de vloer van de vierde bouwlaag geen bebouwing mag worden opgericht, behoudens de voor de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 9.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. parkeren, bergingen, fietsenstallingen en technische ruimtes zijn uitsluitend toegstaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • b. voor parkeren geldt een minimum aantal parkeerplaatsen van 141;
  • c. bergingen, fietsenstallingen en technische ruimtes zijn slechts toegestaan als de in het bestemmingsplan aangegeven aanduidingvlakken 'parkeergarage' tezamen voorzien in minimaal 141 parkeerplaatsen.