direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Stommeerkade Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0358.BPSTOMMEERKADEOOS-VA02

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

Het bestemmingsplanStommeerkade Oost van de gemeente Aalsmeer.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0358.BPSTOMMEERKADEOOS.VA02 met de bijbehorende regels (en bijlagen).

1.3 Aan- en uitbouw

Direct aan de gevel van de hoofdbebouwing voor bewoning bestemde uitbreiding van de eerste bouwlaag, waarvan de maximum bouwhoogte niet hoger dan 4 meter is en de uitbouw maximaal 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van de woning uitsteekt en niet hoger is dan de woning waar tegenaan wordt gebouwd.

1.4 Aan-huis-gebonden bedrijf

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, niet zijnde de uitoefening van een beroep aan huis, dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, niet vallend onder de vergunningsplicht van de Wet milieubeheer, door (één van) de hoofdbewoners, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door de beperkte omvang ervan in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend met overwegend behoud van de woonfunctie en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.5 Aan-huis-gebonden beroep

Het uitoefenen van een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op het terrein van de administratieve, juridische, medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerp-technische dienstverlening of hiermee gelijk te stellen dienstverlening door (één van) de hoofdbewoner(s), dat door de beperkte omvang ervan in diens woning en de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend met overwegend behoud van de woonfunctie en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.6 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.7 Antenne-installatie

Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de wel of niet in de techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.8 Automatenhal

Iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek.

1.9 Bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.10 Bebouwingspercentage

Een in het bestemmingsplan of in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bestemmingsvlak, of in voorkomende gevallen van een bouwvlak dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.11 Bedrijfsvaartuig

Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet-zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten.

1.12 Bedrijfswoning

Een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, alleen bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming en/of het gebruik van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.

1.13 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.14 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 Bijgebouw

Een bij het hoofdgebouw behorend niet voor bewoning bestemd gebouw, welke wat betreft afmetingen en functie ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.16 Bijzondere bouwlaag

Kelder, souterrain, kap en dakopbouw.

1.17 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.18 Bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.19 Bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen.

1.20 Bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.21 Bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.22 Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.23 Detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die goederen kopen voor verbruik, gebruik of aanwending anders dan de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.24 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.25 Geluidsgevoelige bestemmingen

Geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.26 Gevel

Een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak.

1.27 Hoofdgebouw

Eén of meerdere gebouwen, welke door hun functie, constructie en/of afmetingen als belangrijkste gebouw(en) in een bouwvlak zijn aan te merken, exclusief eventuele aan- en uitbouwen.

1.28 Kap

Een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven en welke uit tenminste twee elkaar snijdende, hellende vlakken bestaat.

1.29 Kelder

Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.

1.30 Ligplaats

De ruimte welke door een woonschip en/of bedrijfsvaartuig, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, kan worden ingenomen.

1.31 Maatvoeringsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde maximum bouwhoogte en goothoogte en/of bebouwingspercentage.

1.32 Nutsvoorzieningen

Gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.

1.33 Passagiersvaartuig

Een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot het vervoer van personen dan wel om beschikbaar te worden gesteld aan een of meer personen ten behoeve van varende recreatie.

1.34 Peil
  • voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.35 Pleziervaartuig

Een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.

1.36 Prostitutiebedrijf

Een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.

1.37 Seksinrichting

Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel.

1.38 Sierteeltgerelateerd bedrijf

Het bewerken, distribueren, transporteren en/of vervaardigen van sierteeltproducten en/of aan sierteelt verwante producten (zoals verpakkingsartikelen, bloemisterijartikelen, woondecoratieartikelen, souvenirartikelen, cadeauartikelen en vergelijkbare artikelen).

1.39 Souterrain

Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 2,0 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.

1.40 Standplaats

Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.41 Stationerend vaartuig
  • a. een vaartuig, daaronder begrepen een object dat afgemeerd is te water en niet tot enig andere categorie behoort;
  • b. een schip, vaartuig of casco in aanbouw tot woonschip, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig, passagiersvaartuig of stationerend vaartuig als onder a bedoeld.
1.42 Voorgevel

De naar de weg, waarop het betrokken gebouw overwegend is georiënteerd, toegekeerde gevel van een hoofdgebouw.

1.43 Woonwagen

Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.44 Woning

Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

1.45 Woonschip voor permanente bewoning
  • a. elk vaartuig of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot, dag- en/of nachtverblijf van één of meerdere personen;
  • b. een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a., maar in aanbouw;
  • c. een casco, dat tot een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. kan worden opgebouwd;
  • d. elk vaar- of drijftuig, waarin of waarop bedrijfsmatige activiteiten of soortgelijke activiteiten worden uitgeoefend of dat daartoe is ingericht;
  • e. de overblijfselen van een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. tot en met d.
1.46 Woonschip, voor niet permanente bewoning
  • a. elk vaartuig of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als dag- en/of nachtverblijf ten behoeve van recreatiedoeleinden;
  • b. een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. , maar in aanbouw;
  • c. een casco, dat tot een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. kan worden opgebouwd;
  • d. elk vaar- of drijftuig, waarin of waarop bedrijfsmatige activiteiten of soortgelijke activiteiten worden uitgeoefend of dat daartoe is ingericht;
  • e. de overblijfselen van een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. tot en met d.
1.47 Zelfstandig kantoor

Kantoor dat geen onderdeel uitmaakt van een op hetzelfde perceel gevestigd bedrijf.