direct naar inhoud van 4.3 Openbare en bijzondere voorzieningen
Plan: Huidekoperstraat 13-17
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1002BPSTD-OH01

4.3 Openbare en bijzondere voorzieningen

4.3.1 Algemeen

De term voorzieningen omvat een grote groep van diverse soorten functies, waarbij onderscheid kan worden gemaakt naar openbare voorzieningen en bijzondere voorzieningen. Een deel van de openbare en bijzondere voorzieningen behoort tot de maatschappelijke voorzieningen.

Openbare voorzieningen bieden diensten en/of goederen aan die een 'basisbehoefte' vormen en moeten daarom voor een ieder toegankelijk zijn. In de regel worden dit soort voorzieningen aangeboden of door de overheid zelf, of door niet-commerciële instellingen (non-profit). Zij kunnen zowel kleinschalig (buurt-, wijk- of stadsdeelniveau) als grootschalig (stadsdeeloverschrijdend, stedelijk en regionaal niveau) zijn. Voorbeelden van kleinschalige openbare voorzieningen zijn buurt- en wijkcentra, basis- en voortgezet onderwijs, centrum voor gezondheidszorg, huisarts, kinderopvang, opvang van bepaalde doelgroepen en gemeentelijke instellingen en diensten zoals een wijkvoorziening van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Voorbeelden van grootschalige openbare voorzieningen zijn middelbaar en hoger onderwijs, centraal-stedelijk bestuur en gemeentelijke diensten zoals een hoofdbureau van politie, een ziekenhuis of openbare nutsbedrijven.

Bijzondere voorzieningen hebben veelal een culturele doelstelling, zowel in de betekenis van het informeren, verspreiden, tentoonstellen en/of opvoeren van kunst, ontspanning en vermaak, als in de zin van het uiting geven aan waarden en normen (voorzieningen met een ideële, religieuze en/of levensbeschouwelijke doelstelling). Ook de bijzondere voorzieningen kunnen zowel kleinschalig als grootschalig zijn. Voorbeelden van kleinschalige bijzondere voorzieningen zijn een buurttheater of een kerkgenootschap. Voorbeelden van grootschalige bijzondere voorzieningen zijn theaters, musea, recreatieve voorzieningen, bioscopen, tentoonstellingsruimten, sporthallen. De aangeboden diensten en goederen behoren in het algemeen niet tot de basisbehoeften. Voor deze voorzieningen geldt bovendien dat zij niet alleen worden aangeboden door de overheid of door niet-commerciële instellingen, maar ook door commerciële ondernemingen.

Bij maatschappelijke voorzieningen gaat het om voorzieningen die voor de samenleving onmisbaar zijn of die daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Dit maatschappelijk belang komt vaak tot uiting in de exploitatievorm (en vaak ook in de vorm van specifiek geformuleerd beleid). Bij de maatschappelijke voorzieningen gaat het dus in het algemeen om voorzieningen die worden aangeboden:

  • door de overheid zelf en/of
  • door niet-commerciële, door de overheid of uit algemene middelen gesubsidieerde instellingen.

Voorbeelden van maatschappelijke voorzieningen zijn openbare voorzieningen als onderwijs, gezondheidszorg en kinderopvang, en bijzondere voorzieningen als bibliotheken, gesubsidieerde musea, lokale media of media met een bijzondere doelgroep, zwembaden en sporthallen.

Zowel een openbare als een bijzondere voorziening kan tot de bestemming 'Maatschappelijk' behoren. In dit bestemmingsplan hebben twee onderwijspanden de bestemming 'Maatschappelijk' gekregen. Openbare en bijzondere voorzieningen mogen zich ook vestigen binnen de bestemming 'Gemengd'. Commerciële of niet gesubsidieerde voorzieningen passen niet binnen de bestemming 'Maatschappelijk'.

Aangezien veranderende marktverhoudingen en maatschappelijke ontwikkelingen voortdurend voor verschuivingen zorgen, is het niet mogelijk en niet wenselijk om voorzieningen permanent aan één bestemming toe te delen. Een dergelijke ontwikkeling is de privatisering van de openbare nutsvoorzieningen tot 'particuliere nutsvoorzieningen'. Zo werd gas en elektriciteit in het verleden aangeboden door het Gemeentelijk Energie Bedrijf (GEB), een openbare voorziening. Nu wordt dat gedaan door een commerciële onderneming (NUON). Een voorziening kan op een bepaald moment dus passen binnen de bestemming 'Maatschappelijk', en op een ander moment alleen passen binnen de bestemming 'Gemengd'. Openbare en bijzondere voorzieningen die niet vallen onder de maatschappelijke voorzieningen, mogen zich pas in deze panden vestigen nadat de bestemming 'Maatschappelijk' is gewijzigd in de bestemming 'Gemengd'. Overigens maken 'consumentverzorgende diensten' geen deel uit van de openbare en bijzondere voorzieningen. Bij consumentverzorgende dienstverlening worden geen goederen verkocht, maar wordt in de vorm van tijd (uren) een dienst aangekocht of ingehuurd bij een zelfstandige ondernemer. Deze diensten hebben in de regel dezelfde ruimtelijke uitstraling als winkels.

4.3.2 Uitgangspunten

Openbare- en bijzondere voorzieningen, inclusief maatschappelijke voorzieningen, zijn in het plangebied binnen de bestemming 'Gemengd' op alle bouwlagen toegestaan.

Voorzieningen voor kinderopvang (crèches, naschoolse opvang en dergelijke) zijn in beginsel ook binnen de bestemming 'Gemengd' toegestaan. Voorzieningen voor kinderopvang zijn niet toegestaan in bebouwing die direct grenst aan wegen die behoren tot het hoofdnet auto. De buitenring van de Singelgracht (Stadhouderskade) behoort tot het hoofdnet auto. Omdat de bebouwing in het plangebied niet in de eerste lijn aan deze weg ligt geldt deze beperking echter niet. In de Wet Kinderopvang (vastgesteld 1-1-2005) zijn normen vastgelegd van het aantal vierkante meters binnenruimte en buitenruimte per kindplaats. Zonder een direct op de hoofdbebouwing aansluitende buitenruimte mag een kinderdagverblijf niet worden geëxploiteerd. Voor de gronden met de bestemming 'Tuin' geldt dat het gebruik als buitenruimte ten behoeve van een school of kinderdagverblijf op grond van dit bestemmingsplan niet is toegestaan.

Binnen de bestemmingen 'Gemengd' geldt voor openbare en bijzondere voorzieningen een maximum bruto vloeroppervlak van 500 m2. Openbare en bijzondere voorzieningen groter dan 500 m2 binnen de bestemmingen 'Gemengd' zijn alleen toegestaan via een ontheffing. Deze ontheffing wordt alleen verleend wanneer het woon- en leefklimaat niet in onevenredige mate wordt aantast.