Plan: | Schinkelpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0358.BPSchinkelpolder-VA02 |
Op de gronden met de gebiedsaanduiding "Geluidzone - Industrie 50 dB" geldt, dat nieuwe geluidsgevoelige objecten niet mogen worden gerealiseerd vanwege een hoge geluidsbelasting ten gevolge van industrielawaai afkomstig van het industriegebied Schiphol-Oost.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan geluidbelasting op de gevel, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 18.2.1 van dit artikel, en worden toegestaan dat nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd dan wel functies worden toegestaan, mits de geluidsbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen en/of functies niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een door burgemeester en wethouders verleende hogere grenswaarde.
Op de gronden met de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone - Molenbiotoop" mogen volgens de regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd, mits de hoogte van die bouwwerken niet meer bedraagt dan 1/100 van de afstand tussen het bouwwerk en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek. Een visualisering van deze regel is gegeven in bijlage 2 van deze planregels.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.3.1 van dit artikel voor het oprichten van bouwwerken op de gronden die zijn gelegen binnen de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone - Molenbiotoop", indien die bouwwerken een grotere hoogte hebben dan ingevolge de lijn als bedoeld in bovengenoemd artikellid, in die situaties waarin geen belangrijke zichtlijnen aanwezig zijn en/of de vrije windvang reeds beperkt is, mits het zicht en/of de vrije windvang niet verder worden beperkt.
Op de gronden met de gebiedsaanduiding "Ecologische hoofdstructuur" worden de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS in stand gehouden met het uiteindelijke doel deze om te zetten naar een natuurfunctie door rekening te houden met de actuele natuurwaarden en verder met de provinciale ruimtelijke kwaliteitseisen.
De omzetting van de gronden met de gebiedsaanduiding "EHS" naar de toekomstige natuurfunctie mag niet onomkeerbaar worden belemmerd en de ecologische hoofdstructuur mag niet significant worden aangetast.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde 18.4.2, mits vooraf ontheffing wordt verleend door Gedeputeerde Staten.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de onderliggende bestemming(en) te wijzigen in de bestemming "Natuur", de gebiedsaanduiding "EHS" te laten vervallen en artikel 7 van overeenkomstige toepassing te verklaren, op het moment dat: