Plan: | Getijenveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.F1303BPSTD-VG01 |
Het bestemmingsplan Getijenveld met identificatienummer NL.IMRO.0363.F1303BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels nadere regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
De hoogte van de bebouwing.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Het dagelijks bestuur van .
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Parkeervoorzieningen ten behoeve van auto's en fietsen die inpandig zijn gerealiseerd, danwel op maaiveld worden gerealiseerd maar door overkapping of overbouwing uit het zicht van de openbare weg worden gerealiseerd.
Geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
Al dan niet openbare groenvoorzieningen zoals parken, plantsoenen, bosschages en bomenrijen.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Kantoren, bedrijven als bedoeld in artikel 11.3 van deze regels, maatschappelijke voorzieningen en medische dan wel paramedische praktijken die in een woning worden uitgeoefend, waarbij:
Gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden.
Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.
Een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden.
Gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding / riolering, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.
Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Niet-inpandige parkeervoorzieningen die worden gerealiseerd op maaiveld.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, sekstheater, seksautomatenhal en sekswinkel.
Het tijdelijk wonen in een zelfstandige woning voor een periode van tenminste 5 nachten en maximaal 6 maanden.
Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 2,0 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.
Een gevel of geveldeel, niet zijnde een plat dak of een vliesgevel, die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht of een afgeschermde buitenruimte, met een maximale geluidsbelasting per geluidsbron vanwege:
Gronden die als verkeersruimte worden gebruikt, bestaande uit rijwegen, ongebouwde parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden en bermen.
Voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder mede begrepen (natuurlijke) oevers, duikers en dammen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het bebouwingspercentage wordt bepaald door projectie van de bebouwing in het bestemmingsvlak of bouwvlak, tenzij anders in de regels is bepaald, de kelders en souterrains niet mee te rekenen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de bebouwde oppervlakte van alle afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
De voor Groen (buurtgroen) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mogen slechts bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 5.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 6.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op en onder de in lid 7.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmingsgrenzen te overschrijden:
Binnen de aangeven aanduiding “luchtvaartverkeerszone” geldt dat er dient te worden getoetst aan hetgeen is bepaald in het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
Tot een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 11.1 wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en bebouwing:
Het bevoegde gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin, dat:
Het bevoegde gezag verleent een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde in lid 11.1 wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Indien niet met toepassing van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het bevoegde gezag bevoegd om in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan ten behoeve van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Getijenveld.