Plan: | Stadswerf Oostenburg |
---|---|
Plannummer: | A1404BPSTD |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1404BPSTD-VG01 |
Het bestemmingsplan 'Stadswerf Oostenburg' met identificatienummer NL.IMRO.0363.A1404BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding.
De van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
horeca-activiteiten die ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie die ter plaatse is toegestaan en welke tot de hoofdfunctie wroden gerekend. De horeca-activiteit vindt plaats in het verlengde van en ten behoeve van de hoofdfunctie. De horeca-activiteit mag niet zelfstandig worden uitgeoefend of toegankelijk zijn los van de hoofdfunctie. Wanneeer de ruimte waanrin de horeca-activiteit plaatsvindt, is afgescheiden van de hoofdfunctie mag deze maximaal 20% van het totale vloeroppervlak bedragen, waarbij toeiletruimte, keuken en opslag ten behoeve van horeca niet wrodt meegerekend;
beschikbare ligplaats binnen de op de verbeelding aangeduide zones 'specifieke vorm van water - ligplaatsen';
het bedrijfsmatig, gehele of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en installeren van goederen.
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de wel of niet in de techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Een antennemast of andere constructie bedoeld voor de vestiging van een antenne.
Een aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
Werkzaamheden naar het bodemarchief die ten behoeve van de archeologische monumentenzorg worden uitgevoerd volgens de eisen zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), zoals bedoeld in de Regeling archeologische monumentenzorg, zoals deze geldt op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Rapportage waarin de archeologische waarde van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt vastgesteld die naar het oordeel van burgemeester en wethouders/ het dagelijks bestuur voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie als bedoeld in de Regeling archeologische monumentenzorg, zoals deze geldt op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Waarden waarvan de aanwezigheid in de bodem aannemelijk is of vermoed wordt
Waarden waarvan de aanwezigheid bekend is in de vorm van fysieke overblijfselen in de bodem.
Een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee spelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen, zoals die geldt op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, zijn opgesteld;
Een (onderdeel van een) kantooractiviteit, of dienstverlening, waarvoor kenmerkend is dat de (economische) activiteit is gericht op structureel contact met publiek in een daarvoor bestemd en daartoe voor het publiek toegankelijk (deel van een) gebouw.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Het bedrijfsmatig aanbieden van nachtverblijf verstrekt in een woning, waarbij maximaal 40% van de oppervlakte van de woning voor bedrijfsmatig nachtverblijf wordt gebruikt en de woning geschikt blijft voor het huisvesten van minimaal één huishouden.
Inrichting voor de bedrijfsmatige uitoefening van industrie, ambacht, groothandel, internetverkoop, opslag en/of transport.
de totale oppervlakte van de voor bedrjifsuitoefening benodigde bedrijfsruimten, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieve ruimten en dergelijke.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld die gezien ligging en functie bedoeld is voor de huisvesting van personen wier aanwezigheid gelet op de bestemming van een gebouw of terrein noodzakelijk is.
Bebouwing of gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Kelder, souterrain, kap, dakopbouw.
voorzieningen in een aangepaste woonbehoefte, bijvoorbeeld ten behoeve van personen en voor wie de gebruikelijke woonvoorzieningen niet passend of toereikend zijn, zoals minder validen, en anderszins verzorgingsbehoevenden.
Elke vorm van grondverzet.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
De totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc.
een ambachtelijk c.q. dienstverlenend bedrijf dat zijn goederen en diensten rechtstreeks levert aan de consument, zoals een goudsmit, schoenmaker, kapper, videotheek en dergelijke;
Musea, (muziek)theaters, expositieruimten en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
De fysieke overblijfselen van de historie, zowel bovengronds(gebouwde monumenten) als ondergronds ( archeologie) als het cultuurlandschap met zijn historische landschapselementen als verbinding daartussen.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die deze zaken kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Detailhandel in zaken van grote omvang, die vanwege de aard en omvang van deze zaken een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals bouwmarkten, grootschalige meubelbedrijven, keuken-, sanitair- en tegelbedrijven.
Het verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek. Onder te verdelen in:
een bouwkundige constructie waarin,
De eerste volledige bouwlaag op of boven peil.
Een ruimte uitsluitend bestemd voor de tentoonstelling en verkoop van kunstwerken.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het wisselen van geld.
Bewoning of een andere geluidsgevoelige functie (of de gebouwen en terreinen die daartoe dienen) zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
De zijde van een gebouw waar de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder niet mag overschrijden, dan wel waar een serre of loggia wordt gebouwd waardoor deze voorkeurswaarde op de scheidingsconstructie van de achtergelegen verblijfsruimte wordt bereikt.
Een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met het doel een geluidsreductie op deze gevel te bewerkstelligen, als gevolg waarvan voldaan wordt aan het gestelde in de Wet geluidhinder, waarbij de afstand tussen geluidwerende vlies en gevel tenminste 0,5 meter is en waarbij er tussen geluidwerende vlies en gevel sprake is van buitenlucht, met openingen ten behoeve van de luchtverversing met een capaciteit van tenminste 6 dm³ per seconde per m² vloeroppervlak van de achterliggende woning(en).
Een op de verbeelding aangegeven lijn, waarin de gevel van de gebouwen aan de betreffende zijde moet worden opgericht.
het verkopen van goederen of eetwaren vanuit de gevel van een gebouw gelegen aan de openbare weg.
Ruimten in de open lucht, zoals (bos)parken, plantsoenen, groenvoorzieningen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling voor verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellinen of personen voor de aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
Een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder.
Eén of meerdere panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
fastfoodbedrijven, zijnde horecabedrijven die tot hoofddoel hebben het in hoofdzaak voor consumptie ter plaatse verstrekken van vooral op gemaksvoeding gerichte, eenvoudige en snel bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het voor consumptie ter plaatse verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken. Onder fastfoodbedrijven worden in elk geval begrepen automatieken, snackbars en fastfoodrestaurants;
horecabedrijven, al dan niet met een besloten karakter, die tot hoofddoel hebben het voor consumptie ter plaatse verstrekken van dranken, waarbij het gelegenheid bieden tot dansen op en tot het beluisteren van overwegend mechanische muziek een wezenlijk onderdeel vormt. Horeca 2 bedrijven zijn in elk geval discotheken en sociëteiten;
horecabedrijven, die tot doel hebben het voor consumptie ter plaatse verstrekken van dranken en (kleine) etenswaren en/of maaltijden, waarbij het accent ligt op het verstrekken van dranken. Onder horeca 3 bedrijven worden in elk geval begrepen: cafés en eetcafés;
horecabedrijven die tot hoofddoel hebben het voor consumptie ter plaatse verstrekken van in hoofdzaak ter plaatse bereide maaltijden en van in hoofdzaak ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische, zwak- en niet-alcoholische dranken. Onder horeca 4 worden in elk geval begrepen restaurants, lunchrooms, koffiehuizen en ijssalons;
hotels;
het bedrijfsmatig industrieel vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen.
Handel via internet waarbij geen sprake is van het ter plekke bezichtigen, ophalen en/of betalen van de gekochte waar door de kopende partij.
Het bedrijfsmatig aanbieden van woonverblijf aan meer dan één huishouden en aan meer dan vier personen.
Nb: het begrip kamerverhuur valt onder wonen, logies valt niet kamerverhuur.
Het bedrijfsmatig verlenen va ndiensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, daaronder tevens begrepen congres- en vergaderaccommodatie.
Een bijzondere bouwlaag , waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag ten hoogste 0,50 meter boven het gemiddeld aangrenzende maaiveld is gelegen.
Verkeersverbinding, die uitsluitend bedoeld is voor fietsers en voetgangers en vergelijkbare verkeersdeelnemers.
De hoogte van het afgewerkte bouwterrein.
Het verlenen van publieksgerichte diensten op het gebied van overheids-, educatieve, welzijns- (para-)medische, sociaal-medische, levensbeschouwelijke, sociaal-culturele voorzieningen.
in een detailhandel of vestiging voor consumentverzorgende dienstverlening tegen betaling verstrekken van etenswaren en/of dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij:
winkel met een verkoopoppervlakte van ten hoogste 150 m2, waar in hoofdzaak levensmiddelen, zwakalcoholische dranken, tabaksartikelen en souvenirs wordenn verkocht.
aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988.
Het oprichten van gebouwen, anders dan het vervangen van gebouwen door gebouwen van gelijke aard, omvang en karakter.
Een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, gemalen, telefooncellen en zendmasten, ondergrondse afvalsystemen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
Parkeervoorziening gelegen onder maaiveld.
Voorziening bij een op- en afstaplocatie bestaande uit maximaal zes afmeerpalen en een entreeplank van maximaal 0,5 m2 om passagiers en/of goederen aan en van boord te kunnen laten gaan.
Rijwegen, voet- en fietspaden, pleinen, groenvoorzieningen en water, met in begrip van bij deze voorzieningen behorende nutsvoorzieningen, bermen, taluds, waterlopen en waterbouwkundige kunstwerken, ondergrondse afvalsystemen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
Het bedrijfsmatig opslaan en verpakken en verhandelen van goederen voor zover voortvloeiende uit het oplaan en verpakken van goederen, niet zijnde detailhandel.
Een op de verbeelding aangegeven gebied waar, binnen de bestemmnig een doorgang mogelijk moet zijn waarboven bebouwing mag worden opgericht.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Onder het peil wordt verstaan:
De regels, deel uitmakende van het bestemmingsplan 'Stadswerf Oostenburg'.
Dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij in overwegende mate de woonfunctie behouden blijft.
Het aanbieden of verrichten van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding.
Een bedrijf waar prostitutie wordt bedreven.
Voorzieningen ten behoeve van:
Een op de verbeelding aangegeven lijn welke de scheiding aangeeft tussen bouwvlakken waar verschillende maximale bouwhoogten zijn toegestaan.
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel en naar de aard daarmee te vergelijke inrichtingen.
Het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden of voor maximaal vier personen indien deze personen deel uitmaken van meerdere huishoudens, voor een aaneensluitende periode van tenminste één week en maximaal zes maanden.
Een winkel waarin de hoofdactiviteit of een van de activiteiten wordt gevormd door detailhandel in psychotrope stoffen.
Een bijzondere bouwlaag waarvan de vloer onder het gemiddeld aangrenzend maaiveld is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,20 meter boven het maaiveld is gelegen.
De als bijlage opgenomen lijst, behorende bij deze regels, waarin vormen van gebruik anders dan wonen, zijn aangegeven, ingedeeld in categorieën van toenemende hinder.
Een buiten de besloten ruimte liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden ten dienste van het horecabedrijf en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt.
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee hij in functioneel opzicht verbonden is, en dat door de vorm als een afzonderlijke en duidelijk ondergeschikte aanvulling op dat hoofdgebouw onderscheiden kan worden en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
De verbeelding (voorheen: plankaart) van het bestemmingsplan.
Een lijn die evenwijdig aan de as van de weg, langs een wegzijde met een regelmatig ligging van de voorgevel van de bestaande bebouwing is gelegen, die zoveel mogelijk aansluit aan de voorgevels van de bestaande bebouwing en zoveel mogelijk overeenkomstig de richting van de weg loopt.
Een werk dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren, en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede begrepen.
Natuurlijke of kunstige begrenzing of afscheiding die het water in zijn loop tegenhoudt en achterliggende gebied beschermt tegen inundatie.
Het N.A.P. of het plaatse aan te houden waterpeil.
Werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houden met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, uitgezonderd steigers.
Alle voor het openbaar auto-, fiets-, voetgangers- of ander verkeer openstaande wegen of paden, geen spoorwegen of trambanen zijnde, waaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen, taluds en zijkanten, waterstaatkundige en civieltechnische (kunst)werken alsmede de aan de wegen liggende parkeerplaatsen.
Wet ruimtelijke ordening.
Het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van kamers of het gehuisvest zijn in een woning, al dan niet gecombineerd met zorgfuncties die naar intensiteit en tijdsduur beperkt zijn.
Een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, of maximaal vier personen, of daarmee gelijk te stellen woonvormen.
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, hoofdzakelijk gebruikt of bestemd tot woonverblijf. Hieronder wordt mede begrepen, een:
Het verlenen van economische of commerciële diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, zoals banken, reisbureaus.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf peil tot aan het laagste punt van het bouwwerk, met uitzondering van fundering of ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de as van de windmolen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de bebouwde oppervlakte van de afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld.
vanaf peil tot aan het punt van het gebouw of bouwwerk, geen gebouwzijnde, waaraan de bouwhoogte ten minste moet voldoen, waarbij in ieder geval geldt dat de omhullende gevel van een gebouw aan deze minimum bouwhoogte moet voldoen.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windmolen.
Tussen de voet van de antennedrager en het hoogste punt van de antenne-installatie; als de antennedrager aan de gevel van een gebouw wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt waarop de antenne met antennedrager het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antennedrager.
De afstand tussen de waterlijn en het hoogste punt van de woonboot, met uitzondering van ondergeschikte onderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.
De afstand van de buitenste vaste delen van de woonboot van bakboord naar stuurboord gemeten.
de afstand van de voorkant van het voorste vaste deel tot de achterkant van het achterste vaste deel van de woonboot.
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid Bestemmingsomschrijving genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' is de aangegeven maximum bouwhoogte toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.
Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de situering en afmetingen, waaronder begrepen het aantal bouwlagen en de dakconstructie van de in artikel Bouwregels bedoelde bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanwege het straat en bebouwingsbeeld, en/of de verkeersveiligheid en de milieusituatie, dan wel in verband met de licht- en luchttoetreding van de omringende bebouwing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel Maximum hoogte van gebouwen met dien verstande dat:
Voor de in lid Bestemmingsomschrijving genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
Bedrijven als bedoeld in lid 3.1 onder a, mogen worden gebruikt ten behoeve van bedrijven die vallen in de van deze regels deel uitmakende 'Staat van Inrichtingen' milieucategorie I of II, met dien verstande dat garagebedrijven en vuurwerkopslag niet zijn toegestaan.
Voor de functies horeca 3 en/of horeca 4 geldt een maximum van twee vestigingen.
Stadsdeelwerf, als bedoeld in lid 3.1 onder e, uitsluitend in de eerste bouwlaag.
Op de in lid Bestemmingsomschrijving genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.
Ondergrondse bebouwing mag ten hoogste twee bouwlagen bevatten.
Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de situering en afmetingen, waaronder begrepen het aantal bouwlagen en de dakconstructie van de in artikel Bouwregels bedoelde bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel en/of versterking van de karakteristiek van het stadsgezicht, dan wel vanwege het straat en bebouwingsbeeld e/of de verkeersveiligheid en de milieusituatie dan wel in verband met de licht- en luchttoetreding van de omringende bebouwing.
Het brutovloeroppervlakte (bvo) voor kantoren mag ten hoogste 9.000 m² bedragen;
Bedrijven zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze in de van deze regels deel uitmakende 'Staat van Inrichtingen' vallen in milieucategorie 1 of 2, met dien verstande dat:
Het brutovloeroppervlakte (bvo) voor detailhandel mag ten hoogste 700 m2 bedragen.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in de in lid Bestemmingsomschrijving genoemde gronden mag worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende regels:
De bouwhoogte van gebouwen of delen van gebouwen die niet zijn aangeduid als 'specifieke bouwaanduiding - orde 1' bedraagt ten hoogste de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte.
Het is niet toegestaan de gevel te bouwen of te wijzigen ten behoeve van gevelverkoop dan wel op een dusdanige wijze dat -de mogelijkheid tot het maken van- een open gevel ontstaat.
Het is niet toegestaan de gevel te bouwen of te wijzigen op een zodanige wijze dat gesloten plinten (eerste bouwlaag) ontstaan; bergingen mogen niet aan de straatzijde worden gesitueerd. Deze bepaling geldt niet voor souterrains.
In geval van verbouwing, restauratie, verbetering en/of verandering van gebouwen dienen de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan aanwezige, al dan niet zelfstandige, ontsluitingen naar de tweede en hogere bouwlagen te worden gehandhaafd.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde mag ten hoogste 2 meter bedragen.
Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen, waaronder begrepen het aantal bouwlagen en de dakconstructie van de in de artikelen Bouwregels en Afwijken van de bouwregels bedoelde bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel en/of versterking van de karakteristiek van het stadsgezicht, dan wel in verband met de licht- en luchttoetreding van de omringende bebouwing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de volgende bouwregels met dien verstande dat dit niet tot gevolg mag hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan:
het bepaalde in artikel Maximum goot- en bouwhoogte van gebouwen orde 1 onder b voor het overschrijden van de bouwhoogte voor liften, trappenhuizen, koelinstallaties, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties tot ten hoogste 4 meter en voor schoorstenen, ventilatie-inrichtingen en antennes tot ten hoogste 5 meter;
Bij omgevingsvergunning afwijken voor lift- en trappenhuizen, koelinstallaties, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties is alleen mogelijk indien aantoonbare redenen uitwijzen dat de bedoelde onderdelen niet (geheel) inpandig kunnen worden gerealiseerd en onder de voorwaarde dat:
het bepaalde in artikel Ontsluiting van hogere bouwlagen mits de tweede en hogere bouwlagen van het desbetreffende gebouw in voldoende mate bereikbaar blijven.
Voor de in lid Bestemmingsomschrijving genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
Bedrijven zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze in de van deze regels deel uitmakende 'Staat van Inrichtingen' vallen in milieucategorie 1 of 2, met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid Bestemmingsomschrijving genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor de in lid Bestemmingsomschrijving genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 7.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming met in achtneming van de volgende bepalingen:
Op en onder de tot 'Water' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels
het bepaalde in artikel 1, lid 1.81 voor het realiseren van een op- en afstapvoorziening die bestaat uit maximaal 10 afmeerpalen en/of een grotere entreeplank tot maximaal 2 m2, al dan niet in combinatie met een steiger. De afwijking kan uitsluitend worden toegestaan indien de fysieke omgevingsomstandigheden ter plaatse dat noodzakelijk maken.
Voor de in lid 7.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingszone-wijzigingsgebied' de bestemming 'Water' mag worden gewijzigd in die zin dat ter plaatse ligplaatsen voor woonboten worden toegestaan met dien verstande dat het bepaalde in lid Bouwregels van overeenkomstige toepassing is.
De voor 'Gemengd - Uit te werken 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het bevoegd gezag moet het plan, voor zover het betreft gronden als bedoel in lid 8.1, met inachtneming van het bepaalde in Hoofdstuk 3 Algemene regels, uitwerken volgens de regels:
Op en onder de in het eerste lid van dit artikel genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens een in zodanig plan gestelde eisen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.3 en kan worden toegestaan dat, voordat een uitwerkingsplan rechtskracht heeft verkregen, op deze gronden uitsluitend wordt gebouwd indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, alsmede de afmetingen en plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.
De voor 'Gemengd - Uit te werken 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het bevoegd gezag moet het plan, voor zover het betreft gronden als bedoel in lid 9.1, met inachtneming van het bepaalde in Algemene regels, uitwerking volgens de regels:
Op en onder de in het eerste lid van dit artikel genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens een in zodanig plan gestelde eisen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid Bouwregels en kan worden toegestaan dat, voordat een uitwerkingsplan rechtskracht heeft verkregen, op deze gronden uitsluitend wordt gebouwd indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, alsmede de afmetingen en plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.
De voor 'Gemengd - Uit te werken 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het bevoegd gezag moet het plan, voor zover het betreft gronden als bedoel in lid Bestemmingsomschrijving, met inachtneming van het bepaalde in Algemene regels, uitwerking volgens de regels:
Op en onder de in het eerste lid van dit artikel genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens een in zodanig plan gestelde eisen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid Bouwregels en kan worden toegestaan dat, voordat een uitwerkingsplan rechtskracht heeft verkregen, op deze gronden uitsluitend wordt gebouwd indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, alsmede de afmetingen en plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzag gelegd ontwerp.
De voor 'Gemengd - Uit te werken 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het bevoegd gezag moet het plan, voor zover het betreft gronden als bedoel in lid 11.1, met inachtneming van het bepaalde in Hoofdstuk 3, uitwerking volgens de regels:
Op en onder de in het eerste lid van dit artikel genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens een in zodanig plan gestelde eisen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.3 en kan worden toegestaan dat, voordat een uitwerkingsplan rechtskracht heeft verkregen, op deze gronden uitsluitend wordt gebouwd indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, alsmede de afmetingen en plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie A' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie B' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie C' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
Bij omgevingsvergunning kunnen nadere eisen worden gesteld ten aanzien van de situering, de inrichting en het gebruik van gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie D', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden zoals bedoeld in lid 15.1 aanwezig zijn, ter bescherming van de in lid 15.1 genoemde archeologische waarden.
Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, het plan te wijzigen in die zin dat de verbeelding wordt gewijzigd door één of meer bestemmingsvlakken (of gedeelten daarvan) met dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie D' van de verbeelding te verwijderen of te verkleinen, indien:
Op de tot 'Waarde - Landschap' bestemde gronden gelden de volgende specifieke gebruiksregels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De gronden ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'veiligheidszone - bevi' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichting in verband met gevaarlijke stoffen.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18 lid 18.1.2 voor de bouw van beperkt kwetsbare objecten ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' indien de ontwikkeling om zwaarwegende redenen plaatsvindt en uit oogpunt van het groepsrisico verantwoord wordt geacht.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan het bepaalde in artikel 18, lid 18.1.4 bedoelde wijzigingsbevoegdheid indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen en er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de (aangrenzende) gronden.
Voor zover op gronden mag worden gebouwd en gronden mogen worden gebruikt ten behoeve van detailhandel, geldt een maximum brutovloeroppervlakte (bvo) per vestiging van 150 m2 met een totaal van ten hoogste brutovloeroppervlakte (bvo) 1.500 m2 in het plangebied.
Parkeren dient op eigen terrein of in een gemeenschappelijk parkeergebouw te geschieden.
Voor zover op gronden mag worden gebouwd en gronden mogen worden gebruikt ten behoeve van wonen, bedraagt het percentage sociale huurwoningen dat wordt gebouwd tenminste 20% binnen het plangebied.
De in dit plan begrepen gronden en bebouwing mogen uitsluitend worden gebruikt met inachtneming van de volgende bepalingen:
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken voorschriften ontheffing kan worden verleend, dan kan het bevoegd gezag afwijken van de desbetreffende regels van dit bestemmingsplan, ten behoeve van:
Bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals vrijstaande muren, geluidwerende voorzieningen, gedenktekens, plastieken, voorzieningen ter voorkoming van windhinder, trapconstructies.
Geringe afwijkingen in situering die in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch betere plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de toestand van het desbetreffende bouwterrein, tot ten hoogste 2 meter.
Het overschrijden van minimale en maximale hoogte-, breedte-, diepte- en oppervlaktematen voor bebouwing als aangegeven op de verbeelding, dan wel zoals omschreven in de voorschriften, mits de afwijking van enige maat niet meer dan 2 meter bedraagt, met dien verstande dat geen extra bouwlaag mag worden gerealiseerd en de bestemmingsgrenzen op de verbeelding niet worden overschreden.
Het overschrijden van bestemmingsgrenzen voor balkons, (hoek)erkers, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen of andere ondergeschikte delen van bouwwerken, met in achtneming van het volgende:
Het overschrijden van de maximum bouwhoogte voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van het gebruik van platte daken als dakterras tot een maximum van 1,5 meter boven de maximaal toegestane bouwhoogte, mits:
De omgevingsvergunning om af te wijken voor elektronische communicatiemiddelen zal slechts worden verleend tot een maximale hoogte van 5 meter, gemeten vanaf de voet, indien onderdelen van de antenne-installatie om aantoonbare redenen niet inpandig kunnen worden gerealiseerd. Deze installaties dienen zo centraal mogelijk op het dak te worden geplaatst, aan of nabij de liftschacht, indien aanwezig.
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmingsgrenzen en bebouwingsregels, waaronder mede begrepen de maximale bouw- en goothoogten, te overschrijden ten behoeve van:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Stadswerf Oostenburg.
De volledige naam is de aanhaaltitel.