Plan: | Oostelijke eilanden |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A0901BPSTD-OH01 |
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Gemengd - 3' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen.
Gebouwen mogen uitsluitend in de voorgevelrooilijn worden opgericht, met dien verstande dat deze bepaling niet geldt voor bebouwing op de binnenterreinen.
De bebouwing van ondergrondse bebouwing bedraagt ten hoogste twee bouwlagen.
Voor ondergrondse parkeervoorzieningen geldt, dat het aantal parkeerplaatsen ten hoogste 186 mag bedragen.
De in- en uitgang van de ondergrondse parkeervoorziening dient aan de zijde van de Cruqiuskade te worden gesitueerd onder de bebouwing die wordt begrensd door de Blankenstraat en de Cruquiuskade.
Met uitzondering van straten waarvan de gevelindeling van gebouwen ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan overwegend afwijkt, dient de gevel een duidelijke driedeling te bevatten, bestaande uit een plint, een gevelvlak en een gevelbeëindiging, waarbij het accent wordt gelegd op verticale plaatsing van ramen en andere geveldoorbrekingen.
Het is niet toegestaan de gevel te construeren of te wijzigen ten behoeve van gevelverkoop en/of open puiverkoop, waardoor een open gevel ontstaat.
Het is niet toegestaan de gevel te construeren of te wijzigen op een zodanige wijze dat gesloten plinten (eerste bouwlaag) ontstaan; bergingen mogen niet aan de straatzijde worden gesitueerd. Deze bepaling geldt niet voor souterrains.
In geval van verbouwing, restauratie, verbetering en/of verandering van gebouwen dienen de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan aanwezige, al dan niet zelfstandige, ontsluitingen naar de tweede en hogere bouwlagen te worden gehandhaafd.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 2 meter.
Op de als 'bouwaanduiding - onderdoorgang of overbouwing' aangeduide gronden mag niet worden gebouwd tot een hoogte van 4 meter, met uitzondering van de voor de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies.
Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen, waaronder begrepen het aantal bouwlagen en de dakconstructie van de in de artikelen 6.2en 6.4 bedoelde bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel en/of versterking van de karakteristiek van het stadsgezicht dan wel in verband met de licht- en luchttoetreding van de omringende bebouwing.
Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van de volgende bouwregels:
het bepaalde in artikel 6.2.3 sub a, voor het overschrijden van de op de plankaart aangegeven goothoogte met maximaal 1 meter. De ontheffing wordt alleen verleend voor zover het straatbeeld dit toelaat;
het bepaalde in artikel 6.2.3 sub b voor het overschrijden van de bouwhoogte voor liften, trappenhuizen, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties tot ten hoogste 4 meter en voor schoorstenen, ventilatie-inrichtingen en antennes tot ten hoogste 5 meter;
Ontheffing voor lift- en trappenhuizen, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties wordt alleen verleend indien aantoonbare redenen uitwijzen dat de bedoelde onderdelen niet (geheel) inpandig kunnen worden gerealiseerd onder de voorwaarde dat:
a.deze installaties zo klein als technisch mogelijk dienen te zijn;
b. deze installaties zoveel mogelijk uit het zicht vanaf de openbare ruimte dienen te worden geplaatst en
c. rekening gehouden dient te worden met de bouwhoogte van de omringende bebouwing;
het bepaalde in artikel 6.2.3 sub b en artikel 6.2.7 sub c, voor een dakterras;
Het dakterras mag alleen aan de achtergevel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd tot maximaal de helft van de diepte van het betreffende bouwblok, mits de kapvorm wordt gerespecteerd en het dakterras geen aantasting van het daklandschap oplevert. De bijbehorende afrastering mag ten hoogste 1,20 meter bedragen ten opzichte van het desbetreffende dak. Het dakterras mag tevens op een aanbouw of een bijgebouw worden gerealiseerd.
het bepaalde in artikel 6.2.11 mits de tweede en hogere bouwlagen van het desbetreffende pand in voldoende mate bereikbaar blijven.
Voor zover één (of meerdere) van bovengenoemde ontheffingen betrekking heeft op gronden die zijn gelegen binnen de dubbelbestemming 'Waarde-cultuurhistorie', wordt artikel 20.3 in acht genomen.
Op de tot 'Gemengd - 3' bestemde gronden gelden de volgende specifieke gebruiksbepalingen:
Bedrijven zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze in de van deze regels deel uitmakende 'Staat van Inrichtingen' vallen in milieucategorie I of II, met dien verstande dat:
a. garagebedrijven niet zijn toegestaan;
b. in kelders en souterrains, voor zover deze niet onder bedrijven zijn gelegen, uitsluitend bedrijven behorend tot milieucategorie I zijn toegestaan.
Het bedrijfsvloeroppervlak van openbare en bijzondere voorzieningen mag per vestiging niet meer dan 700 m2 bedragen.
Daar waar op de plankaart de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - supermarkt toegestaan in de kelder' is aangegeven, met een maximum bedrijfsvloeroppervlakte van 2100 m2, is het gebruik van het genoemde oppervlak voor parkeerdoeleinden niet toegestaan.
De panden voor zover gelegen aan de Czaar Peterstraat en de Cruquiuskade mogen niet worden gebruikt voor doeleinden ten behoeve van kinderopvang.
De onbebouwd blijvende gedeelten van de tot 'Gemengd - 3' bestemde gronden worden gebruikt als Tuin - 1, met in achtneming van het bepaalde in artikel 10.5.3.
Toepassing van een ontheffingsbevoegdheid mag geen afbreuk doen aan de gewenste functiemenging van de binnenstad.
Het dagelijks bestuur van ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6.5.2 sub b tot maximaal 600 m2.
Ontheffing kan worden verleend indien:
Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen voor het tegen betaling verstrekken van etenswaren en/of dranken in een detailhandel of vestiging voor consumentverzorgende dienstverlening voor gebruik ter plaatse (mengformule), indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Bij de afweging of een initiatief voor een mengformule op een bepaalde locatie gewenst is wordt getoetst aan de volgende criteria:
Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6.5.5 sub a, voor vestiging of uitbreiding van een openbare of bijzondere voorziening met een groter vloeroppervlak dan 700 m2.
Ontheffing kan worden verleend indien:
Toepassing van een wijzigingsbevoegdheid mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan en met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 16, 17, 18, 19 en 20.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Gemengd - 3' te wijzigen ten behoeve van de nieuwvestiging dan wel de uitbreiding van horeca 5.
Uitbreiding en nieuwvestiging van horeca 5 is mogelijk indien en voor zover: