5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Agrarisch-3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
met de daarbij behorende:
-
b. verhardingen;
-
c. waterlopen en beplantingen;
-
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
met daaraan ondergeschikt:
-
e. openbare nutsvoorzieningen;
-
f. recreatief medegebruik;
-
g. infrastructurele voorzieningen;
-
h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
i. sloten, en daarmee gelijk te stellen waterlopen.
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Gebruiksverbod
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
5.3.2 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 5.3.1 , wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het plaatsen of het geplaatst hebben van onderkomens;
-
b. het opslaan of opgeslagen hebben van goederen, waarvan de aanwezigheid voor de agrarische bedrijfsvoering niet noodzakelijk is;
-
c. het bedrijfsmatig verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen, bestemd en gereed voor onmiddellijk gebruik of verbruik, uitgezonderd de verkoop of het ten verkoop aanbieden van agrarische produkten afkomstig van het betrokken agrarische bedrijf;
-
d. het bedrijfsmatig ten behoeve van derden vervaardigen of herstellen van goederen, uitgezonderd het verwerken van produkten afkomstig van het betrokken agrarisch bedrijf;
-
e. een uitsluitend of overwegend gebruik:
-
1. als tussenhandel voor agrarische produkten, toeristisch bedrijf en daarmee vergelijkbaar gebruik;
-
2. ten dienste van: de levering van goederen en/of diensten voor het agrarisch-, tuinbouw- en/of ander bedrijf;
-
f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
-
g. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
5.4 Aanlegvergunning
5.4.1 Verboden gebruik
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen, verleggen of verharden van wegen, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de gronden;
-
c. het scheuren van grasland ten behoeve van graslandverbetering, tijdelijke andere teelt of permanente andere teelt;
-
d. het aanbrengen van bovengrondse transport-, energie- en/of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
-
e. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden, dammen en aanlegplaatsen;
-
f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen;
-
g. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden.
5.4.2 Toegestaan gebruik
Het verbod bedoeld als onder lid 5.4.1 is niet van toepassing ten aanzien van werken en werkzaamheden gericht op of dienstig aan de realisering van de bestemming dan wel voortvloeiend uit normaal onderhoud of beheer van deze gronden.
5.4.3 Voorwaarden voor aanlegvergunning
De in lid 5.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische kwaliteiten van het terrein.