direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen-1
Plan: Overtoomse Veld
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.F1008BPSTD-OH01

Artikel 22 Wonen-1

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen;
  • c. short stay;
  • d. tuinen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. verkeersareaal;
  • g. parkeren.
22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 22.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat gebouwen uitsluitend zijn toegestaan binnen bouwvlakken.

22.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximum bebouwingspercentage: 100%;
  • b. maximum bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale bouwhoogte' staat aangegeven;
  • c. maximum goothoogte zoals met de aanduiding 'maximale goothoogte' staat aangegeven;
  • d. gebouwen ten behoeve van parkeren:
    • 1. situering: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage 1', 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage 2' en 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage 3’,
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage 1' in de eerste bouwlaag;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage 2', in het souterrain en het daarboven gelegen dek;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer - parkeergarage 3’, uitsluitend als souterrain.
22.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. maximum bouwhoogte: 2 meter.
22.2.4 Onderdoorgang

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onderdoorgang laag', geldt dat tot aan de vloer van de tweede bouwlaag geen bebouwing mag worden opgericht, behoudens de voor de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies.

22.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 22.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. voor de situering van nutsvoorzieningen geldt: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf';
  • b. voor de situering van parkeren geldt:
    • 1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage 1', in de eerste bouwlaag;
    • 2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage 2', in het souterrain en het daarboven gelegen dek;
    • 3. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage 3', in het souterrain.