direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd - 3
Plan: Nieuwe Meer e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.F1108BPSTD-VG01

Artikel 8 Gemengd - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

met de daarbij behorende:

  • f. ondergeschikte kantoorruimte;
  • g. ondersteunende horeca;
  • h. parkeervoorzieningen ten dienste van de bestemming;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. (bedrijfs)erven;
  • k. tuinen en erven;
  • l. verkeersareaal;
  • m. fietsparkeervoorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. speelvoorzieningen;
  • p. water;
  • q. waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Op en onder in 8.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.

8.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn alleen toegestaan binnen de bouwvlakken;
  • b. maximum bebouwingspercentage: 100% van het bouwvlak;
  • c. maximum bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' staat aangegeven.
8.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. maximum bouwhoogte: 6 meter.
8.3 Specifieke gebruiksregels
8.3.1 Maatschappelijke voorzieningen

Geluidsgevoelige bestemmingen zijn slechts toegestaan zoals aanwezig op de eerste dag van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan.

8.3.2 Horeca
  • a. horeca van categorie A en horeca van categorie B is uitsluitend toegestaan in de eerste en tweede bouwlaag;
  • b. het maximum vloeroppervlak horeca van categorie A en horeca van categorie B bedraagt in totaal 500 m2.
8.3.3 Kantoren
  • a. Het maximum vloeroppervlak kantoren bedraagt in totaal 7.500 m2;
  • b. voor kantoren geldt een parkeernorm van maximaal 1 parkeerplaats per 125 m2 kantoorvloeroppervlak.
8.3.4 Toegelaten bedrijven
  • a. Ter plaatse van de bestemmingen 'Gemengd - 3' zijn bedrijven toegestaan die vallen onder de categorieën A of B van de bij deze regels horende 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging'.
  • b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in a voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf dat:
    • 1. niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de benoemd categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    • 2. in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de benoemd categorieën een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    • 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de benoemd categorieën meer milieuhinder veroorzaakt.
  • c. voor bedrijven geldt een parkeernorm van maximaal 1 parkeerplaats per 125 m2 bedrijfsvloeroppervlak.
8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening in afwijking van het bepaalde in 8.3.1 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van nieuwe gevoelige bestemmingen of een uitbreiding van gevoelige bestemmingen, mits wordt voldaan aan het bepaalde in het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit.

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigingen door het toestaan van

  • a. nieuwe maatschappelijke voorzieningen die moeten worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen, mits wordt voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder doordat:
    • 1. de geluidbelasting op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen lager of gelijk is aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    • 2. de geluidbelasting op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen lager of gelijk is aan de voor deze gebouwen vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
    • 3. de gevels van de van geluidsgevoelige gebouwen worden uitgevoerd als dove gevel;
    • 4. het bestaande bouwvlak, het maximum bebouwingspercentage en de maximum bouwhoogte niet worden overschreden;
    • 5. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en functies ontstaat;
    • 6. er in voldoende parkeergelegenheid op het eigen perceel wordt voorzien;
    • 7. er geen onaanvaardbare verkeerssituatie ontstaat.
  • b. sportvoorzieningen en/of ontspanning en vermaak, onder voorwaarde dat:
    • 1. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en functies ontstaat;
    • 2. er in voldoende parkeergelegenheid op het eigen perceel wordt voorzien;
    • 3. geen onaanvaardbare verkeerssituatie ontstaat.