direct naar inhoud van 4.2 De deelgebieden
Plan: Oostelijke binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01

4.2 De deelgebieden

4.2.1 De Weesperbuurt

De Weesperbuurt vormt de laatste uitbreiding van de grachtengordel en is de enige voortzetting van de gordel ten oosten van de Amstel. De ruimtelijke opbouw van dit gebied verschilt van de rest van de grachtengordel en wordt gekenmerkt door meer openheid. Doordat de grond in dit gebied goedkoper was, zijn er veel instellingen en gebouwen ten behoeve van sociale zorg terechtgekomen. Het plangebied biedt o.a. ruimte aan de Universiteit van Amsterdam, het theater Carré, het Amstelhotel, het museum de Hermitage en het Dr. Sarphatihuis.

De zone tussen de Nieuwe Achtergracht en de Singelgrachtzone heeft een ander karakter door haar oorsprong als werkgebied. Dit gebied wordt gekenmerkt door een relatief groot aandeel nieuwbouw. De grootste verandering betreft de transformatie van de Weesperstraat als resultaat van de aanleg van de metro en grootschalige verkeersdoorbraken. Er zijn in de Weesperbuurt drie ruimtelijke hoofdeenheden te onderscheiden: de grachten, de Weesperstraat en het Roeterseiland.

De grachten

Hoofdstructuur

De Nieuwe Herengracht, de Nieuwe Keizersgracht en de Nieuwe Prinsengracht vormen de voortzetting van de grachtenstructuur. Evenwijdig aan de grachten lopen de smalle binnenstraten. Alleen de Nieuwe Kerkstraat vormt een doorlopende route van het gebied ten westen van de Amstel naar de Plantagebuurt, de overige straten zoals de Lepelstraat en de Valckenierstraat worden onderbroken en eindigen in binnenterreinen.

Bouwblokken

De bebouwing is gegroepeerd in gesloten bouwblokken. De bebouwing dateert grotendeels uit de 18e en de 19e eeuw met een relatief groot aandeel grote vrijstaande gebouwen. De binnenterreinen zijn niet heel dicht bebouwd, met uitzondering van het binnenterrein tussen de Nieuwe Achtergracht en de Valckenierstraat. De Nieuwe Achtergracht verschilt van de overige grachten in het deelgebied door het gesloten karakter aan beide uiteinden. Tussen het Hortusplantsoen, de Nieuwe Keizersgracht en de Weesperstraat en tussen de Nieuwe Keizersgracht, de Amstel, de Nieuwe Kerkstraat en de Weesperstraat bevinden zich twee bouwblokken met keurtuinen.

Bebouwing

In het noordelijk deel van de Weesperbuurt zijn vooral wat oudere grachtenpanden aanwezig; ten zuiden van de Nieuwe Prinsengracht wordt het stadsbeeld vooral bepaald door negentiende-eeuwse woningbouw in ensembles. De gemiddelde bouwhoogte is 16 meter (vijf bouwlagen). Kenmerkend voor de Weesperbuurt is het grote aantal zorginstellingen in grote gebouwen, de vele kantoor- en bedrijfsgebouwen en de herenhuizen die vaak als ensemble zijn gebouwd. De zone langs de Amstel wordt gekenmerkt door de afwisseling van geparcelleerde grachtenpanden en grote bijzondere gebouwen, zoals museum de Hermitage en het theater Carré. De Hermitage maakt deel uit van een bouwblok dat uit vrijstaande gebouwen bestaat; het theater Carré is in het bouwblok geïntegreerd; het Amstel Hotel is vrijstaand gesitueerd en is alzijdig georiënteerd. Op het binnenterrein tussen de Nieuwe Prinsengracht en de Nieuwe Achtergracht is de Dr. E. Boekmanschool gesitueerd met een kenmerkende ronde vorm.

Openbare ruimte

De openbare ruimte wordt voor een groot deel bepaald door de oorspronkelijke grachtenstructuur. In de huidige situatie bestaat het straatprofiel uit de stoep, de rijweg en schuin op de rijweg geplaatste parkeerplaatsen. De bomenrijen markeren de overgang naar het water. Er is verder weinig openbaar groen aanwezig. Het Prof. Tulpplein functioneert als het voorplein van het Amstelhotel. Aan de Lepelkruisstraat en aan de Voormalige Stadstimmertuin zijn speelterreinen aangelegd.
De Weesperbuurt heeft een ruime opzet door de aanwezigheid van brede straten en veel water. De verblijfsruimte is echter beperkt omdat een groot deel van de openbare ruimte in beslag wordt genomen door het verkeer.

Weesperstraat

Hoofdstructuur

De Weesperstraat, met grootschalige bebouwing en een breed straatprofiel, vormt een ruimtelijke barrière in het gebied. Het naoorlogse moderniseringsproject betekende een drastische ingreep in de ruimtelijke structuur van de binnenstad en een inbreuk op de systematiek van de grachtengordel. De aanleg van de metro heeft geleid tot sloop van alle bebouwing langs de Weesperstraat.

Bouwblokken en bebouwing

Alle nieuwbouw heeft de schaal van één wand van een voormalig bouwblok. Tussen de Nieuwe Keizersgracht en de Nieuwe Prinsengracht is het blok over de Nieuwe Kerkstraat heen gebouwd. Dit gebouw heeft de maat van twee wanden van bouwblokken. De kantoorbebouwing van de Weesperstraat heeft voor de Weesperbuurt een uitzonderlijke hoogte van zeven tot tien bouwlagen met uitschieters naar twaalf bouwlagen ter hoogte van het Rhijnspoorplein en halverwege de Weesperstraat. De kwaliteit van de bebouwing is wisselend. De meeste bebouwing heeft een kantoorbestemming, uitgezonderd één gebouw bij de Nieuwe Herengracht met woningen.

Openbare ruimte

De Weesperstraat is in de eerste plaats een belangrijke verkeersader van de stad. De straat heeft geen verblijfskarakter. Ook de kantoorbebouwing, met weinig toegangen in de plint, draagt bij aan dit karakter. Onder de Weesperstraat loopt de metrobuis. Het metrostation Weesperplein ligt onder de kruising Weesperstraat-Sarphatistraat en fungeert als belangrijk overstapstation tussen metro en tram. Vanaf de straat loopt een zestal trappen naar de grote centrale toegangshal, die als een ondergrondse versie van het Weesperplein fungeert. De metro in- en uitgangen op het Weesperplein zijn gedateerd en dragen bij aan het onoverzichtelijk beeld van het plein.

Roeterseiland

Hoofdstructuur

Het Roeterseiland is één van de twee binnenstedelijke clusters van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Het universiteitscomplex is ontwikkeld op het voormalige werkgebied. Het complex vormt een zelfstandige enclave van bijzondere gebouwtypes, met woonbebouwing aan de kant van de Sarphatistraat. De Roetersstraat begint als een radiale straat ter hoogte van de Sarphatistraat en buigt af naar de Plantage Kerklaan om de radiale structuur van de grachtengordel te verbinden met de rechthoekige structuur van de Plantage. De oorspronkelijke grachtenstructuur is nog herkenbaar maar wordt gedomineerd door de naar binnen gekeerde bebouwing, die bovendien in vorm en hoogte afwijkt van de bebouwing in de omgeving.

Bouwblokken en bebouwing

Aan de kant van de Roetersstraat vormt de invulling uit 1990 een representatieve entree. De Nieuwe Achtergracht is overbouwd met een grootschalig, dwars op de gracht gelegen bouwvolume van tien bouwlagen. In het kader van het Masterplan uit 1997 zijn aan de kant van de Sarphatistraat en de Roetersstraat woningen en kantoren van zeven bouwlagen gebouwd. Een deel van de oorspronkelijke bebouwing van de Universiteit van Amsterdam heeft plaatsgemaakt voor de bouw van onder meer bedrijfsruimten en studentenwoningen aan de Sarphatistraat. Met deze ingreep is de structuur van de oude straatwand hersteld.

Openbare ruimte

Het complex van de UvA op het Roeterseiland heeft een introvert karakter, de kades zijn alleen overdag openbaar toegankelijk. Een fietsbrug gelegen over de Plantage Muidergracht verbindt het complex met de universiteitsgebouwen in de Plantagebuurt.

4.2.2 De Plantage

Hoofdstructuur

De Plantage bestond oorspronkelijk uit gelijkvormige tuinkavels. Deze tuinen zijn pas in de 19de eeuw bebouwd. De buurt ligt in het verlengde van de zeventiende-eeuwse grachtengordel, maar heeft een afwijkende stedenbouwkundige structuur. De radiale grachtengordelstructuur wordt beëindigd door de repeterende rechthoekige structuur van de Plantagebuurt, schuin geplaatst ten opzichte van de grachten. Door deze hoekverdraaiing is een driehoekig restgebied ontstaan tussen de Nieuwe Herengracht en de Plantage. Dit gebied is niet bebouwd en deels ingevuld door de Hortus Botanicus. Oorspronkelijk liep de Nieuwe Prinsengracht door; de huidige waterpartijen van Artis vormen restanten van deze gracht. Het gebied is geheeld omringd met water en is via de bruggen bereikbaar.

De belangrijke assen worden gevormd door de Plantage Middenlaan en de Plantage Kerklaan. Langs deze straten bevinden zich de belangrijke voorzieningen van deze buurt.

Bouwblokken

De stedenbouwkundige structuur wordt bepaald door een serie van 19e eeuwse gesloten bouwblokken. Deze blokken volgen het oorspronkelijke patroon van de tuinen. De bebouwing bestaat grotendeels uit grotere ensembles en seriebouw. De later toegevoegde appartementen aan de Plantage Doklaan voegen zich in dit systeem. Deze bebouwing is aan de kant van de Plantagekade 22 meter hoog. De bebouwing aan de Anne Frankstraat valt buiten de bestaande structuur en ligt in het verlengde van de groene strook met de Hortus, het Wertheimpark en sportterrein Swift. Het gebouw heeft een alzijdig karakter en een bouwhoogte van 16 meter, vergelijkbaar met de hoogte van de oorspronkelijke bouwblokken in de Plantagebuurt.

De randbebouwing van Artis volgt het stratenpatroon van de Plantage Middenlaan. Ook hier is de oorspronkelijke verkavelingsstructuur overeind gebleven omdat de bebouwing in de bestaande rooilijnen gerealiseerd is.

De strook tussen het water en straat van de Plantage Muidergracht was oorspronkelijk groen en openbaar toegankelijk. Gaandeweg is deze strook ingevuld met losse bebouwing. De laatste toevoeging bestaat uit twee woningwet woonblokken aan de zuidoost kant van de straat. Aan de kant van de Plantage Kerklaan is de strook afgemaakt door de uitbreiding van het B.C.P. Janseninstituut van de UvA. De strook vormt nu een gesloten wand van gebouwen met één zijde aan het water. Deze reeks gebouwen vormt een duidelijke rand van de Plantage en markeert de richtingsverdraaiing van de grachtenzone. Vanuit de Plantage belemmert de bebouwing echter de visuele relatie met de omgeving. De hoekverdraaiing is goed waarneembaar bij de overgang van de Plantagebuurt naar het Roeterseiland via de fietsbrug over de Plantage Muidergracht.

De oorspronkelijk met fabriekjes en bedrijven bebouwde binnenterreinen zijn ook nu nog voor een groot deel volgebouwd. De meeste verdichting heeft plaatsgevonden tussen de Plantage Doklaan en de Henri Polaklaan. Grote bouwvolumes van voormalige schoolgebouwen en het Verzetsmuseum domineren dit binnenterrein. In het bouwblok tussen de Plantage Muidergracht en de Plantage Middenlaan is een zelfstandig appartementengebouw gerealiseerd met entree via het binnenterrein. Meerdere binnenterreinen in de Plantagebuurt zijn via stegen en onderdoorgangen (semi)openbaar toegankelijk.

Bebouwing

De Plantage vertoont een vrij homogeen architectonisch beeld van min of meer rijk geornamenteerde woningbouw in grotere ensembles. Het aantal bouwlagen varieert van vier tot vijf bouwlagen. Kenmerkend voor de negentiende-eeuwse bebouwing is de grotere plasticiteit van de gevels met veelal uitstekende balkons. De bebouwing is in het algemeen rijk gedecoreerd en in wit pleisterwerk uitgevoerd. De gevels van de panden worden gekenmerkt door een symmetrische opbouw met veelal lijstgevels en venstersymmetrie. Mede door deze homogene structuur wordt de Plantage als een zelfstandig gebied in de stad ervaren. Naast ensemblebouw heeft de buurt ook een aantal stadsvilla's, met name aan de Plantage Middenlaan. Deze villa's zijn drie tot vier lagen hoog.

Halverwege de Plantage Middenlaan ligt het verzorgingscentrum Sint Jacob. De gebouwen uit de jaren zeventig vormen het grootste deel van het complex. Dit complex neemt het volledige oorspronkelijke blok in beslag.

In de Plantagebuurt zijn naast de blokbebouwing ook vrijstaande gebouwen te vinden. Deze gebouwen liggen vrij in de ruimte en zijn tweezijdig of alzijdig georiënteerd. Het zijn vooral de gebouwen van Artis aan de Plantage Middenlaan en de gebouwen van de UvA aan de Plantage Muidergracht.

Artis, Hortus en Wertheimpark

De dierentuin Artis vormt met ca. 1,2 miljoen bezoekers per jaar de belangrijkste trekker in de buurt. Het groene en parkachtige karakter van de oorspronkelijke Plantage is met de vestiging van Artis behouden. Artis neemt een aantal van de oorspronkelijke tuinblokken in beslag. In het groen zijn losse paviljoenachtige gebouwen te vinden. De breedtemaat van de monumentale hoofdbebouwing is gebaseerd op de oorspronkelijke blokmaat van de tuinen. De hoofdas met entree ligt in het verlengde van de Henri Polaklaan. Het verlengde van de Plantage Doklaan vormde oorspronkelijk de begrenzing van het terrein. Het terrein is in twee fasen uitgebreid op de plaats van het voormalige spooremplacement. Het huidige Artisterrein wordt begrensd door het Entrepotdok.

De Hortus Botanicus en het Wertheimpark liggen in een driehoek ontstaan door de hoekverdraaiing van de Plantagebuurt ten opzichte van de grachtengordel. De bebouwing van de Hortus volgt de rooilijn van de Plantage Middenlaan. De Oranjerie is een rijksmonument en huisvest een museumcafé met een buitenterras. Verspreid over het terrein zijn de Palmenkas, de Vlinderkas en de Drie Klimatenkas aanwezig. De laatste is een groot glazen gebouw. Aan de kant van het Hortusplantsoen wordt het terrein op een natuurlijke manier begrensd door water. Tegenover de Hortus Botanicus ligt de Hortus Overtuin, de voormalige kwekerij met een educatieve functie.

Het Wertheimpark is een park van ongeveer ¾ ha. Het is vernoemd naar de Amsterdamse ondernemer en filantroop Abraham Carel Wertheim (1832-1897). Het is het enige park binnen de grenzen van het stadsdeel Centrum. In het park bevindt zich een monumentale fontein uit 1898. Sinds 1993 is het Auschwitzmonument een belangrijk en gezichtsbepalend onderdeel van het park.

Ten noorden van het Wertheimpark ligt het sportterrein van Swift. Het clubgebouw ligt in de zichtlijn van de Henri Polaklaan en heeft een matige uitstraling. Het sportterrein grenst aan het Wertheimpark, maar heeft hiermee nauwelijks een relatie.

Openbare ruimte

De Plantagebuurt heeft een groen karakter door onder meer het groen van Artis en de Hortus Botanicus. Deze terreinen zijn niet openbaar, maar vormen grote groene oases in de buurt. De zone met de Hortus Botanicus en het Wertheimpark is een groene overgang naar de binnenstad. Deze zone maakt samen met het terrein van Artis deel uit van de hoofdgroenstructuur van de gemeente Amsterdam. Door de ruime straatprofielen met boombeplanting heeft de buurt een vriendelijke en groene uitstraling. De Plantage Muidergracht is een smalle straat met hoge bebouwing. Deze straat heeft een versteende uitstraling door de aanwezigheid van veel parkeerplaatsen en het nagenoeg ontbreken van bomen. In de meeste straten is langsparkeren aanwezig. In de Plantage Badlaan en een deel van de Plantage Westermanlaan zijn schuinparkeerplaatsen aangelegd.

De vele openbare groenplekken zijn het restant van het zeventiende-eeuwse lustoord. Deze plekken bepalen voor een groot deel het aanzicht van de Plantage, vooral omdat ze deel uitmaken van de randen. Het Plantage Westermanplantsoen is een openbaar toegankelijk plantsoen, gelegen op de plek van de gedempte Nieuwe Prinsengracht. Overige groene plekken in de buurt zijn het J.W. van Overloopplantsoen, twee plantsoenen langs de Plantage Muidergracht en het Hortusplantsoen. Ruime voortuinen aan de Henri Polaklaan versterken het groene karakter van het gebied. In de overige straten zijn geen of ondiepe voortuinen aanwezig, zoals bijvoorbeeld aan de Plantage Parklaan tegenover de Hortus Botanicus.

4.2.3 De Kadijken

Hoofdstructuur

Het gebied wordt gekenmerkt door een typische eilandstructuur, met een centrale hoofdontsluiting en haaks daarop naar het water aflopende kavels. Deze structuur is kenmerkend voor de in de 17e eeuw vergraven eilanden. De centrale as, de Hoogte Kadijk, maakt deel uit van de oude IJdijk en heeft nog steeds een waterkerende functie. De straat functioneert als de hoofdstraat van de Kadijken en is de enige straat die aan beide zijden rechtstreeks toegang geeft tot het eiland. Parallel aan de Hoogte Kadijk loopt de Laagte Kadijk, een lager gelegen secundaire straat. De langgerekte structuur van de Kadijken loopt evenwijdig aan Plantage. Het eiland is in tweeën gesplitst door de aanleg van het sluizen complex – De Entrepotsluis. Het gebied ten oosten van de sluis heeft zich ontwikkeld tot een bedrijfsgebied.

Bouwblokken

Het gebied kent een onregelmatige verkavelingsstructuur. De percelen staan haaks op de wegen, behalve enkele schuin gesitueerde percelen ten zuidoosten van de voormalige Zeevaartschool. Dit zijn restanten van een oude verkaveling. Vooral aan de zijde van de Nieuwe Vaart verspringt de rooilijn door de transformatie van structuur en aanplempingen. De loodsen van de Kromhoutwerf staan dicht op het water, de rooilijnen van de gebouwen ten oosten van de werf liggen verder van het water.

De oorspronkelijke structuur van werfterreinen met kleinschalige bebouwing aan de noordzijde van het eiland is aangetast door de stadsvernieuwingsblokken uit de jaren zeventig en tachtig. Met de bouw van grote woonblokken is een nieuwe schaal en structuur geïntroduceerd. Tussen de Nieuwe Vaart en de Hoogte Kadijk is een zone ontstaan van hoven, carrés en parallelle stroken. De gevels zijn op de vaart georiënteerd, de binnenterreinen zijn al dan niet geprivatiseerd. De overgebleven werven grenzen direct aan het water.

Aan de noordkant is de rand afwisselend met verspringende rooilijnen en bouwhoogtes langs de Nieuwe Vaart. Ten oosten van de Entrepotdoksluis zijn, in opdracht van woonstichting De Key, recent twee kleinschalige woonblokken gerealiseerd in combinatie met bedrijfs- en kantoorruimte aan de kant van het water. De woningen zijn ingepast binnen kleinschalige bebouwing van de Hoogte Kadijk, bedrijfsruimte voegt zich naar de grotere schaal van de oude loodsen en scheepswerven.

Bebouwing

De dijk kent nog steeds veel oude panden en monumenten. De Hoogte Kadijk wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling van stadshuizen op smalle percelen met een gemiddelde bouwhoogte van dertien meter (vier bouwlagen). Tussen het Kadijksplein en de Tussen Kadijken is een grote serie vroeg negentiende-eeuwse dijkwoningen te vinden. Het zijn veelal monumenten, waartussen op kleine schaal recente invullingen zijn gerealiseerd. Tussen de Nieuwe Vaart en de Hoogte Kadijk is aan het Matrozenhof in de jaren tachtig het voormalige pakhuis d'Peliekaan verbouwd tot woonruimte. Naast het Matrozenhof is in dezelfde tijd een gesloten woonblok gerealiseerd met een openbaar toegankelijk binnenterrein. Deze bebouwing is met 16 meter bouwhoogte hoger dan de oorspronkelijke bebouwing van de Hoogte Kadijk. Verder richting de Entrepotdoksluis zijn de zogenaamde Sibbelwoningen gelegen (drie lagen hoog). Deze woningen worden gerenoveerd.

Voor de locatie Laagte Kadijk >43 zijn stedenbouwkundige randvoorwaarden geformuleerd. Met een procedure ex artikel 19.2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is vrijstelling verleend van het vigerende bestemmingsplan en is nieuwbouw op deze lokatie mogelijk gemaakt. Op basis van de voorgestelde bouwenvelop wordt de blokbebouwing van de Laagte Kadijk afgemaakt. De nieuwe invulling is twee lagen hoog. De structuur van de Kadijken krijgt hierdoor meer helderheid.

Aan de zuidkant wordt het gebied gedomineerd door de lange, monumentale wanden van de pakhuiscomplexen van het Entrepotdok met een gemiddelde bouwhoogte van 18 meter. Deze complexen zijn in de tweede helft van de jaren tachtig uit de vorige eeuw ontstaan door restauratie van monumentale pakhuizen in combinatie met nieuwbouw op de plaats van gesloopte loodsen en pakhuizen. Het hart van de pakhuizen is weggenomen zodat op het dak van de eerste of tweede bebouwingslaag semi-openbare binnenhoven ontstonden, vanwaar de woningen worden ontsloten. In de onderste laag is parkeerruimte en bedrijfsruimte gerealiseerd. Ter hoogte van de Scharrebiersluis is het voormalige poortgebouw verbouwd tot woningen. Ernaast gelegen voormalige lage pakhuizen bieden ruimte aan bedrijven en horeca. Eén daarvan is getransformeerd tot een poortgebouw dat toegang biedt tot het Entrepotdok.

Het terrein van de voormalige elektriciteitscentrale aan de Hoogte Kadijk ten oosten van het Enterpotdoksluis heeft voor een deel haar functie als stroomdistributeur behouden. Het gebouw tussen de sluis en de Geschutswerf huisvest een onderdeel verdeelstation van Liander, voormalige NUON. Dit gebouw met een grootschalige gesloten gevel domineert het profiel van de Hoogte Kadijk ten oosten van de sluis. Ten oosten van de Geschutswerf was in een deel van het pand het museum Energetica gevestigd. Het museum is gesloten en het gebouw staat gedeeltelijk leeg. Het overige deel van dit gebouw biedt ruimte aan het onderstation, dat verantwoordelijk is voor het invoeren van 150kV op het stroomnet. De ruimte tussen het verdeelstation en de zogenaamde Kalenderpanden wordt gebruikt als parkeerterrein. De Kalenderpanden maken deel uit van de voormalige elektriciteitscentrale. Aan de kant van het Entrepotdok is een deel van de voormalige centrale verbouwd tot woon- en werkcomplex Aquartis. Tussen het onderstation en Aquartis is Villa Kadijken gesitueerd, een multifunctioneel gebouw met onder meer naschoolse opvang en activiteiten.

De noord-oostkant van de Kadijken wordt gekenmerkt door losse bebouwing en heeft geen duidelijke structuur. Op deze locatie is een tankstation gesitueerd. De bebouwing staat niet in relatie tot bestaande structuren en rooilijnen. Op dit punt heeft het Kadijkseiland geen duidelijke entree. Door de lage bebouwing komt het kantoorgebouw van de Keuringsdienst van Waren prominent in beeld. Samen met een 19e eeuwse villa schuin aan de overkant van de Hoogte Kadijk geeft dit geen overzichtelijk beeld.

Het Kadijkseiland heeft een gemengd karakter van wonen en werken. In het gebied is naast zakelijke dienstverlening en horeca ook kleinschalige bedrijvigheid te vinden, zoals de scheepswerf Koning William.

Openbare ruimte

Door invullingen uit de jaren tachtig van de vorige eeuw is openbare ruimte toegevoegd. De woonblokken hebben veelal (semi)openbare binnenterreinen. De noordelijke oever van de Kadijken wordt gekenmerkt door de afwisseling van privé en openbare terreinen, hier is geen sprake van een doorlopende route langs het water. Aan de noordwestkant ligt een ruim parkeerterrein dat wordt gebruikt ten behoeve van de omliggende bedrijven en Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV). Ter hoogte van de sluis aan de Nieuwe Vaart is een parkeerterrein ten behoeve van de woningen aangelegd. Verder naar het zuidoosten volgt de privé achterkant van het museum Kromhout, de openbare weg langs de woningen aan de Kruithuissstraat en het parkeerterrein van de Keuringsdienst van Waren. Het geheel eindigt in een rommelig ogend terrein achter het benzinestation. De straatprofielen van de Hoogte Kadijk en de Laagte Kadijk zijn overwegend smal.

Het bruggetje voor fietsers en voetgangers in het verlengde van de Plantage Kerklaan en over het Entrepotdok leidt naar de Kadijken. Deze brug is onderdeel van de fijnmazige fietspadenstructuur in de binnenstad. Een deel van de Laagte Kadijk is onderdeel van een doorgaande fietsverbinding. Deze route wordt voortgezet via de Overhaalsgang en de brug richting Eilandenboulevard.

Tussen de voormalige bebouwing van de elektriciteitscentrale op de Geschutswerf is een plein aangelegd met een speelveld. Aan de Laagte Kadijk liggen twee speelterreinen: één in de uitsparing van het blok tussen het Kadijksplein en de Tussen Kadijken en het andere op het binnenterrein van het blok woningen op de hoek van de Hoogte Kadijk en de Entrepotdoksluis. Op het binnenterrein van het stadsvernieuwingsblok tussen het Matrozenhof en de Buitenkadijken is ook een speelterrein aanwezig. Verspreid over de Kadijken zijn restplekken in de openbare ruimte aanwezig die niet altijd optimaal worden benut. Het enige plantsoen aan de zuid-oostkant van het gebied grenst aan de Sarphatistraat en is verbonden met het groene talud langs het water. De diensttoegang van Artis doorsnijdt deze groene zone en vormt tevens een voetgangers- en fietstoegang naar het Entrepotdok.

De brede stoep langs de woningen aan de noordoost kant van de Laagte Kadijk ligt hoger dan het weggedeelte. De bewoners hebben de openbare ruimte deels in gebruik genomen door geveltuintjes aan te leggen. De ruimte rondom het Entrepotdoksluis is gerenoveerd en heringericht, er komen nieuwe bomen.

4.2.4 De Singelgrachtzone

Hoofdstructuur

Het gebied tussen de Sarphatistraat en de Singelgracht behoort tot de Singelgrachtzone. In de 19e eeuw werd het een restgebied van onder andere kazernes, industriële vestigingen en woningbouw. De stadswallen werden zonder een samenhangend plan volgebouwd door met name militaire bouwwerken waardoor een schaalvergroting heeft plaatsgevonden. De voormalige vestingwerken hebben plaatsgemaakt voor grootschalige bebouwing en verkeersfunctie. Ter hoogte van de Weesperstraat wordt de straatwand onderbroken door een terugspringend bouwvolume dat verwijst naar de oorspronkelijke plannen om de Sarphatistraat te verbreden. Ook ter hoogte van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten wijkt de voorgevelrooilijn terug. De hele zone wordt gekenmerkt door uiteenlopende verkavelingsvormen, bouwvolumes en bouwstijlen en sterk uiteenlopende functies.

Bouwblokken

Een deel van Singelgrachtzone is in de 19e eeuw ingevuld met woningen in (deels) gesloten bouwblokken. Door particuliere ontwikkeling zijn de woningen aan de Alexanderkade ten westen van de Muiderpoort dicht op elkaar gebouwd en hebben een krap binnenterrein. In het blok tussen de Alexanderstraat en de Kazernestraat was een garagebedrijf gevestigd en staat nog een aantal andere vrijstaande panden. Het blok woningen tussen de Sarphatistraat en de Spinozastraat is ruimer van opzet met vrijwel onbebouwde tuinen. Deze woonblokken volgen de slingerende lijn van de voormalige vestingwerken en worden ontsloten aan zowel de Singelgracht als de Sarphatistraat.

De maat van de Oranje Nassaukazerne is kenmerkend voor de negentiende-eeuwse invullingen van de Singelgrachtzone. Deze gebouwen hebben de afmetingen van een bouwblok, zoals de huidige Rijksacademie voor Beeldende Kunsten.

Bebouwing

De 19de eeuwse woningen in de Singelgrachtzone zijn vijf tot zes lagen hoog. De meeste grootschalige gebouwen hebben in de loop van de tijd een andere functie gekregen. Het voormalige Rijksgeneesmiddelenmagazijn is gerestaureerd en uitgebreid om dienst te kunnen doen als hoofdkantoor van Woningcorporatie Het Oosten, tegenwoordig Stadgenoot. De voormalige Cavaleriekazerne annex paardenstallen zijn verbouwd tot huisvesting van de Amsterdamse Rijksacademie van Beeldende Kunsten. De Oranje Nassaukazerne huisvest woningen en kleine bedrijfjes. Aan het water is voornamelijk nieuwbouw te vinden uit het eind van de vorige eeuw. Tussen de Spinozastraat en de Korte 's Gravesandestraat is in dezelfde tijd een zestal stadsvilla's gerealiseerd, 5 lagen hoog. Achter de Oranje Nassaukazerne zijn woontorens met een markante architectuur gebouwd. Deze torens zijn acht tot negen lagen hoog. Deze woningen worden ontsloten vanaf de binnenterreinen achter het kazernegebouw, aan de kant van de Singelgracht loopt een slingerend wandelpad.

Openbare ruimte

Door de brede en lange zichtlijnen heeft de Sarphatistraat een statig karakter dat wordt versterkt door de aanwezige laanbeplanting. De straat heeft een sterk 19e eeuwse sfeer. Aan de kant van de Singelgracht is nog steeds een groene zone aanwezig. De gracht heeft voor een deel een slingerend waterverloop gehouden. Het beeld is afwisselend en varieert van groene zones rondom nieuwbouwblokken tot achterkant situaties achter grote blokken, die op de Sarphatistraat zijn georiënteerd. Het glooiende talud wordt afgewisseld met stenen kades. De meeste dwarsstraten maken deel uit van doorgaande routes in het plangebied. Naast recente nieuwbouw zijn parkeerterreinen aangelegd. In de Alexanderstraat is een speelterrein ingericht.