direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Overtoomse Veld
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.F1008BPSTD-OH01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplanOvertoomse Veld van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.F1008BPSTD-OH01 met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aan-huis-verbonden beroep

dienstverlenende beroepen, bedrijven zoals bedoeld in artikel 27.3 van deze regels en medische dan wel paramedische praktijken, die in een woning worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate, dat wil zeggen minimaal 60% van het bruto vloeroppervlakte, haar woonfunctie behoudt, en welke een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie;

1.6 akoestisch onderzoek

de bepaling van de geluidsbelasting zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.7 andere geluidsgevoelige gebouwen

geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder, niet zijnde woningen;

1.8 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.9 bebouwingspercentage

een in het bestemmingsplan of in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak dat maximaal mag worden bebouwd;

1.10 bedrijf

een onderneming waar goederen worden vervaardigd, bewerkt, geïnstalleerd en/of, verhandeld waarbij ondergeschikte detailhandel is toegestaan, met dien verstande dat alleen bedrijven conform artikel 27.3van deze regels zijn toegestaan;

1.11 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.12 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.13 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.14 bijgebouw

Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een op zichzelf staand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.

1.15 bijzondere bouwlaag

kelders en souterrains;

1.16 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.17 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.18 bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bijzondere bouwlagen;

1.19 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.20 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.21 bruto vloeroppervlak (bvo)

de totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc;

1.22 dagelijks bestuur

het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West;

1.23 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen, het verhuren of leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.24 dienstverlening

een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van economische diensten aan bedrijven en/of personen met rechtstreeks contact met het publiek (baliefunctie), waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, schoenmakers, fietsenmakers en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, niet zijnde garagebedrijven, kantoor, detailhandel, horeca, geldwisselkantoor, telefoneerinrichtingen, internetcafés en/of seksinrichtingen;

1.25 dove gevel
  • a. een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), of
  • b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.26 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

1.27 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.28 geluidsbelasting in dB(A) en dB

geluidbelasting als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

1.29 geluidsgevoelige gebouwen

geluidsgevoelige gebouwen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.30 gevoelige bestemmingen

gevoelige bestemmingen, zoals bedoeld in het Besluit gevoelige bestemming (luchtkwaliteit);

1.31 gevel

een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, doch niet zijnde een dove gevel of een vliesgevel;

1.32 groen

ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren;

1.33 hoofdgebouw

Een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.

1.34 horeca van categorie 1

een voorziening, uitsluitend zijnde een restaurant, café, lunchroom en/of ijssalon;

1.35 horeca van categorie 2

een voorziening, uitsluitend zijnde een snackbar, automatiek, loketverkooppunt en/of fastfoodrestaurant;

1.36 horeca van categorie 3

nachtzaken, discotheken, dancings, seksinrichtingen en/of overige voorzieningen, niet zijnde horeca van categorie 1 of horeca van categorie 2;

1.37 hotel

een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;

1.38 internetcafe

een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot internetten (verbinding maken met dan wel het raadplegen van websites);

1.39 kap

een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven welke uit tenminste twee hellende vlakken bestaat, die elkaar al dan niet snijden;

1.40 kelder

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de daarboven gelegen bouwlaag niet boven het aansluitende maaiveld is gelegen;

1.41 kantoor

gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden;

1.42 ligplaats

Een met een schip in het water aan de walkant ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen

1.43 maatschappelijke voorziening

het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn, woonzorg, kinderopvang, onderwijs en educatie, sport, overheid en vergelijkbare gebieden, waaronder mede ondergeschikte nevenfuncties ten behoeve van de diensten worden begrepen, met uitzondering van religie;

1.44 maatvoeringsvlak

een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden;

1.45 nutsvoorziening

gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding / riolering, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden;

1.46 omgevingsvergunning

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.47 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.48 ondergeschikte horeca

niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca van categorie 1, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, met dien verstande dat in geval van ondergeschikte horeca van categorie 1 en detailhandel, maximaal 20% van de verkoop vloeroppervlakte van de winkel tot maximaal 20 m² voor ondergeschikte horeca gebruikt mag worden;

1.49 peil
  • a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.50 short stay

het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één (1) week en maximaal zes (6) maanden;

1.51 souterrain

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven het peil is gelegen;

1.52 speelautomatenhal

een voor publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van art. 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld;

1.53 stationerend vaartuig
  • a. een vaartuig, daaronder begrepen een object dat afgemeerd is te water en niet tot enig andere categorie behoort;
  • b. een schip, vaartuig of casco in aanbouw tot woonboot, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig, passagiersvaartuig of stationerend vaartuig als onder a. bedoeld.
1.54 stille zijde

een bouwkundige constructie, niet zijnde een dak, die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht met een maximale geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai van gezoneerde wegen van 48 dB en een maximale geluidbelasting vanwege spoorweglawaai van gezoneerde spoorwegen van 55 dB in geval van wonen en 53 dB in geval van overige geluidsgevoelige bestemmingen;

1.55 supermarkt

een zelfbedieningswinkel van minimaal 1000 m² bvo waar verschillende levensmiddelen en huishoudelijke producten worden verkocht;

1.56 telefoneerinrichting of belwinkel

een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoneergesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en ontvangen van faxen;

1.57 verblijfsgebied

een niet voor gemotoriseerd verkeer openbaar toegankelijke en ongebouwde ruimte, tevens bestemd voor groen;

1.58 verkeersareaal

gronden die in gebruik zijn als verkeersruimte voor al dan niet gemotoriseerd verkeer, bestaande uit rijwegen, fiets- en voetpaden, niet zijnde autowegen of autosnelwegen;

1.59 vliesgevel

een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 meter bedraagt;

1.60 voorkeurgrenswaarde

de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege industrieterreinen, wegen en spoorwegen op geprojecteerde woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen binnen zones, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.61 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder mede begrepen (natuurlijke) oevers, duikers en dammen;

1.62 wonen

permanente huisvesting, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van ruimten, waarbij de mate van zelfstandigheid en samenlevingsverband niet relevant is;

1.63 woning

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;