Plan: | Alkmaar Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0361.BP00009-0305 |
In de toekomstvisie Alkmaar 2030 heeft de gemeente zich laten leiden door het antwoord op de vraag “Wat voor stad wil Alkmaar zijn in 2030?”. De visie geeft een beeld van Alkmaar in het jaar 2030. Dit beeld is gebaseerd op de drie keuzes die de gemeente met deze visie heeft gemaakt.
Onafhankelijk van de keuzes die in een toekomstvisie gemaakt worden, is een aantal uitgangspunten dat centraal staat in Alkmaar. Deze uitgangspunten zijn de wortels van Alkmaar. Dat waren ze in de afgelopen jaren en dat zullen ze naar verwachting ook blijven in de komende decennia.
Ten eerste is Alkmaar een sociale stad met vrijheidslievende mensen. In Alkmaar is er ruimte voor ontwikkeling van de bewoners. Sport zit in de genen van Alkmaar en tradities worden hoog gehouden. De waardering voor monumenten, de Kaasmarkt, 8 oktober viering, 'bij Alkmaar begint de victorie' en de wens om mee te praten met het stadsbestuur, geven een indicatie van de binding van Alkmaarders met de stad. De beleefde kwaliteit van leven hangt nauw samen met de rust en ruimte die Alkmaar en de omgeving biedt.
Ten tweede is Alkmaar een economisch sterke stad. Bedrijvigheid en dienstverlening gaan hier hand in hand. Alkmaarders zijn ondernemers. Dat was vroeger al zo op de Waag en Alkmaar is nog steeds één van de aantrekkelijkste winkelsteden van Nederland en ontmoetingsplek bij uitstek. Er is een sterke stroom woon-werk verkeer van Alkmaar naar en de regio en vice versa. Dit legt een druk op de bereikbaarheid via de weg. Alkmaar is goed bereikbaar per trein. Alkmaar is ook een duurzame stad. De stad is omringd door natuurgebieden en door vooraanstaande bedrijven op het gebied van duurzaamheid.
Het bestaand detailhandelsbeleid van de gemeente Alkmaar wordt verwoord in drie documenten, te weten: “Visie dagelijkse winkelvoorzieningen Alkmaar”, 'Quickscan detailhandelsvisie en ontwikkelingsprogramma' en de 'Detailhandelsvisie regio Alkmaar' . Hierin staat verwoord dat voor woonwijken zoals het plangebied Alkmaar Zuid uitgegaan wordt van een zo aantrekkelijk en compleet mogelijk aanbod voor de dagelijkse boodschappen in de directe woonomgeving (dus in iedere wijk). De mogelijkheden (omvang) hiervoor worden bepaald door het draagvlak in de wijk en het concurrerende aanbod in de omgeving.
Om de detailhandelsstructuur te versterken is er geen aanleiding om nieuwe winkelgebieden te ontwikkelen. Verder dient er geen uitbreiding van de bestaande winkelfuncties plaats te vinden, tenzij een (beperkte) uitbreiding noodzakelijk is voor structuurversterking van deze functies. In sommige wijk- en buurtwinkelcentra is uitbreiding van met name de omvang van supermarkten vereist, om zo in te spelen op de door de consument gewenste schaalvergroting. Verder dient uiteraard te worden voorzien in randvoorwaarden, zoals een goede bereikbaarheid, goede verkeersafwikkeling en voldoende parkeergelegenheid, een aantrekkelijk verblijfsklimaat, een goede routing, een verzorgende en eigentijdse uitstraling van het winkelgebied en de winkels.
Voor wat betreft de dagelijkse boodschappen is samen met ondernemers de 'Visie dagelijkse winkelvoorzieningen' ontwikkeld. In de visie wordt uitgegaan van de aanwezigheid van een zo aantrekkelijk en compleet mogelijk aanbod voor dagelijkse boodschappen in de directe woonomgeving.
De bestaande detailhandel wordt in het bestemmingsplan positief bestemd.
Bij een bruisende stad hoort een groot en gevarieerd aanbod aan horeca. Het aanbod aan horeca in Alkmaar kan worden uitgebreid mits er geen overmatige hinder voor de omgeving wordt veroorzaakt. In de horecabeleidsnota “Tussen lust en last” (2003) zijn de kaders voor de horeca in Alkmaar aangegeven. Voor de verschillende gebieden is een apart beleidskader opgesteld.
In het centrum in de binnenstad ligt het concentratiegebied van de horeca, hét uitgaansgebied voor de regio. In wijken zoals Zuid, is de horeca doorgaans buurtgebonden en voornamelijk te vinden in buurtwinkelcentra. Langs de belangrijke wegen, zoals de Kennemerstraatweg, is weggebonden horeca te vinden. Om hinder naar de omgeving te voorkomen wordt, naast de vergunningverlening, een planologisch regime van het bestemmingsplan ingezet.
Alkmaar wil een aantrekkelijke stad zijn, ook om in te wonen. In de regio neemt Alkmaar als stad een bijzondere positie in en dat komt mede tot uitdrukking in de keuze die gemaakt wordt voor het realiseren van stedelijke woonmilieus. Het geeft een beeld hoe de stad zich zou moeten ontwikkelen Deze zijn in hoofdlijnen al beschreven in een Meerjaren Ontwikkelingsprogramma dat is opgesteld in het kader van het Grote Steden Beleid. In het collegeprogramma 2006-2010 “Alkmaar: samen werken aan vooruitgang” heeft het college haar ambities verwoord in vijf programmaonderdelen. De doelen op het gebied van wonen staan vermeld in het onderdeel Gevarieerd Wonen. Het zijn die beleidsuitgangspunten die nader worden uitgewerkt en geactualiseerd in deze nota Wonen voor de periode 2008-2013. Voor de komende jaren gelden de volgende uitgangspunten. De woningbouwproductie moet worden voortgezet en geïntensiveerd. Keuzes maken en blijven inzetten is vooral van belang doordat de nieuwbouw de komende jaren bijna uitsluitend zal plaatsvinden op inbreidingslocaties die elk hun eigen specifieke kenmerken en dynamiek hebben. De kwaliteit van al bestaande woningen en woonwijken moet op peil zijn voor huidige en toekomstige bewoners.
In de visie van het Groenbeleidsplan Alkmaar 2004-2014 wordt de gewenste groene kwaliteit van de openbare ruimte van Alkmaar aangegeven. De parken, groene verbindingen, straatbomen en plantsoenen, vormen een onmisbaar onderdeel van de leefbaarheid in de stad.
De groenvisie sluit aan op de groene en ecologische plannen buiten Alkmaar, zoals de provinciale Ecologische Hoofdstructuur, de Blauwe Loper en de Groene Loper in het HAL-gebied. Alkmaar streeft naar een groene hoofdstructuur die bestaat uit:
De grote groengebieden en de natte oeverzones en waterlopen vormen samen een raamwerk voor de natuurontwikkeling in de stad: de natuur dichtbij. In het ecologisch groen richt het beheer zich op het begeleiden en stimuleren van natuurlijke processen en natuurontwikkeling.
Het groen en het water is om te gebruiken en te beleven, op de fiets of wandelend, met speelplekken en picknickplaatsen. Spelen in het groen moet ook overal dichtbij huis kunnen, omdat de straat daartoe steeds minder ruimte biedt. Groen vormt eveneens een onderdeel van de ruimtelijke kwaliteit en herkenbaarheid van de delen van de stad. Met groen kunnen historisch landschappelijke lijnen (dijken en wegen) worden geaccentueerd.
In paragraaf 3.7 is het beleid voor het groen in het bestemmingsplan beschreven.
De stad Alkmaar heeft van oudsher een band met water. Alkmaar staat voor de taak om de wateropgave in het stedelijk gebied op te lossen. De gemeente heeft daarom onder de titel “Alkmaar, stad aan het water” samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een integrale visie opgesteld. De visie vormt de leidraad voor het omgaan met water in de ruimtelijke ontwikkelingen en bij een goed stedelijk beheer. Veel van de karakteristieke elementen van Alkmaar hebben van oudsher een relatie met water, zoals de grachten in de binnenstad, de diverse molens in de stad, de waterrijke parken en de ligging aan het Noordhollands Kanaal. Bij het oplossen van de wateropgave wordt aansluiting gezocht bij deze elementen.
In het Nationaal Bestuursakkoord Water zijn afspraken gemaakt tussen het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen om wateroverlast te voorkomen. Het stedelijk watersysteem van Alkmaar is aan deze afspraken getoetst in de studie Bescherming Wateroverlast Noorderkwartier van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Hieruit blijkt dat er extra waterberging moet worden gerealiseerd in enkele polders in en rondom Alkmaar. Binnen de bestaande stad gelden maatregelen die in het Waterplan zijn overeengekomen. In deze visie zijn maatregelen beschreven die uitgevoerd moeten worden om een optimaal en duurzaam ingericht watersysteem te krijgen met aandacht voor waterkwaliteit, waterkwantiteit, ecologie en recreatie. Het watersysteem zal niet alleen aan de veiligheid in de stad bijdragen, maar ook aan de belevingswaarde, de gebruikswaarde en de natuurwaarde voor de komende generaties.
De visie en de uitwerking per deelgebied zullen voor toekomstige stedelijke ontwikkelingen het kader vormen voor de watertoets.
Alkmaar, stad aan het water is geenszins een 'af ' plan maar vormt een leidraad voor toekomstige ontwikkelingen en brengt afzonderlijke projecten in onderlinge samenhang. De visie is richtinggevend voor stedelijke ontwikkelingen. Dat betekent dat bij stedelijke ontwikkelingen uitgegaan wordt van het oplossen van opgaven en benutten van kansen zoals aangegeven in deze visie. In het kader van de Watertoets is overleg gevoerd met het hoogheemraadschap over het bestemmingsplan Alkmaar Zuid. De resultaten van deze watertoets en het beleid van het hier genoemde Waterplan zijn vertaald in de paragraaf 4.4 over water.
Op 10 september 2009 heeft de gemeenteraad de nota Cultuurhistorie Alkmaar Beleidskader 2009-2019 'Authentiek door dynamiek' vastgesteld. Centraal in deze beleidsvisie staat de samenhang tussen de vakgebieden archeologie, bouwhistorie en monumentenzorg.
De Nota Belvedere heeft cultuurhistorie een plek gegeven in de ruimtelijke ordening. In de visie Modernisering Monumentenzorg wordt ingestoken op de juridische en wettelijke verankering van cultuurhistorie in bestemmingsplannen. Vooruitlopend hierop en in het kader van de wettelijke verplichting de bestemmingsplannen te actualiseren, wordt beleid op dit vlak vastgesteld.
In deze nota Cultuurhistorie Beleidsvisie 2009-2019 wordt het beleid onderbouwd en toegelicht voor belanghebbenden en geïnteresseerden. Ten bate van bestuursefficiëntie, burgerservice en ruimtelijke ontwikkelingen zijn de werkterreinen archeologie, bouwhistorie en monumentenzorg samengevoegd in een gezamenlijke nota cultuurhistorie.
Voor archeologie is met de invoering van de Wet Archeologische Monumenten Zorg (Wamz) per september 2007 een einde gekomen aan de onzekerheid rondom de invoering van het Europese verdrag van Malta. De wet schrijft voor dat de gemeente met het vaststellen van bestemmingsplannen rekening moet houden met de in de bodem aanwezige dan wel te verwachten (archeologische) waarden.
In het plangebied bevinden zich terreinen met een middelmatige en hoge archeologische verwachting. Deze gebieden zijn aangewezen door de raad evenals de bijbehorende beleidsnota cultuurhistorie 2009-2019. Bij deze aanwijzing behoort de uitgebreide toelichting die is verwoord in de Archeologische Onderzoeksagenda Alkmaar. Deze onderzoeksagenda kan door actueel onderzoek bijgesteld worden evenals de archeologische verwachtingskaart. Ook de provincie acht deze gebieden van hoge archeologische waarde (zie de provinciale Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie).
Aan vergunningen voor werkzaamheden die binnen deze gebieden de bodem roeren (bodemingrepen), aanleg- bouw-, bodemsanering- en ontgrondingenvergunningen, zullen door de gemeente voorwaarden worden verbonden ten aanzien van de archeologische monumentenzorg.
Het gemeentelijk beleid voor behoud van archeologische waarden in het plangebied, is weergegeven in paragraaf 4.8 over archeologie.
Beschermd Stadsgezicht Westerhoutkwartier
Het gebied Westerhoutkwartier is aangewezen als Rijksbeschermd stadsgezicht. De bescherming is bedoeld om het karakter van het gebied te behouden. Slechts een klein deel van het beschermd Stadsgezicht is gelegen binnen het plangebied van Alkmaar Zuid. Het betreft de (lint)bebouwing van de Kennemerstraatweg. Conform de doelstelling van het aanwijzingsbesluit 'beschermd stadsgezicht' voor het Westerhoutkwartier is de bebouwing volgens de reeds vigerende bestemmingen in het bestemmingsplan Alkmaar Zuid vastgelegd.
Monumenten
Er zijn verschillende beschermingscategorieën voor bebouwing met monumentale waarde, namelijk rijksmonumenten, provinciale monumenten, gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden.
De bescherming van rijksmonumenten is geregeld in de Monumentenwet 1988, van provinciale monumenten in de Monumentenverordening Noord-Holland 2005 en van gemeentelijke monumenten in de gemeentelijke Cultuurhistorie Verordening (vastgesteld 2009).
Het toekomstig beleid voor cultuurhistorie is aangegeven in de ministeriële nota 'Modernisering Monumentenzorg' (2009). Een van de belangrijke pijlers is de aandachtsverschuiving van object naar gebied, waarbij niet een monumentenlijst maar het bestemmingsplan als beschermingsmiddel wordt aangewezen. Voor de beeldbepalende panden wordt de moderne werkwijze al ingezet.
De gemeente wil dat met de beeldbepalende panden, d.w.z. panden die bepalend zijn voor de architectonische omgevingskwaliteit, zorgvuldig wordt omgegaan. Voor beeldbepalende panden is het beleid en de wijze van bescherming voorgeschreven in de nota 'juridische bescherming beeldbepalende panden buiten de binnenstad' (vastgesteld 2009). Dit komt in praktijk neer op een conserverend beleid waarbij rooilijn, nok- en goothoogte uitgangspunt zijn. In het bestemmingsplan is dit vertaald met een dubbelbestemming 'waarde cultuurhistorie'. In Bijlage 2 is een lijst met beeldbepalende panden en monumenten in het plangebied opgenomen.
Ten behoeve van het behoud van de beeldkwaliteit (het uiterlijk van de bebouwde omgeving), voert de gemeente een welstandsbeleid (Welstandsnota Alkmaar 2004). Voor veranderingen aan het uiterlijk van de bestaande bebouwing gelden welstandscriteria. Nieuwe bouwwerken en ingrepen moeten passen bij de beeldbepalende kenmerken van de bebouwing in de buurt. Ook wordt gelet op de “passendheid” in de omgeving. Er zijn ook gebieden waar bijzonder op de omgeving wordt gelet en waar de gemeente zorgvuldig omgaat met beeldkwaliteit. Het plangebied bevat diverse wijken die uit oogpunt van historische stedenbouw een cultuurhistorische waarde hebben ten aanzien van de opzet en inrichting van openbare ruimte, alsmede een veelheid aan monumentale panden. Meerdere buurten, zowel vooroorlogse als vroeg naoorlogse, hebben een bijzonder welstandsregime.
De gemeente Alkmaar heeft in september 2009 de Kadernota Duurzame Bereikbaarheid vastgesteld. Deze kadernota stelt voorwaarden op het gebied van verkeer en vervoer om het functioneren van het stedelijk verkeerssysteem te garanderen. De doelstelling van de kadernota luidt: “Het bereiken van duurzame bereikbaarheid door middel van een goede balans tussen economie, leefbaarheid en milieu.”
Een goede balans tussen de mens, de economie en de natuur creëert een duurzame, bereikbare stad. Voor de toekomst beschrijft de Kadernota twee infrastructuurmodellen, een ringenmodel en een sectorenmodel. Intussen is een keuze gemaakt voor het ringenmodel.
Relevante belangrijke infrastructurele maatregelen die in de kadernota voorkomen zijn: een ongelijkvloerse buitenring (N9, Huiswaarderweg, Nollenweg) en een capaciteitsvergroting van een aantal kruispunten in de stad onder meer Bergerhoutrotonde, Vondelstraat – Koelmalaan en Bestevaerstraat – Koelmalaan. De aansluiting van de Regulierslaan met de N9 verdwijnt en de nieuwe ongelijkvloerse kruising N9 – Kennemerstraatweg wordt mogelijk in richtingen beperkt. Vooralsnog heeft Alkmaar een ringenmodel, wat bestaat uit een buitenring, een binnenring en daartussen verbindende radialen.
Bij de verdere planontwikkeling van de verschillende infrastructurele maatregelen worden de omwonenden en bedrijven/instellingen nader geïnformeerd. De wijze waarop de communicatie plaatsvindt is nu nog niet bekend en verschilt per ontwikkeling.
De nota Parkeernormen 2007 – 2015 van de gemeente Alkmaar beschrijft de achtergronden en keuzes ten aanzien van het gemeentelijke parkeerbeleid. De centrale gedachte uit deze nota is dat bij de ontwikkeling van een locatie de parkeerdruk nu en in de toekomst niet mag worden afgewenteld op de directe omgeving. Alleen in de binnenstad mag een uitzondering worden gemaakt vanwege het historische karakter. Daar behoren collectieve oplossingen in parkeerbeleid en parkeergarages tot de mogelijkheden. In de nota wordt ingegaan op parkeren in relatie tot een bepaald type voorziening.
Na een hausse van artikelen over de aangenomen schadelijke werking van UMTS is in 2005 gemeentelijk beleid geformuleerd. Dit beleid houdt in dat geen UMTS-masten op gemeentelijke gebouwen of grond geplaatst worden. Het huidige UMTS-netwerk is op korte termijn echter niet meer toereikend om de toenemende vraag naar capaciteit op het netwerk op te vangen. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de bereikbaarheid van bijvoorbeeld hulpverleningsdiensten. Door de populariteit van onder andere smartphones, maar ook door het sterk toenemende elektronische en draadloze dataverkeer is de behoefte aan extra capaciteit voor de mobiele netwerken enorm toegenomen. Hulpverleningsinstanties zoals ambulance en thuiszorg maken steeds meer gebruik van mobiele netwerken. Dit geldt ook voor gebruik van deze netwerken bij veiligheid op straat, opsporingen, beveiliging van gebouwen, betalingsverkeer, verkeersinstallaties, mobiliteit en transport. In de toekomst neemt het gebruik naar verwachting alleen maar toe.
Om al deze gebruikers goed te kunnen bedienen, bieden de huidige mobiele netwerken binnen Alkmaar te weinig capaciteit. Het is noodzakelijk dat het netwerk wordt uitgebreid. De gemeenteraad van Alkmaar heeft op 9 februari 2012 het in 2005 vastgestelde en antennebeleid herzien in die zin dat plaatsing van masten op gemeentelijke gebouwen en gronden weer mogelijk wordt.
Bij het plaatsen van antennes wordt zoveel mogelijk uitgegaan van een fijnmazig netwerk ondersteund door enkele grote masten. Dat levert een zo laag mogelijke straling op. Eén van de uitgangspunten is om centrale masten te plaatsen waar meerdere providers gebruik van kunnen maken. Daarnaast komen in de bebouwde omgeving kleinere zendmasten voor. Daardoor blijft de digitale bereikbaarheid van Alkmaar, van het Alkmaarse bedrijfsleven en van de inwoners, gewaarborgd.
De gemeente Alkmaar heeft de klimaatproblematiek aangewezen als speerpunt van het milieubeleid. Het betekent dat energie de basis vormt voor de duurzame ontwikkeling van de gemeente Alkmaar. Het hoofddoel is een totale besparing op niet duurzame energie van 30% in 2020 t.o.v. 1990, wat neerkomt op een besparing van 3% per jaar. Om deze doelstelling voortvarend en praktisch op te pakken is een agenda opgesteld met de volgende doelstellingen:
Om de doelstellingen te behalen wordt bij ruimtelijke ontwikkelingen gestimuleerd om energieneutraal te bouwen en energieneutraal uit te voeren. Door bijvoorbeeld rekening te houden met de oriëntatie op de zon bij de stedenbouwkundige verkaveling kan de energievraag verder worden geminimaliseerd. Verder is belangrijk dat er geen gebruik wordt gemaakt van fossiele brandstoffen. Dit vereist een inzet van duurzame energie. Onder duurzame energie wordt verstaan energie die wordt opgewekt met behulp van vernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind, water, aardwarmte en biomassa. Onderzocht dient te worden in welke mate opwekking van duurzame energie op de locatie zelf kan gebeuren. Denk aan zonnepanelen, kleine windturbines die geschikt zijn binnen de bebouwde omgeving of warmte/koeling uit de bodem.
Naast duurzame energie draagt het gebruik van hoogwaardige materialen ook bij aan een duurzaamheid. Belangrijk is dat de gebouwen zodanig gebouwd worden dat ze geschikt zijn om wisselende functies te herbergen en zo mee te evolueren met de wensen van de tijd.
Duurzaamheid in de openbare ruimte betekent dat het aan te brengen groen & water kwaliteit toevoegt. Gevelbeplanting kan hier bijvoorbeeld aan bijdragen. Maar ook dat de parkeervoorziening gedeeltelijk ondergronds aangelegd wordt. Dit kan gecombineerd worden met de grondsanering waarbij ter plaatse van de verontreinigde spots grond zal worden afgegraven.
Om succesvolle toepassing van technische oplossingen en duurzame innovaties te waarborgen zal op actieve wijze een aantal randvoorwaarden geformuleerd moeten worden vanuit de betrokken partijen. Bij concrete planvorming zullen deze nader ingevuld worden.
Naast de traditionele vrije beroepen is er een toename waar te nemen van beroepen-aan-huis. In de nota Werken aan huis is aangegeven dat enerzijds het beroeps- en bedrijfsmatig medegebruik van woningen stimulerend kan werken op de economische ontwikkeling. Anderzijds kan dit het woongenot van de omgeving bederven en concurrentievervalsing met zich meebrengen. In Alkmaar was behoefte aan algemeen beleid ten aanzien van dit medegebruik van woningen. Dit beleid moet zorgen voor een positief evenwicht tussen de positieve en negatieve effecten van werken-aan-huis. Het voorgestelde beleid geldt voor geheel Alkmaar. Bij een beroep-aan-huis dient de woonfunctie behouden te blijven. Daarnaast mag de activiteit geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de woonomgeving. In het bestemmingsplan wordt aan huis verbonden beroep/bedrijf binnen de woonbestemming mogelijk gemaakt, maar wel in die mate dat deze functie ondergeschikt blijft aan het wonen.
Op 19 september 2000 is het prostitutiebeleid vastgesteld. Het beleid is een middel voor het beheersen en reguleren van de exploitatie van prostitutie. Uitgangspunt van het beleid is een bevriezing van het huidige aanbod van raamprostitutie en overige seksinrichtingen. Straatprostitutie is en blijft verboden in Alkmaar. Het uitgangspunt van de ruimtelijke ordening van deze bedrijfstak is dat er geen seksinrichtingen worden gevestigd in specifieke woonbuurten of straten met een overwegende woonfunctie. In het bestemmingsplan worden prostitutie en seksinrichtingen uitgesloten.
Het uitvoeringskader Evenementen heeft als doelstelling:
In het Evenementenkader zijn de evenementen ingedeeld in 3 categorieën:
Zoals aangegeven in het Evenementenkader wordt het aantal evenementen van categorie 2 en 3 nog per locatie bepaald. Voor categorie 1 evenementen gelden in principe geen beperkingen. Deze kunnen op grond van het beleid in principe in de hele stad worden georganiseerd, onder de voorwaarden die in het Evenementenkader zijn gesteld. Zo wordt er restrictief beleid gevoerd voor evenementen in ondermeer woonbuurten en parken.
Omdat het vanuit goede ruimtelijke ordening wenselijk is om het aantal en de plek van de evenementen te begrenzen, is in dit bestemmingsplan bepaald dat evenementen van categorie 2 en 3 alleen zijn toegestaan op nader aangegeven evenemententerreinen.
Indien een gemeente evenemententerreinen in het bestemmingsplan wil verankeren dan is het vanuit een goede ruimtelijke ordening wenselijk om het aantal en de plek van de evenementen te begrenzen. In dit bestemmingsplan is bepaald dat evenementen van categorie 2 alleen zijn toegestaan op het aangegeven evenemententerrein (de Drafbaan). Evenementen van categorie 3 worden in dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt.
De afgelopen jaren hebben diverse evenementen op de Drafbaan plaatsgevonden, zoals activiteiten rond de “8 oktober viering”, Streetwise (verkeersveiligheid) en de NK-Open Drafbike. De evenementen zijn ondergeschikt aan de bestemming “Sport” en aan de bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied”.
Aangezien de evenementen reeds plaatsvinden, is bekeken of de onderhavige locatie in het bestemmingsplan kan worden aangewezen als evenemententerrein. Gelet op de ligging van het terrein, het feit dat reeds een aantal evenementen per jaar plaatsvinden, er voldoende parkeergelegenheid in de omgeving is en de kleinschaligheid van de evenementen, is het ruimtelijk gezien aanvaardbaar dat het terrein wordt aangewezen als evenemententerrein.
Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen en om te benadrukken dat de evenementen ondergeschikt zijn aan de bestemmingen “Sport” en “Verkeer-Verblijfsgebied” zijn in het bestemmingsplan specifieke regels opgenomen voor de evenementen. In de regels is bepaald welk type evenement mag plaatsvinden, het maximaal aantal dagen en het aantal bezoekers. Verder zijn de typen evenementen nader omschreven.
In de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Alkmaar is bepaald dat voor evenementen een evenementenvergunning nodig is. Evenementen die op grond van de APV zijn toegestaan zijn ondermeer een braderie of herdenkingsbijeenkomst. Demonstraties (betogingen), voetbalwedstrijden en reguliere markten vallen niet onder het begrip evenement. Ondanks het feit dat het terrein is aangewezen als evenemententerrein is op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een evenementenvergunning benodigd. Bij de aanvraag om een vergunning wordt nader beoordeeld of het betreffende evenement ter plaatse kan plaatsvinden. Bij de vergunning worden ook voorwaarden opgenomen over onder andere geluid en de verkeersafwikkeling.
Op 3 juli 2012 heeft het college van Burgemeester en Wethouders de beleidsnota “afwijkingenbeleid – afwijken van het bestemmingsplan” vastgesteld. Dit afwijkingenbeleid wordt toegepast bij het verlenen van omgevingsvergunningen met afwijkingen van het bestemmingsplan, de zogenaamde “kruimelgevallen”. Het afwijkingenbeleid heeft zowel betrekking op de erfbebouwingsregeling en regeling voor andere bouwwerken bij woonfuncties en bij niet woonfuncties. Het afwijkingenbeleid biedt naast de mogelijkheden vanuit het vergunningsvrij bouwen een regeling voor het oprichten van onder andere erfbebouwing na verlening van een omgevingsvergunning.
Het afwijkingenbeleid geeft regels voor meerdere specifieke gevallen. Er is gekozen om de verschillende omgevingssituaties en de daarbij behorende regels uit het afwijkingenbeleid niet in het bestemmingsplan te verwerken. Iedere omgevingssituatie is anders en het plangebied bestrijkt een vrij groot gebied, waardoor het niet mogelijk is om op voorhand te kunnen beoordelen wat het ruimtelijk effect is van een bouwmogelijkheid op de omgeving. Door het niet opnemen van de regels uit het afwijkingenbeleid, is ervoor gekozen om het afwijkingenbeleid als afzonderlijk toetsingskader te blijven gebruiken als aanvulling op het bestemmingsplan en de landelijke wetgeving.
Hierdoor kan de gemeente in de toekomst flexibel blijven omgaan met veranderende stedenbouwkundige inzichten. Wanneer het beleid verandert dan gelden de nieuwe regels voor de hele stad en niet alleen voor het gebied van het desbetreffende bestemmingsplan dat wordt herzien. De rechtszekerheid blijft gewaarborgd, zeker gezien het feit dat het afwijkingenbeleid betrekking heeft op kleine afwijkingen van het bestemmingsplan.