direct naar inhoud van Artikel 29 Verkeer-Parkeerterrein
Plan: Landelijk Gebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.09-OH01

Artikel 29 Verkeer-Parkeerterrein

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer-Parkeerterrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • b. ontsluitingswegen, straten en paden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. bouwwerken in de vorm van beheersgebouwtjes;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

29.2 Bouwregels
29.2.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat per bestemmingsvlak één bouwwerk mag worden opgericht met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3,00 en 4,50 meter en een maximale oppervlakte van 10 m².

29.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van palen en (licht-)masten en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 10 meter;
  • b. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet bedragen dan 3 meter.

29.3 Specifieke gebruiksregels
29.3.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

29.3.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 29.3.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden voor de opslag van goederen;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting;
  • c. het gebruik van bouwwerken voor bewoning.