Plan: | Lutkemeerpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.F1003BPSTD-VG01 |
Op 1 november 2002 heeft het kabinet de nieuwe milieu- en veiligheidsregels voor het vijfbanenstelsel op Schiphol vastgesteld. De regels zijn opgenomen in het Luchthavenindelingbesluit (LIB) (gewijzigd op 23 augustus 2004), waarin beperkingen worden gesteld aan het ruimtegebruik rond de luchthaven en het luchthavenverkeerbesluit (LVB), dat is gericht op de beheersing van de belasting van het milieu door het luchtverkeer. De nieuwe regels zijn op 20 februari 2003 in werking getreden, op het moment dat Schiphol de vijfde baan (Polderbaan) in gebruik had genomen. Deze regels moeten door gemeenten in acht worden genomen bij bestemmingsplannen en bij bouw- of aanlegvergunningen.
In het Luchthavenindelingbesluit zijn twee gebieden vastgesteld: het luchthavengebied en het beperkingengebied. Amsterdam valt deels binnen het beperkingengebied. Binnen het beperkingengebied worden weer verschillende deelgebieden onderscheiden met specifieke regels. Delen van Amsterdam vallen binnen de zone waarvoor beperkingen gelden ten aanzien van geluid (voorheen vrijwaringszone), bouwhoogte en vogelaantrekkende bestemmingen.
Wat betreft geluid geldt dat binnen de desbetreffende zone geen nieuwe woningen, woonwagens, woonboten, scholen en gezondheidszorggebouwen zijn toegestaan. Amsterdam valt buiten de gebiedsdelen waar beperkingen gelden ten aanzien van veiligheid. In de gebiedsdelen waar hoogtebeperkingen gelden mogen geen objecten worden opgericht of geplaatst die hoger zijn dan de maximale waarden die in de verschillende deelgebieden van kracht zijn.
Het Luchthavenindelingbesluit (2002) bevat een beperkingengebied waarin hoogtebeperkingen zijn vastgelegd. In beginsel mogen geen objecten worden opgericht of geplaatst die hoger zijn dan de in bijlage 4 bij het besluit aangegeven maximale hoogte.
De Lutkemeerpolder c.q. het bestemmingsplangebied valt vrijwel in zijn geheel onder het luchthavenindelingbesluit (beperkingengebied Schiphol).
Het Luchthavenindelingbesluit bevat een beperkingengebied waarin bouwbeperkingen zijn vastgelegd (zie afbeelding 18).
Afbeelding 18: Beperking bebouwing Luchthavenindelingbesluit
Op basis van het Luchthavenindelingbesluit zijn voor dit bestemmingsplan de volgende objecten niet toegestaan binnen het beperkingengebied:
Overige objecten zijn wel toegestaan mits het de volgende functies betreft:
Zoals hiervoor is aangegeven ligt het plangebied van het bestemmingsplan binnen zone 4 van het beperkingengebied. Dit betekent dat geen nieuwe woningen zijn toegestaan, behoudens bestaand gebruik. Woningbouw in deze gebieden moet worden voorkomen, gelet op de hoge geluidbelasting.
In het plangebied wordt een zevental kavels mogelijk gemaakt voor de bouw van vrijstaande woningen. Deze woningen zijn ook op grond van het vigerende bestemmingsplan al toegestaan, met dien verstande dat daarin de exacte verkaveling niet duidelijk was. De woningen kunnen dus niet als nieuw ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan worden aangemerkt. Voor zeven van de woningen betreft het de herbouw van woningen, die als gevolg van de aanleg van de Westrandweg gesloopt moesten worden. Voor deze woningen geldt dat herbouw plaatsvindt op een minder milieubelastende locatie. In de Nota van Toelichting van het Luchthavenindelingsbesluit wordt een aantal uitzonderingssituaties genoemd, waarvoor een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart afgegeven kan worden. Het vervangen van een woning door een andere is één van de genoemde uitzonderingssituaties, waarvoor een verklaring van geen bezwaar kan worden verleend. Het totaal aantal woningen wordt niet uitgebreid. Op 15 juli 2011 is een verzoek gevraagd om een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart voor de bouw van de genoemde woningen. Deze verklaring is op 29 september 2011 verleend door de Staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (zie nr. 20, bijlage 1).
Het Luchthavenindelingbesluit bevat een beperkingengebied waarin hoogtebeperkingen zijn vastgelegd (zie afbeelding 19). In beginsel mogen geen objecten worden opgericht of geplaatst die hoger zijn dan de in bijlage 4 bij het besluit aangegeven maximale hoogte.
Afbeelding 19: Beperking hoogten Luchthavenindelingbesluit
Het noordelijk deel van het plangebied (zacht geel) valt onder de werking van het Luchthavenindelingbesluit. In dit gebied mag niet hoger worden gebouwd dan 45 meter. Aangezien aan de geprojecteerde bebouwing in dit deel van het bestemmingsplan een aanzienlijk lagere maximum bouwhoogte is toegekend, is de conclusie dat het bestemmingsplan op dit punt in overeenstemming is met het Luchthavenindelingbesluit.
Voor het zuidelijk deel van het plangebied (licht oranje) geldt dat er een variabele maximale hoogte is toegestaan. De maximaal toegestane hoogte varieert van 45 meer tot 30 meter ('hellende vlakken met hoogtelijnen met een aangegeven de toegestane hoogte'). Ook in dit deel van het plangebied is het bestemmingsplan in overeenstemming met het Luchthavenindelingbesluit. Er zijn geen grote hoogten dan 30 meter toegestaan.
Het plangebied valt in zijn geheel in het gebied dat is aangewezen als 'vogelvrijwaringsgebied' (zie afbeelding 20).
Afbeelding 20: Beperking grondgebruik Luchthavenindelingbesluit
Dit is een aangewezen gebied waar geen grondgebruik of bestemming is toegestaan die vogels aantrekken. Dit vanuit veiligheidsoverwegingen die samenhangen met de luchtvaart. Hierbij moet worden gedacht aan grote wateroppervlakten en moerasgebieden van meer dan 3 hectare (natuurreservaten/vogelreservaten/viskwekerijen (met extramurale bassins)).
Ten aanzien van de vogelaantrekkende werking kan worden opgemerkt dat het bestemmingsplan geen functies toelaat waardoor de vogelaantrekkende werking op ongeoorloofde wijze toeneemt.
Er vindt verder geen toevoeging plaats van oppervlaktewater, natuurreservaten, vogelreservaten en viskwekerijen met extra-murale bassins.