Artikel 15 Wonen - Uit te werken
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep;
-
b. parkeren;
-
c. mantelzorg in een afhankelijke woonruimte;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' tevens gestapelde woningbouw.
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
-
e. hoofdgebouwen;
-
f. aan-/uitbouwen en bijgebouwen;
-
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
h. tuinen en erven.
15.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn verplicht de bestemming uit te werken, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. een uitwerkingsplan wordt niet eerder vastgesteld, dan het moment waarop ofwel
-
1. door aanpassing van de bovengrondse hoogspanningsverbinding de sterkte van het elektromagnetische veld ter plaatse voldoende klein is; of
-
2. door wijzigingen van het beleid de sterkte van het elektromagnetisch veld ter plaatse niet langer als een belemmering voor woningbouw wordt beschouwd;
-
b. ter uitvoering van artikel 76 en 77 van de Wet geluidhinder is het oprichten van woningen en andere geluidsgevoelige functies slechts toegestaan indien de woningen c.q. andere functies voorzien zijn van een dove gevel tenzij:
-
1. de woningen voldoen aan de door het bevoegd gezag vastgestelde hogere grenswaarde (voor rail- en wegverkeerslawaai), dan wel
-
2. de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, dan wel
-
3. op een andere wijze wordt gemotiveerd dat ter plaatse van de bestemming sprake is van een aanvaardbare geluidsituatie, in overeenstemming met de beginselen van een goede ruimtelijke ordening, zoals bepaald in, en voortvloeiend uit wet- en regelgeving;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' is woningbouw slechts toelaatbaar, indien de bouw van de transparante binnentuin (serre) als geluidwerende voorziening (als bedoeld in lid 8.1 sub e) verzekerd is;
-
d. burgemeester en wethouders dienen een besluit te hebben genomen inhoudende een verantwoording van het groepsrisico externe veiligheid;
-
e. het aantal woningen mag in totaal niet meer bedragen dan 120;
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 5', bestaande uit twee aanduidingsvlakken, waarvoor geldt dat:
-
1. het totaal aantal woningen niet meer mag bedragen dan 40 woningen;
-
2. uitsluitend vrijstaande of twee-onder-een-kapwoningen zijn toegestaan;
-
g. de oppervlakte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 100 m2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' het gehele bestemmingsvlak mag worden bebouwd;
-
h. de goot- en/of bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse is aangeduid;
-
i. een uitwerkingsplan wordt niet eerder vastgesteld dan nadat is vast komen te staan dat:
-
1. de archeologische waarden van de uit te werken gronden die kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
-
2. in voldoende mate inzicht bestaat op welke wijze archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd;
-
3. hierover advies is ingewonnen en verkregen bij een ter zake deskundige.
15.3 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag niet worden gebouwd tot het moment dat het plan voor de betreffende gronden is uitgewerkt in de zin van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en het desbetreffende uitwerkingsplan in werking is getreden.
15.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, oppervlakte, bouwhoogte en/of het volume met het oog op het bereiken van een aanvaardbare beeldkwaliteit en/of ruimtelijke inpassing.
15.5 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 15.3 een omgevingsvergunning verlenen voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, passend bij de tijdelijke inrichting van de gronden, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de gronden.
15.6 Specifieke gebruiksregels
Er moet worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen, waarbij geldt dat:
-
a. de door de gemeente vastgestelde parkeernormen, welke ten tijde van het indienen van de aanvraag omgevingsvergunning van kracht zijn, in acht moeten worden genomen;
-
b. nieuwe hoofdgebouwen niet eerder in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de functie(s), die op grond van de desbetreffende bestemming is (of zijn) toegelaten, dan nadat ten behoeve van die hoofdgebouwen voldoende parkeerplaatsen zijn gerealiseerd, conform de parkeernormen als bedoeld onder a;
-
c. parkeervoorzieningen, welke zijn opgenomen in een verleende omgevingsvergunning, niet zodanig mogen worden gewijzigd, dat hierdoor niet meer wordt voldaan aan de parkeernormen als bedoeld onder a.