direct naar inhoud van Artikel 9 Algemene bouwregels
Plan: Bestemmingsplan Polderhof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00020-0305

Artikel 9 Algemene bouwregels

9.1 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als trappenhuizen, brandtrappen, lichtkappen, schoorstenen, liftschachten, antennes, vlaggenstokken, galerijen, balkons, goot- en dakoverstekken, luifels, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, uitbouwen, en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer bedraagt dan:

  • a. 0,50 meter in het geval van trappenhuizen, met uitzondering van brandtrappen, en lichtkappen;
  • b. 3 meter in het geval van schoorstenen en liftschachten;
  • c. 3 meter in het geval van antennes en vlaggenstokken;
  • d. 2 meter in het geval van galerijen;
  • e. 2,50 meter in het geval van balkons;
  • f. 0,50 meter in het geval goot- en dakoverstekken;
  • g. 2,50 meter in het geval van luifels;
  • h. 1 meter in alle overige gevallen
  • i. de overschrijdingen als genoemd onder b,c en h zijn, voor zover deze bouwdelen boven het dakvlak uitsteken, alleen toegestaan indien deze zich minimaal 3 meter achter de voorgevelrand bevinden.

9.2 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
9.2.1 Maximale maatvoering

Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.

9.2.2 Minimale maatvoering

In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.

9.2.3 Heroprichting

In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 9.2.1 en 9.2.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.