Plan: | Bestemmingsplan Water |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1103BPSTD-VG01 |
In de loop der jaren zijn verschillende beleidsdocumenten vastgesteld voor het water van de binnenstad. In 1995 heeft de gemeenteraad voor het binnenstadgebied de 'Nota Amsterdam te water' vastgesteld. Dit was de eerste integrale beleidsnota die verschenen is om het bestaande én nieuwe beleid voor allerlei functies op het water vast te leggen. In deze nota zijn beleidsregels voor verschillende functies op het water opgenomen. Onder andere voor woonboten, bedrijfsvaartuigen (inclusief rondvaartboten), pleziervaartuigen en objecten in het water. Tevens is hierin al aangegeven dat er een structuurvisie diende te komen voor het gebruik van het water van de binnenstad. Een structuurvisie is er echter nooit gekomen, maar met het thans voorliggende bestemmingsplan wordt op een concretere wijze invulling gegeven aan de wens een sturingselement in handen te hebben voor het statische gebruik op het water. In 1999 is de Nota Amsterdam te water geëvalueerd. Uit dit Evaluatierapport van de Nota Amsterdam te water zijn weer nieuwe beleidsregels voortgevloeid. In dit evaluatierapport heeft het college van Burgemeester en Wethouders verantwoording afgelegd over de uitvoering van de Nota Amsterdam te water. Er is nieuw beleid geformuleerd met name door de introductie van een speciale ligplaatsvergunning (voor 11 woonboten in de binnenstad), een uitsterfbeleid voor objecten bij woonboten en het voornemen om bedrijfsvaartuigen in de binnenstad ook te voorzien van een ligplaatsvergunning.
In de Beleidsnotitie over uitvoering van de motie uit 1995 tot het instellen van een afmeerverbod bij historische bruggen (2001) – dit zijn bruggen met een monumentenstatus –heeft het college van Burgemeester en Wethouders vastgelegd hoe er omgegaan wordt met een VVD-motie uit 1999 over dit onderwerp. Kortweg komt het beleid er op neer dat er 10 meter afstand tot historische bruggen moet worden aangehouden. Behalve daar waar op dat moment woonboten of bedrijfsvaartuigen binnen 10 meter lagen afgemeerd. Bij vervanging of verbouwing van deze boten mocht de afstand tot de brug niet kleiner worden, wel gelijk blijven.
Het college van Burgemeester en Wethouders heeft tot aan de instelling van stadsdeel Centrum in 2002 allerlei vergunning- en ontheffingsaanvragen op het water getoetst aan deze beleidsdocumenten.
Met het instellingsbesluit van stadsdeel Centrum in 2002 zijn de centraalstedelijke beleidsnota's en regels overgegaan naar het stadsdeel. Dit beleid geldt totdat het stadsdeelbestuur dit beleid intrekt of dat het nieuw beleid daarvoor in de plaats stelt. Hieronder volgt een opsomming en korte omschrijving van (gemeentelijke) beleidsnota's die van belang zijn voor dit bestemmingsplan.
Beleidsplan Binnenstad 1993
In het 'Beleidsplan Binnenstad 1993' worden lokale en stedelijke functies van de binnenstad onderscheiden. Hoofddoelstelling is het versterken van de centrumpositie en het handhaven van de functiemenging. Het waarborgen van de historische kwaliteit van het stadsbeeld, het verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid, het verbeteren van de bereikbaarheid en het zorgen voor een adequaat voorzieningenniveau zijn daarbij belangrijke uitgangspunten.
Strategische Visie Amsterdamse Binnenstad (2002)
In de 'Strategische Visie Amsterdamse Binnenstad' wordt de economische en culturele betekenis van toerisme onderstreept. In deze visie wordt aangegeven dat het beleid er op gericht moet zijn om de aantrekkingskracht - die de binnenstad heeft op grote groepen bezoekers - te behouden en tegelijkertijd de mogelijke hinder daarvan te beperken. Met de vaststelling van de visie in 2002 is een duidelijk kader gesteld voor de ontwikkeling van het toerisme in de binnenstad.
Programakkoord 2006-2010 en 2010-2014
In het Programakkoord van het vorige bestuur is opgenomen dat er een bestemmingsplan voor het water moet komen. In het huidige Programakkoord 2010-2014 is gemeld dat waar dat niet anders vermeld staat het beleid van het vorige Programakkoord wordt voortgezet. Over het opstellen van een bestemmingsplan voor het water is in het Programakkoord 2010-2014 niets vermeld.
Visie op het Water van de Binnenstad(2006)
Amsterdam ontleent haar ruimtelijke structuur en haar identiteit in belangrijke mate aan het water. Met de vaststelling van de 'Visie op het water van de binnenstad' heeft de deelraad de intentie om de ruimtelijke kwaliteit van het stadsbeeld te versterken en om een inhoudelijk toetsingskader te bieden voor het beoordelen van ontwikkelingen en initiatieven voor het water en de oevers. Daarvoor geeft de visie aan:
De visie gaat niet over het varen: beleid en regelgeving voor het dynamisch gebruik van het water is een bevoegdheid van de centrale stad als vaarwegbeheerder. Waternet (namens de centrale stad) geeft de exploitatievergunningen voor het commercieel passagiersvervoer af en houdt toezicht op het gebruik van de vaarwegen. Er is wel een nauwe relatie met het stadsdeel, omdat het stadsdeel bevoegd is om afmeerlocaties aan te wijzen.
Het streven is om een intensief en veelzijdig gebruik van het water als vaarweg en openbare ruimte mogelijk te maken, mits de drukte en de overlast beheersbaar blijven en de veiligheid niet in het gedrang komt. Het stadsdeel wil dynamisch gebruik van het water zoveel mogelijk stimuleren en faciliteren, waarbij extra aandacht uitgaat naar passagiersvervoer over water, de mogelijkheden van kleinschalig goederenvervoer, ruimte voor pleziervaart en milieuvriendelijke vervoersvormen.
Algemene uitgangspunten bij de planvorming voor waterfuncties en walvoorzieningen zijn het zorgdragen voor een goede (juridische en ruimtelijke) afstemming tussen water- en walbeleid en voor inhoudelijke samenhang met bestaand beleid voor kade- en oevergebruik.
Steigerplan (2008)
De algemene doelstelling van het steigerplan luidt: zorg voor een maximaal faciliteren van bedrijfsmatig vervoer over water (personen en goederen), in samenwerking met de marktpartijen en de centrale stad tegen de achtergrond van de vraag hoeveel extra vaarbewegingen het water aankan. Dit heeft geleid tot een aantal locaties van op- en afstapvoorzieningen. Een belangrijke subdoelstelling is om tevens een beleidskader te scheppen voor steigers en watergebruik voor niet-commerciële doeleinden.
Beleidsformulering voor het gebruik van steigers in de binnenstad vindt plaats met de volgende uitgangspunten:
Planning van een net van (nieuwe en bestaande) op- en afstaplocaties ten behoeve van (passagiers)vervoer te water met de volgende uitgangspunten:
Notitie afmeerbeleid voor pleziervaartuigen in de binnenstad (2007)
In deze notitie is aangegeven dat het dagelijks bestuur het afmeren van pleziervaartuigen beter wil reguleren door overal waar afgemeerd mag worden haalkommen aan te brengen. Aan de kades of gedeelten daarvan waar geen haalkommen zijn aangebracht, mag dus ook niet afgemeerd worden, evenmin aan bomen, fietsenrekken, parkeerhekjes of brugleuningen. Verder worden in deze notitie 2 extra 3 x 24 uurslocaties in het vooruitzicht gesteld (Herengracht tussen Amstel en Utrechtsestraat en Kloveniersburgwal).
Uitvoeringsnotitie bedrijfsvaartuigenbeleid in de binnenstad (2008)
Nadat de afgelopen jaren alle woonboten van een ligplaatsvergunning zijn voorzien is met de uitvoeringsnotitie bedrijfsvaartuigenbeleid ook eenzelfde traject ingezet voor bedrijfsvaartuigen. In Amsterdam mag alleen een bedrijfsmatige activiteit worden ontplooid op een boot als dit een watergebonden activiteit is. Dus bijvoorbeeld een rondvaartrederij, een woonbootmuseum of een scheepsreparatiebedrijf. Hotels, horeca, kantoren en dergelijke zijn niet toegestaan. Inmiddels is na maatschappelijk overleg besloten dat in dit bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid voor het dagelijks bestuur wordt opgenomen om voor maximaal 43 woonboten de functie te wijzigen naar een functie voor het bedrijfsmatig verschaffen van logies, niet zijnde Bed&Breakfast.
Alle bedrijfsvaartuigeigenaren zijn in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat ze watergebonden bedrijfsactiviteiten uitoefenen op een boot. Degenen die daar niet in slaagden hebben op maat een overgangstermijn gekregen met als uiteindelijk doel beëindiging van de niet toegestane activiteiten en/of verwijdering van de boot. Een groot aantal ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen zijn niet voorzien in de bestaande bestemmingsplannen. In dit bestemmingsplan zijn de ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen opgenomen als de eigenaren in het bezit zijn van een ligplaatsvergunning.
Welstand op het Water en de Bootrichtlijnen 2008/2009
In januari 2009 is de 'Nota Welstand op het Water' vastgesteld door de deelraad. Het dagelijks bestuur heeft de 'Bootrichtlijnen 2008' vastgesteld. Deze laatste richtlijnen vormen eigenlijk vergelijkbare regels voor woonboten en bedrijfsvaartuigen als de Bouwverordening dat doet voor gebouwen op de wal. Met deze regels kan het uiterlijk van woonboten meer in overeenstemming worden gebracht met het beschermd stadsgezicht.
Beoordelingscriteria voor historische boten in de binnenstad
Op uitdrukkelijk verzoek van de deelraad gaat het dagelijks bestuur beleidsvoorstellen doen voor het behoud van historische boten in de binnenstad. Daartoe zijn als eerste stap criteria ontwikkeld om te kunnen beoordelen of een boot historisch is of niet. Een inventarisatie van alle woonboten en bedrijfsvaartuigen in de binnenstad is inmiddels klaar. Op basis hiervan kunnen voorstellen voor een behoudsbeleid worden ontwikkeld. In deze voorstellen wordt dan ook nader bekeken of een en ander nog in het bestemmingsplan zou moeten worden vastgelegd.
Wateragenda (2010)
In februari 2010 heeft het dagelijks bestuur de Wateragenda vastgesteld. Voor stadsdeel Centrum biedt het meewerken en uitvoeren van de Wateragenda vooral kansen om de onevenredig grote druk op het binnenwater wat te ontlasten. Vooral het vinden van ligplaatsen voor rondvaartboten in andere stadsdelen biedt hiervoor soelaas. Ook wordt in de Wateragenda de vraaggesteld of het ongebreideld afmeren van pleziervaartuigen zou moeten worden tegengegaan. Het stadsdeel is al druk bezig om meer op- en afstaplocaties voor vervoer over water van goederen en passagiers te realiseren (Steigerplan). Andere belangrijke onderwerpen zijn: varen in nieuwe gebieden (zoals IJburg), passagiersvervoer in onbekende (toeristische) gebieden en goederenvervoer over water.
Uitgangspunten verbeteren waterafvoerroute naar gemaal Zeeburg (2011)
De afvoerroute van het water vanuit het achterland van de Amstel en wijde omstreken in de richting van gemaal Zeeburg functioneert onvoldoende. Als het overtollig water niet naar het westen kan stromen (hoge zeespiegel) moet al het water via smalle wateren worden afgevoerd naar het gemaal Zeeburg. Het oostelijk deel van de binnenstad wordt daarom het 'gevoelig gebied' genoemd. In de uitgangspuntennotitie worden maatregelen voorgesteld voor de kortere en langere termijn om de doorstroming te verbeteren. Bijvoorbeeld bouwtechnische maatregelen aan brugpijlers, landhoofden, de afgemeerde woonboten of afmeervoorzieningen en andere objecten in het water. In het bestemmingsplan 'Water' is een dubbelbestemming aan dit gebied gegeven (Waterstaat - Waterbergingsgebied) die ten opzichte van het overige water een aantal beperkingen en bevoegdheden kent voor het dagelijks bestuur gericht op het verbeteren van de doorstroming van het water.
Nota Bereikbaarheid Binnenstad 2004-2009 / Garageverordening Amsterdam-Centrum 2005
Nieuwe garages kunnen alleen na wijziging van het bestemmingsplan worden gerealiseerd. In de regels op het bestemmingsplan zijn criteria opgenomen waaraan wordt getoetst bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid. Tevens wordt getoetst of de garage voldoet aan het algemene parkeerbeleid, zoals dit is vastgelegd in de Nota Bereikbaarheid Binnenstad 2004 – 2009 en in de Garageverordening 2005. Tenslotte speelt het leefmilieu een rol bij het toestaan van een inpandige parkeergelegenheid.
Hotelbeleid Binnenstad 2012 - 2015
Het Hotelbeleid Binnenstad 2012 - 2015 bestaat uit twee delen. Deel I Beleidskader is vastgesteld door de deelraad op 27 maart 2012. De deelraad heeft ingestemd met de inhoud van Deel II Beleidsregels. Dit deel is op 10 april 2012 door het dagelijks bestuur vastgesteld. Het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 is op 20 april 2012 in werking getreden.
In het Hotelbeleid Binnenstad 2012 - 2015 wordt nog meer dan in het vorige hotelbeleid (Hotelbeleid Binnenstad 2008 - 2011) ingezet op spreiding in aansluiting op het centraal stedelijk hotelbeleid en de Structuurvisie van de centrale stad en in aansluiting op het belang van de juiste balans tussen wonen, werken en recreëren in de binnenstad; de functiemenging.
In Deel I: het beleidskader is ten aanzien van hotelmatige voorzieningen op het water de volgende tekst opgenomen:
"Het stadsdeel werkt aan nieuw beleid voor hotelmatige voorzieningen op het water en aan voorstellen die gericht zijn aan diverse bevoegde bestuursorganen om de regelgeving aan te passen zodat hotelmatige voorzieningen op het water mogelijk worden gemaakt."
Het beleid voor hotelmatige voorzieningen op het water is nog in ontwikkeling.