Plan: | Huidekoperstraat 13-17 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1002BPSTD-OH01 |
Functies
De belangrijkste bestemming is de bestemmingen 'Gemengd'. Op gronden met de bestemming 'Gemengd' zijn de volgende functies toegelaten: wonen, short stay, kantoren, kantoren met baliefunctie, openbare en bijzondere voorzieningen, galeries, bedrijven, gebouwde parkeervoorzieningen, detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening.
Bouwregels en gebruiksregels
Artikel 3.2 bevat de bouwregels. Deze regels vloeien grotendeels voort uit het in hoofdstuk 2 verwoorde gemeentelijke beleid. Enkele bepalingen worden nader toegelicht.
De regeling voor goot- en bouwhoogten en de ligging van de achtergevelrooilijn is in hoofdstuk 3 toegelicht. Om te voorkomen dat zogenaamde onderstukken (bebouwing in één bouwlaag) ontstaan, waardoor het gewenste gevelbeeld verstoord zou worden, bedraagt de bouwhoogte van gebouwen minimaal 9 meter. Een belangrijke bepaling is vedrer de gegarandeerde ontsluiting van hogere bouwlagen. Voorts is geregeld dat het samenvoegen van percelen niet is toegestaan.
Het geheel aan bouwregels wordt gecompleteerd door een stelsel van nadere eisen in artikel 3.3. Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan de situering en afmeting van bebouwing. Hieronder zijn het aantal bouwlagen en de dakconstructie mede begrepen. Nadere eisen kunnen worden gesteld indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel en/of versterking van de karakteristiek van het stadsgezicht dan wel in verband met de licht- en luchttoetreding van de omringende bebouwing. Dit laatste zal zich met name in hoeken van bouwblokken voordoen.
In artikel 3.3 zijn de regen om bij omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels opgenomen met de objectieve criteria waaraan wordt getoetst. Toepassing van een afwijkingsmogelijkheid mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of dat aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied onevenredige afbreuk wordt gedaan.
Bij omgevingsvergunning afwijken voor schoorstenen en ventilatie-inrichtingen is alleen mogelijk op grond van aantoonbaar technische redenen, rekening houdend met de bouwhoogte van omringende bebouwing.
Bij omgevingsvergunnig afwijken voor een dakterras is onder voorwaarden mogelijk binnen de bestemmingen 'Gemengd'.
Bij omgevingsvergunning afwijken van de opgenomen goot- en bouwhoogte is alleen mogelijk indien de goothoogten onderling van de gebouwen Huidekoperstraat 13-15 en Huidekoperstraat 17 tenminste 0,5 meter t.o.v. elkaar verschillen. Door de ophoging van panden mogen de variatie, de hoekaccenten en de toonaangevende elementen niet worden aangepast.
De specifieke gebruiksregels die gelden voor de verschillende functies, zijn opgenomen in artikel 3.5. Het bestemmingsplan beoogt het dynamische karakter van het stadsdeel te behouden en te versterken en de functiemenging te handhaven. Om deze functiemenging te behouden is het beleid mede gericht op handhaving en versterking van de binnenstad als belangrijk werkgebied van Amsterdam.
Wonen is in het plangebied op alle bouwlagen toegestaan. De woonfunctie wordt beschermd door de Regionale Huisvestingsverordening. Het beleid is erop gericht woningonttrekking tegen te gaan.
Kantoren met of zonder baliefunctie zijn in het plangebied op alle bouwlagen toegestaan.
Openbare en bijzondere voorzieningen zijn binnen de bestemming 'Gemengd' toegestaan.
Een definitie van dit verzamelbegrip is opgenomen in artikel 1.31 van de regels. Voor openbare en bijzonder voorzieningen geldt binnen 'Gemengd' een maximum vloeroppervlak van 500 m². Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken ten behoeve van de vestiging van een openbare of bijzondere functie met een groter vloeroppervlak.
Bedrijven zijn toegestaan. Om te voorkomen dat (te) milieuhinderlijke bedrijven zich vestigen, is een nadere regeling opgenomen. Bedrijven behorende tot de categorieën 1, 2 van de in de bijlage opgenomen Staat van Inrichtingen zijn toegestaan, indien tevens aan de in de regels gestelde voorwaarden wordt voldaan. De regeling bevat voorts een aantal flexibiliteitsbepalingen aangaande de Staat van Inrichtingen. Bij omgevingsvergunning afwijken is mogelijk voor inrichtingen die niet op de Staat van Inrichtingen voorkomen en voor inrichtingen die in een hogere categorie zijn ingedeeld maar wat betreft milieuhinder overeenkomen met de toegestane inrichtingen.
Galeries zijn in het plangebied toegestaan.
De ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan aanwezige inpandige parkeervoorzieningen zijn toegestaan, mits daarvoor onherroepelijk een garagevergunning is verleend. Het gaat hierbij zowel om parkeren voor woningen als voor bedrijven. Voor het realiseren van een nieuwe inpandige parkeervoorziening is een wijzigingsbevoegdheid voor het dagelijks bestuur opgenomen. Voor het realiseren van ondergrondse parkeervoorzieningen is een geohydrologisch onderzoek nodig dat ter toetsing aan Waternet zal worden voorgelegd. Waternet voert voor de gemeente Amsterdam de grondwaterzorgtaak uit.
Voor het realiseren van nieuwe inpandige en ondergrondse fietsenstallingen is een wijzigingsbevoegdheid voor het dagelijks bestuur opgenomen. Voor het realiseren van ondergrondse fietsenstallingen is eveneens een geohydrologisch onderzoek nodig dat ter toetsing aan Waternet zal worden voorgelegd.
Een klein gedeelte van de gronden binnen het plangebied heeft de bestemming 'Tuin'. Deze gronden mogen worden gebruikt als tuinen en erven. Voor deze gronden geldt een specifieke gebruiksbepaling. Aangezien de gronden van het binnenterrein van het bouwblok aan de tuinbestemming grenst en deze gronden al sinds jaren in gebruik zijn als parkeerterrein mogen deze gronden ten behoeve van parkeerdoeleinden wordengebruikt.
Op basis van de archeologische verwachtingswaarden is de dubbelbestemming 'Waarde-archeologie' opgenomen. Voor het gebied met de dubbelbestemming 'Waarde-archeologie' geldt een lage verwachtingswaarde. Bij voorgenomen uitvoering van ondergrondse werken en bouwwerken wordt in een gebied met een lage verwachtingswaarde bij bouwprojecten vanaf 500 m2 en een diepte van 3 meter een archeologisch rapport verlangd.
Voor de uitvoering van ondergrondse werken van een bepaalde omvang is een aanlegvergunningstelsel van toepassing. Bij de vergunningaanvraag moet een rapport worden ingediend.
Aan zowel de bouwvergunning als de aanlegvergunning kunnen voorschriften worden verbonden met het oog op de archeologische monumentenzorg.
De dubbelbestemming is primair ten opzichte van de andere aan de gronden gegeven bestemmingen. Het bestemmingsplan bevat een wijzigingsbevoegdheid voor het dagelijks bestuur om de dubbelbestemming te schrappen indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.
Op 29 januari 1999 is het besluit tot aanwijzing van de Amsterdamse Binnenstad tot beschermd stadsgezicht genomen. Het plangebied van het bestemmingsplan Huidekoperstraat 13-17 ligt geheel binnen de begrenzing van het aangewezen gebied. In hoofdstuk 3 is aandacht geschonken aan de cultuurhistorische ontwikkeling. De gronden binnen het plangebeid van Huidekoperstraat 13-17 hebben de dubbelbestemming 'Waarde-cultuurhistorie' gekregen. Behoud van de cultuurhistorische - en architectonische waarden staat bij de gronden met deze bestemming voorop. Om die reden is de bestemming primair gemaakt aan de overige aan deze gronden gegeven bestemmingen, met uitzondering van de dubbelbestemming 'Waarde-archeologie D'. Dit betekent dat bij de toetsing van bouwaanvragen altijd dient te worden beoordeeld of het bouwplan voldoet aan de bestemmingsomschrijving en bouwregels uit deze regel.
Teneinde te voorkomen dat de regel in de weg staat aan de ontwikkeling van het binnen de bestemming 'Waarde-cultuurhistorie' gelegen gebied, is een aanvullend criterium opgenomen dat bij de beoordeling van ontheffingen dient te worden meegenomen. In de genoemde regels wordt hiernaar verwezen.