Plan: | Oostelijke binnenstad |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01 |
De bestemming 'Bedrijf-1' is toegekend aan scheepswerf Koning William aan de Hoogte Kadijk 145 b. Op gronden met deze bestemming is een scheepswerf toegestaan. Niet het gehele terrein mag bebouwd worden: bebouwing mag worden opgericht tot het bebouwingspercentage dat op de verbeelding is aangegeven. De onbebouwd gebleven erven mogen worden gebruikt voor opslag en parkeren ten dienste van de scheepswerf.
De bestemming 'Bedrijf-2' is toegekend aan scheepswerf 't Kromhout aan de Hoogte Kadijk 147. Op gronden met deze bestemming zijn een scheepswerf en een museum ten dienste van de scheepswerf toegestaan. Ook is hier horeca 6 mogelijk. Bebouwing is alleen toegestaan op het bouwvlak dat op de verbeelding is aangegeven. De onbebouwd gebleven gronden mogen worden gebruikt voor opslag en parkeren ten dienste van de scheepswerf.
De bestemming 'Bedrijf-3' is toegekend aan de bebouwing van het tankstation aan de kop van de Hoogte Kadijk/hoek Sarphatistraat. Op gronden met deze bestemming is een tankstation toegestaan. De onbebouwde gronden hebben de bestemming 'Verkeer'.
Dierentuin Artis heeft de bestemming 'Cultuur en Ontspanning-1' gekregen. Gronden met deze bestemming zijn aangewezen voor een dierentuin, groenvoorzieningen, waterpartijen, educatieve voorzieningen, kantoren en werkplaatsen ten behoeve van de dierentuin en bedrijfswoningen. De aanwezige horeca 2-, 3- en 4-gelegenheden zijn met een aanduiding op de verbeelding aangegeven.
Gebouwen zijn toegestaan ter plaatse waar een bouwvlak is aangegeven en binnen het maatvoeringsvlak zijn gebouwen toegestaan tot een maximum bebouwingspercentage.
De bestemming 'Cultuur en ontspanning-1' bevat een wijzigingsbevoegdheid voor de vestiging van een hotel, die alleen geldt voor bebouwing ter plaatse waar een bouwvlak is aangegeven.
Hortus Botanicus en de Overtuin hebben de bestemming "Cultuur en ontspanning-2' gekregen. Gronden met deze bestemming zijn aangewezen voor botanische tuin, natuureducatieve en recreatieve doeleinden, erven, groenvoorzieningen, voetpaden en waterpartijen. De bestaande horeca 3 gelegenheid is met een aanduiding op de verbeelding aangegeven.
Gebouwen zijn alleen toegestaan ter plaatse waar een bouwvlak is aangegeven.
De meeste bebouwing heeft de bestemming 'Gemengd-1 en -2 '. Op gronden met de bestemming 'Gemengd-1' zijn de volgende functies toegelaten: wonen, detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening, kantoren, openbare en bijzondere voorzieningen, galeries, horeca (waaronder hotels), bedrijven, inpandige en ondergrondse parkeervoorzieningen en fietsenstallingen.
In de bebouwing op gronden met de bestemming 'Gemengd-2' zijn dezelfde functies toegestaan in de bebouwing op gronden met de bestemming 'Gemengd-1' met uitzondering van wonen.
De bestemming 'Gemengd-2' is gegeven aan kantoorpanden of combinaties van panden met een niet-woonfunctie, waarvan het bruto vloeroppervlak 1000 m2 of meer bedraagt en die geen zelfstandige woningen bevatten.
In hoofdstuk 4 is aan de achtergrond van deze keuze aandacht besteed. In het kort is het beleid erop gericht omzetting naar woningen te voorkomen, teneinde werkgelegenheid voor de binnenstad te behouden (functiemenging). Immers realisatie van woningen brengt vaak splitsingen met zich mee. Splitsing van het eigendomsrecht betekent dat het nauwelijks meer mogelijk is om in naar wonen omgezette panden een werkgelegenheidsfunctie te laten terugkeren. Voor het omzetten van een of beide buitenste panden van een combinatie van panden met een niet-woonfunctie naar wonen, is een wijzigingsbevoegdheid voor het dagelijks bestuur opgenomen. Voorwaarde daarbij is onder meer dat het bruto vloeroppervlak van de resterende panden niet beneden de 1.000 m2 komt.
Woningen zijn alleen in de bestemming 'Gemengd-1' en 'Wonen-1 en -2' toegestaan, met uitzondering van de eerste bouwlaag van de bebouwing aan de Plantage Kerklaan, de Nieuwe Kerkstraat en de Plantage Middenlaan tot aan de Plantage Westermanlaan, waar woningen en inpandige parkeervoorzieningen niet zijn toegestaan. Deze straten zijn aangewezen als detailhandellint plus.
De woonfunctie wordt beschermd door de Regionale Huisvestingsverordening. Het beleid is erop gericht woningonttrekking tegen te gaan.
Openbare en bijzondere voorzieningen zijn overal in het plangebied toegestaan. Een definitie van dit verzamelbegrip is opgenomen in artikel 1 van de regels. Voor openbare en bijzondere voorzieningen geldt binnen 'Gemengd-1' een maximum vloeroppervlak van 500 m2 en binnen 'Gemengd-2' 1.000 m2. Met ontheffing is vestiging van een openbare of bijzondere functie met een groter vloeroppervlak toegestaan.
Galeries zijn overal in het plangebied toegestaan.
Deze functies zijn in de eerste bouwlaag van alle gemengde bestemmingen toegestaan, met uitzondering van de eerste bouwlaag van de bebouwing langs grachten en waterwegen. Detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening zijn wel toegestaan op hoeken van grachten en waterwegen met straten. Er is een beperking opgenomen voor het toegestane maximum bruto bedrijfsvloeroppervlak. Het regelen van dit bedrijfsvloeroppervlak is noodzakelijk om overmatige overlast door bevoorrading met (groot) vrachtverkeer te beperken en om aantasting van het stedenbouwkundige karakter van smalle straten als gevolg van grootschalige winkelpuien te voorkomen. Ontheffing voor een groter vloeroppervlak is mogelijk.
Horeca 1-4
Horeca 1-4 is uitsluitend toegestaan daar waar op de verbeelding de desbetreffende aanduiding voorkomt. Alleen de bestaande vestigingen zijn aangeduid. Er is een beperking opgenomen voor het toegestane maximum bruto bedrijfsvloeroppervlak. Met ontheffing is een groter oppervlak toegestaan. Voor nieuwvestiging van horeca 3 en 4 gelegenheden is een wijzigingsbevoegdheid voor het dagelijks bestuur opgenomen.
Horeca 5
Horeca-5 (hotels) is uitsluitend toegestaan daar waar op de verbeelding de desbetreffende aanduiding voorkomt. Alleen de bestaande vestigingen zijn aangeduid. Voor de uitbreiding of nieuwvestiging van hotels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het dagelijks bestuur. De toetsingscriteria zijn opgenomen.
Horeca 6.
Onder horeca 6 wordt culturele horeca verstaan die wordt uitgeoefend in en gebouw dat primair een culturele of museale functie heeft. Deze panden zijn met een gebiedsaanduiding op de verbeelding aangegeven. De horeca kan alleen worden gevestigd, waaneer de instelling voldoet aan bepaalde in de regels genoemde criteria en nadat het dagelijks bestuur ontheffing verleend. De ontheffing vervalt van rechtswege wanneer de primaire culturele of museale activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd.
Binnen de bestemming 'Gemengd-1' en 'Gemengd-2" zijn bedrijven overal toegestaan Om te voorkomen dat (te) milieuhinderlijke bedrijven zich vestigen, is bepaald dat bedrijven behorende tot de categorieën 1 en 2 van de in de bijlage opgenomen Staat van Inrichtingen zijn toegestaan, indien tevens aan de in de regels gestelde voorwaarden wordt voldaan. Bestaande bedrijven die in een hogere categorie zijn in te delen, zijn in bijlage 2 bij de regels met name genoemd en toegestaan. De regeling bevat voorts een aantal flexibiliteitsbepalingen aangaande de Staat van Inrichtingen. Ontheffing kan worden verleend voor inrichtingen die niet op de Staat van Inrichtingen voorkomen en voor inrichtingen die in een hogere categorie zijn ingedeeld maar wat betreft milieuhinder overeenkomst met de toegestane inrichtingen.
De ten tijde van de terinzagelegging van het bestemmingsplan aanwezige ondergrondse en inpandige parkeervoorzieningen zijn toegestaan, mits daarvoor onherroepelijk een garagevergunning is verleend. Het gaat hierbij zowel om parkeren voor woningen als voor bedrijven. Voor het realiseren van een nieuwe ondergrondse parkeervoorziening is een wijzigingsbevoegdheid voor het dagelijks bestuur opgenomen. Het aanbrengen van ondergrondse constructies levert een barrière op in het grondwater. Hierdoor kunnen negatieve effecten ontstaan, zoals grondwateroverlast in souterrains of grondwateronderlast door het droogvallen van houten paalfunderingen. Voor het realiseren van ondergrondse parkeervoorzieningen is een geohydrologisch onderzoek nodig dat ter toetsing aan Waternet moet worden voorgelegd. Waternet voert voor de gemeente Amsterdam de grondwaterzorgtaak uit.
Fietsenstallingen zijn in de eerste bouwlaag van bebouwing toegestaan. De ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan aanwezige ondergrondse fietsenstallingen zijn eveneens toegestaan. Voor het realiseren van nieuwe ondergrondse fietsenstallingen is een wijzigingsbevoegdheid voor het dagelijks bestuur opgenomen. Het aanbrengen van ondergrondse constructies levert een barrière op in het grondwater. Hierdoor kunnen negatieve effecten ontstaan zoals grondwateroverlast in souterrains of grondwateronderlast door het droogvallen van houten paalfunderingen. Voor het realiseren van ondergrondse fiestenstallingen is een geohydrologisch onderzoek nodig dat ter toetsing aan Waternet moet worden voorgelegd. Waternet voert voor de gemeente Amsterdam de grondwaterzorgtaak uit.
Binnen de gemengde bestemming zijn diverse ontheffingsbevoegdheden opgenomen. Het bestemmingsplan beoogt het dynamische karakter van het stadsdeel te behouden en te versterken. Toepassing van de ontheffingsbevoegdheid mag niet tot gevolg hebben dat de functiemenging wordt aangetast. Daarnaast bevat de gemengde bestemming wijzigingsbevoegdheden voor het dagelijks bestuur voor het realiseren van inpandige parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, horeca 5 (hotels), horeca 3 en 4, voor het omzetten van additionele horeca naar zelfstandige horeca, het wijzigen van orde 2 in orde 1 panden en voor het omzetten van (een gedeelte van) combinaties van niet-woonpanden groter dan 1.000 m2 naar wonen.
Binnen de bestemming 'Groen' zijn de volgende functies toegelaten: plantsoenen, parken, pleinen, speelplaatsen, straatmeubilair en bijbehorende fiets- en voetpaden.
De in het plangebied aanwezige onderwijsinstellingen hebben overeenkomstig het geldende beleid de bestemming 'Maatschappelijk-1' gekregen. De ratio van deze bestemmingsregeling is het behoud van panden met een onderwijsfunctie voor onderwijs of andere maatschappelijke doeleinden. Wonen is in deze panden uitgesloten. Voor panden met deze maatschappelijke bestemming gelden in grote lijnen dezelfde bebouwingsregels als voor de gemengde bestemming. De bepalingen die dienen ter bescherming van het beschermde stadsgezicht zijn vanzelfsprekend onverkort van toepassing.
De gronden op het Roeterseiland waar diverse faculteiten van de Universiteit van Amsterdam (UvA) zijn gesitueerd hebben de bestemming 'Maatschappelijk-2' gekregen. De gronden met deze bestemming zijn aangewezen voor onderwijsvoorzieningen, wonen, detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening, horeca 3 en 4, galeries, tuinen en erven en verkeer.
Op de gronden die worden begrensd door de Plantage Muidergracht, de Nieuwe Prinsengracht en de Nieuwe Achtergracht is wonen niet toegestaan. Deze gronden hebben op de verbeelding de aanduiding 'Wonen niet toegestaan (-W)' gekregen.
Gebouwen zijn op de bestemming 'Maatschappelijk 2' toegestaan tot een maximum bebouwingspercentage van 75%.
Het sportterrein van Swift heeft de bestemming 'Sport' gekregen. Gronden met deze bestemming zijn aangewezen voor sportvoorzieningen, groenvoorzieningen en erven ten behoeve van sportvoorzieningen. Tevens is hier kinderopvang toegestaan.
Gebouwen met een bouwhoogte van 7 meter zijn toegestaan tot een maximum bebouwingspercentage zoals aangegeven op de verbeelding.
Tuin-1
De tuinen en erven behorende bij de in het plangebied voorkomende panden zijn als 'Tuin -1', 'Tuin-2' en 'Tuin-3' bestemd. De tuinen en erven die op binnenterreinen zijn gelegen hebben de bestemming ' Tuin-1' gekregen. De bestemming 'Tuin-1' bevat een ontheffingsbevoegdheid voor de bouw van aanbouwen en de bouw van schuurtjes. De maximale diepte van een aanbouw bedraagt 3 meter. De ontheffing wordt alleen verleend, wanneer er zes meter open ruimte tussen de achtergevel en de erfgrens over blijft. De schuurtjes zijn eveneens aan maximale maten gebonden.
Keurtuinen
Binnen het bestemmingsplangebied liggen twee keurtuinen op de bestemming 'Tuin-1', 'Tuin-2' en 'Tuin-3'. Eén ligt binnen het bouwblok dat wordt begrensd door de Nieuwe Keizersgracht, de Weesperstraat, de Nieuwe Kerkstraat en de Amstel. De andere ligt binnen het bouwblok dat wordt begrensd door de Weesperstraat, de Nieuwe Keizersgracht en het Hortus Plantsoen. De keurtuinen zijn met de aanduiding 'specifieke vorm van tuin- keurtuin' op de verbeelding aangegeven. Op gronden met deze aanduiding mag onder bepaalde voorwaarden met ontheffing een tuinhuis worden opgericht aan de achterzijde van het perceel van een bepaalde grootte, zoals in de regels opgenomen.
Tuin-2
Tuinen die grenzen aan de openbare ruimte, zijn bestemd voor 'Tuin-2'. Op deze tuinen mogen geen nieuwe gebouwen worden opgericht. Op gronden met de bestemming 'Tuin-2' is een erfafscheiding met een hoogte van 1 meter toegestaan.
Op 'Tuin 1' en 'Tuin 2' wordt op enkele plekken geparkeerd. Deze locaties zijn met de aanduiding 'specifieke vorm van tuin-parkeren' aangegeven op de verbeelding. In afwijking van de gebruiksregeling voor de bestemmingen Tuin 1 en Tuin 2 is parkeren op de aangeduide locaties toegestaan.
Tuin-3
De bestaande bebouwing op tuinen heeft de bestemming 'Tuin-3' gekregen. Deze bebouwing mag gehandhaafd worden en geheel worden vernieuwd, doch niet worden vergroot. Hierbij dienen de bestaande goot- en bouwhoogtes in acht te worden genomen. Peildatum is de terinzagelegging van het ontwerp van het plan. Ingeval de hoofdbebouwing op hetzelfde perceel op de gronden met de gemengde of maatschappelijke bestemming wordt gesloopt, mogen de bestaande (bij)gebouwen op hetzelfde bouwperceel niet worden gehandhaafd.
Ook de tuinbestemming kent een wijzigingsbevoegdheid voor ondergrondse parkeervoorzieningen en/of fietsenstallingen, echter uitgezonderd voor gronden met de aanduiding keurtuinen. Het dak dient minimaal 1 meter onder het maaiveld te worden geprojecteerd. De bestemming kent verder bijzondere gebruiksbepalingen en een stelsel van nadere eisen.
Deze bestemming is bedoeld voor het verkeersareaal en de openbare ruimte. Voor de inrichting van de openbare ruimte zijn regels gegeven, zoals de maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde. De regels bevatten ook voor deze bestemming een wijzigingsbevoegdheid voor ondergronds parkeren en stallen, en een stelsel van nadere eisen.
Al het water in het plangebied heeft deze bestemming gekregen. Vanwege de gewenste flexibiliteit is ook in deze bestemming een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor ondergronds parkeren/stallen. Steigers zijn alleen toegestaan waar dat op de verbeelding is aangegeven. Voor de bouw van steigers is een keurontheffing nodig van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht.
Woonboten mogen ligplaats innemen daar waar dat op de verbeelding is opgenomen met een aanduiding. De aanduidingen beslaan verschillende gebieden (rakken) waarbinnen steeds maximaal het aangegeven aantal woonboten is toegestaan. Een dergelijke aanduiding luidt bijvoorbeeld als volgt: 'specifieke vorm van water - zone ligplaatsen woonboten maximum aantal ligplaatsen'. Door interactie met de digitale verbeelding wordt het aantal zichtbaar. Buiten de aanduidingen zijn woonboten niet toegestaan.
Een aantal panden op de Kadijken en de bouwblokken tussen de Kazernestraat en het Alexanderplein hebben de bestemming 'Wonen-1' gekregen. Voor gronden met deze bestemming geldt dat wonen overal is toegestaan. Behalve wonen zijn op de eerste en tweede bouwlaag ook andere functies toegelaten zoals bedrijven, kantoren en openbare en bijzondere voorzieningen. Detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening en horeca zijn alleen in de eerste bouwlaag toegestaan.
De woonfunctie wordt beschermd door de Regionale Huisvestingsverordening. Het beleid is erop gericht woningonttrekking tegen te gaan.
De bestaande woningen op het binnenterrein dat wordt begrensd door de Alexanderstraat, de Alexanderkade, de Kazernestraat en de Sarphatistraat heeft de bestemming 'Wonen-2' gekregen. De gronden met deze bestemming zijn aangewezen voor woningen en ateliers. De aanbouwen en schuurtjes hebben de bestemming 'Tuin-3' gekregen.
In het plangebied zijn primaire en secundaire waterkeringen aanwezig. Zij hebben de bestemming 'Waterstaat/Waterkering' . Dit is een dubbelbestemming. Dat betekent dat de bestemming geldt, naast de andere bestemmingen die aan de gronden zijn gegeven. De regels die gelden voor deze dubbelbestemming gaan voor die van de andere bestemmingen, met uitzondering van de regels voor de dubbelbestemmingen 'Archeologie A tot en met C, I en L', die voorrang hebben op de regels voor 'Waterstaat/Waterkering'. Op of in de tot ' Waterstaat/Waterkering' bestemde gronden mogen uitsluitend waterstaatkundige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die noodzakelijk zijn in verband met de waterhuishouding worden opgericht.
Op basis van de archeologische verwachtingswaarden zijn vijf dubbelbestemmingen Waarde-archeologie opgenomen. Waarde-archeologie A is gegeven aan gronden met een bekende archeologische vindplaats, Waarde-archeologie B is gegeven aan gronden met een hoge archeologische verwachting, Waarde-archeologie C is gegeven aan gronden met een lage archeologische verwachting, evenals Waarde-archeologie I, met dien verstande dat de dubbelbestemming Waarde-archeologie I alleen op gronden rust die, conform de feitelijke situatie, de bestemming water heeft. Waarde-archeologie L is aan gronden toegekend die een lage verwachting hebben. Al naar gelang de verwachtingswaarde, wordt bij voorgenomen uitvoering van ondergrondse werken en bouwwerken een archeologisch rapport verlangd. Voor de uitvoering van ondergrondse werken van een bepaalde omvang is een aanlegvergunningstelsel van toepassing. Bij de vergunningaanvraag moet een rapport worden ingediend. Ook hier geldt dat bij een hogere verwachtingswaarde de vergunning vereist is bij een kleine ingreep, terwijl bij een lagere verwachtingswaarde pas bij een forsere ingreep een aanlegvergunning is vereist.
Aan zowel de bouwvergunning als de aanlegvergunning kunnen voorschriften worden verbonden met het oog op de archeologische monumentenzorg.
De dubbelbestemmingen zijn primair ten opzichte van de andere aan de gronden gegeven bestemmingen.
Op 29 januari 1999 is het besluit tot aanwijzing van de Amsterdamse Binnenstad tot beschermd stadsgezicht genomen. In hoofdstuk 3 is uitvoerig aandacht besteed aan de cultuurhistorische ontwikkeling en het beleid over de orden. Alle gronden in het plangebied hebben deze dubbelbestemming. Behoud van de cultuurhistorische- en architectuurhistorische waarden staat bij gronden met deze bestemming voorop. Om die reden is de bestemming primair gemaakt aan de overige aan deze gronden gegeven bestemmingen, met uitzondering van de dubbelbestemmingen Waarde-archeologie A-C, I en L. Dit betekent dat bij de toetsing van bouwaanvragen altijd dient te worden beoordeeld of het bouwplan voldoet aan de bestemmingsomschrijving en bouwregels uit de regels van de dubbelbestemming.