direct naar inhoud van Artikel 18 Algemene aanduidingsregels
Plan: Schinkelpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0358.BPSchinkelpolder-VA02

Artikel 18 Algemene aanduidingsregels

18.1 Gebiedsaanduiding "Beperking aantrekken vogels"

  • a. Op de gronden die zijn aangewezen als gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - Beperking aantrekken vogels' is een grondgebruik of een bestemming binnen de volgende categorieën niet toegestaan:
    • 1. industrie in de voedingssector met extramurale opslag of overslag;
    • 2. viskwekerijen met extramurale bassins;
    • 3. opslag of verwerking van afvalstoffen met extramurale opslag of verwerking;
    • 4. natuurreservaten en vogelreservaten;
    • 5. moerasgebieden en oppervlaktewateren groter dan 3 hectare.
  • b. In afwijking van lid a is dit grondgebruik of deze bestemming toegestaan voor zover dit gebruik of deze bestemming rechtmatig is op de datum van inwerkingtreding van dit plan.
  • c. In afwijking van lid a is dit grondgebruik of deze bestemming eveneens toegestaan voor zover dit in overeenstemming is met een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart;
  • d. Indien strijd ontstaat tussen het bepaalde in dit artikel en de overige regels die ter plaatse gelden, prevaleert de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - Beperking aantrekken vogels'.
18.2 Gebiedsaanduiding "Geluidzone - Industrie 50 dB"
18.2.1 Bouwregels

Op de gronden met de gebiedsaanduiding "Geluidzone - Industrie 50 dB" geldt, dat nieuwe geluidsgevoelige objecten niet mogen worden gerealiseerd vanwege een hoge geluidsbelasting ten gevolge van industrielawaai afkomstig van het industriegebied Schiphol-Oost.

18.2.2 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan geluidbelasting op de gevel, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 18.2.1 van dit artikel, en worden toegestaan dat nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd dan wel functies worden toegestaan, mits de geluidsbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen en/of functies niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een door burgemeester en wethouders verleende hogere grenswaarde.

18.3 Gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone - Molenbiotoop"
18.3.1 Bouwregels

Op de gronden met de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone - Molenbiotoop" mogen volgens de regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd, mits de hoogte van die bouwwerken niet meer bedraagt dan 1/100 van de afstand tussen het bouwwerk en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek. Een visualisering van deze regel is gegeven in bijlage 2 van deze planregels.

18.3.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.3.1 van dit artikel voor het oprichten van bouwwerken op de gronden die zijn gelegen binnen de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone - Molenbiotoop", indien die bouwwerken een grotere hoogte hebben dan ingevolge de lijn als bedoeld in bovengenoemd artikellid, in die situaties waarin geen belangrijke zichtlijnen aanwezig zijn en/of de vrije windvang reeds beperkt is, mits het zicht en/of de vrije windvang niet verder worden beperkt.

18.4 Gebiedsaanduiding 'Ecologische hoofdstructuur'
18.4.1 Algemeen

Op de gronden met de gebiedsaanduiding "Ecologische hoofdstructuur" worden de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS in stand gehouden met het uiteindelijke doel deze om te zetten naar een natuurfunctie door rekening te houden met de actuele natuurwaarden en verder met de provinciale ruimtelijke kwaliteitseisen.

18.4.2 Bouw- en gebruiksregels

De omzetting van de gronden met de gebiedsaanduiding "EHS" naar de toekomstige natuurfunctie mag niet onomkeerbaar worden belemmerd en de ecologische hoofdstructuur mag niet significant worden aangetast.

18.4.3 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde 18.4.2, mits vooraf ontheffing wordt verleend door Gedeputeerde Staten.

18.4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de onderliggende bestemming(en) te wijzigen in de bestemming "Natuur", de gebiedsaanduiding "EHS" te laten vervallen en artikel 7 van overeenkomstige toepassing te verklaren, op het moment dat:

  • a. de gronden zijn verworven of ontpacht ten behoeve van het realiseren van de natuurfunctie;
  • b. een overeenkomst voor particulier natuurbeheer is gesloten; of
  • c. gedeputeerde staten besluiten dat zij provinciale staten zullen verzoeken om het besluit tot het verzoek tot onteigening aan de Kroon, als bedoeld in artikel 78 van de Onteigeningswet, te nemen en dat ter voorbereiding van dit besluit van provinciale staten, gedeputeerde staten een kopie van het besluit van gedeputeerde staten aan burgemeester en wethouders zenden met het verzoek over te gaan tot vaststelling van het wijzigingsplan.