Plan: | Huidekoperstraat 13-17 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1002BPSTD-OH01 |
Met het bestemmingsplan wordt beoogd een nieuwe ontwikkeling in de zin van woningbouw in het plangebied te regelen en het gemeentelijk beleid te vertalen. Dit heeft geleid tot een een aantal gebruiksregels en bebouwingsregels. Middelen om een bestemmingsplan voldoende flexibel te houden zijn de wijzigingsbevoegdheden en de bevoegdheden om bij omgevingsvergunning af te wijken. Deze laatste vervangt op 1 oktober 2010, bij invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de binnenplanse ontheffingsbevoegdheden. Wanneer het plan voorziet in deze bevoegdheden, hoeven in voorkomend gevallen geen veelal zwaardere en langdurigere planherzieningen of wettelijke afwijkingsmogelijkheden (tot invoering van de Wabo projectbesluiten ex artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening) in procedure te worden gebracht. De afwijkingsbevoegdheden zijn bedoeld voor de bebouwingsregels, bijvoorbeeld van de maximale bouwhoogte, en bijzondere gebruiksregels, zoals een ontheffing van het maximale vloeroppervlak. De wijzigingsbevoegdheden zijn bedoeld voor het realiseren van een andere functie, bijvoorbeeld een ondergrondse parkeervoorziening of een hotel. In de regels zijn de bevoegdheden van criteria voorzien. Belangrijke algemene criteria zijn dat de toepassing van een afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid niet tot gevolg mag hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan.
Bij omgevingsvergunning afwijken zal geen automatisme zijn. Wijzigingen zullen niet vanzelfsprekend worden doorgevoerd. Elk verzoek om toepassing van een van deze bevoegdheden zal aan de criteria worden getoetst. Voldoen aan de criteria betekent niet per definitie dat bij omgevingsvergunning zal worden afgeweken of een wijziging zal worden doorgevoerd. Ruimtelijke ordening is immers een kwestie van belangenafweging.
Artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt, dat op de procedure van een wijzigingsplan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Dit houdt in dat het ontwerpwijzigingsplan voor zes weken ter inzage wordt gelegd en dat belanghebbenden hun zienswijze ten aanzien van het ontwerpwijzigingsplan kunnen indienen.